De Natuurherstelwet van Frans Timmermans is een tandeloze tijger – tenzij de Nederlandse rechters die weer gaan aanscherpen

ArnoutJaspers 15-7-23
Bron beeld: climategate.nl

Afgelopen week kreeg Frans Timmermans zijn Natuurherstelwet op het nippertje door het Europees Parlement, zij het na veel amendementen en afzwakkingen. Daarmee heeft hij nog de buit niet binnen: nu moet het Europees Parlement weer met de 27 EU-lidstaten in gesprek over die aanpassingen, om tot een definitief voorstel te komen.

De Natuurherstelwet komt in grote trekken overeen met de Vogel- en Habitatrichtlijn die de bescherming van de Natura2000-gebieden in de EU regelt, maar de Natuurherstelwet gaat over al het grondgebied van de lidstaten. Zelfs binnen de grachtengordel van Amsterdam zouden dan eisen gaan gelden over hoeveel natuur daar minstens moet voorkomen. 

Elke duif op de Dam draagt bij aan de biodiversiteit

Nog niet eens zo lang geleden gold in de EU het subsidiariteitsbeginsel: Brussel mocht zich alleen bemoeien met zaken die het nationale belang overstijgen. Daar hoor je tegenwoordig weinig meer over. Blijkbaar is het inmiddels al een grensoverschrijdend probleem als er niet genoeg bomen langs een Amsterdamse gracht staan.

De grote truc van Timmermans en andere Brusselse potentaten is om biodiversiteit en klimaat als mantra aan te roepen. In dit milieu-evangelie draagt elke duif op de Dam bij aan de biodiversiteit, en elk blaadje groen aan het klimaat, dus is in principe niets meer veilig voor de Brusselse bemoeizucht.

Hoewel menige lidstaat ernstige bezwaren had tegen deze wet in zijn oorspronkelijke vorm, beriepen zij zich daarvoor niet op het subsidiariteitsbeginsel, maar op de ingrijpende praktische consequenties van de wet. Een steen des aanstoots was de niet-verslechteringseis: met het in werking treden van de Natuurherstelwet zou meteen een verbod gelden op alle activiteiten waardoor de natuur (gedefinieerd als een lijst van honderden habitattypen) er op achteruit zou kunnen gaan. Toegepast met fundamentalistische gestrengheid, zou heel de EU dan met het soort lockdowns te maken krijgen die we nu alleen in Nederland hebben vanwege onze stikstof-fobie.

Op dat punt moest Timmermans bakzeil halen. De harde eis werd een vroom voornemen, met formuleringen in de wet als: ‘daarnaast is het van belang dat de lidstaten zich trachten in te spannen om significante verslechtering te voorkomen’. Dat geeft dus alle ruimte aan de lidstaten om dit zelf in te vullen: Nederland vast weer dwangneurotisch en calvinistisch, onze zuiderburen met de Franse slag.

Inconsistente megaplannen

Los van de niet-verslechteringseis, moeten alle lidstaten ook binnen een jaar na het aannemen van de Natuurherstelwet met een gedetailleerd plan komen – met ijkpunten in 2030, 2040 en 2050 – hoe ze de habitattypen op hun grondgebied gaan herstellen. Wat herstel inhoudt blijft grotendeels vaag, maar vaak zal het nodig zijn om het areaal van een habitat (zoals ‘schrale heide’ of ‘trilveen’) flink uit te breiden omdat het anders niet duurzaam levensvatbaar is.

Voor rivieren wordt wel een concreet hersteldoel genoemd: er moet in 2030 minstens 25.000 kilometer aan vrij stromende rivieren bij gekomen zijn om de biodiversiteit van het waterleven te bevorderen. Dat toont aan, hoe inconsistent zulke megaplannen zijn: de Natuurherstelwet zou namelijk in één moeite door ook de weerbaarheid van de natuur, en dus van Europa, tegen klimaatverandering moeten verbeteren. Maar het weghalen van dammen, sluizen en dijken geeft nu juist ruim baan aan stormvloeden en overstromingen, die volgens de huidige inzichten in Europa door klimaatverandering zullen toenemen.

Water bij de wijn

Dus worden nu in de wet de kool en de geit gespaard: ‘Bij het wegnemen van barrières verwijderen de lidstaten in de eerste plaats barrières die niet langer nodig zijn voor de opwekking van hernieuwbare energie, de binnenvaart, de watervoorziening, bescherming tegen overstromingen of andere gebruiksdoeleinden.’ Saillant detail: de vetgedrukte tekst is de latere aanpassing. Team Timmermans had dus aanvankelijk niet bedacht, dat vrijstromende rivieren veel makkelijker overstromen, en dat dit meestal ook de primaire reden was om die rivieren te kanaliseren.

Een ander concreet genoemd doel is het vernatten van veengebieden, ook weer met ijkpunten en percentages in 2030, 2040 en 2050 vastgelegd. Verdrogende veengebieden stoten namelijk CO2 uit. Maar het verhogen van de grondwaterstand zit de landbouw in de weg – daar weet Nederland alles van. In de geest van Timmermans’ Green Deal, waar de Natuurherstelwet een onderdeel van is, is dat prima, want die eist juist dat een flink deel van de landbouwgrond in Europa weer natuurgebied wordt.

Ook hier moest team-Timmermans water bij de wijn doen, en dat klinkt dan zo: ‘Indien dit naar behoren gerechtvaardigd is en indien de vernatting van ontwaterde veengebieden voor landbouwdoeleinden niet kan worden uitgevoerd wegens aanzienlijke negatieve gevolgen voor gebouwen, infrastructuur, klimaatadaptatie of andere openbare belangen en het niet haalbaar is veengebieden te vernatten onder andere vormen van grondgebruik, kunnen de lidstaten een lager niveau van te vernatten veengebieden bepalen.’

Zulke Houdini-achtige ontsnappingsclausules staan nu overal in de Natuurherstelwet. De in te dienen herstelplannen mogen ook rekening houden met bijzondere omstandigheden in de lidstaten, ‘zoals sociale, economische en culturele vereisten en regionale en plaatselijke kenmerken, waaronder de bevolkingsdichtheid’. Tevens krijgen alle projecten voor ‘hernieuwbare’ energie, dus zonnepanelen en windturbines, bij voorbaat dispensatie van de niet-verslechteringseis.

Dus windmolenparken en zonneweides aanleggen in natuurgebieden mag gewoon. Tenslotte hebben lidstaten ook nog de mogelijkheid om andere projecten immuun te maken voor de Natuurherstelwet door die tot ‘project van groot openbaar belang’ te verklaren.

Meer te vrezen van activistische rechters dan van Europa

Voor lidstaten die zich niet laten beheksen door het evangelie van biodiversiteit en klimaat, is de Natuurherstelwet dus een tandeloze tijger geworden. Wat let een regering, om alle woningbouw en alle projecten die cruciaal zijn voor de energievoorziening tot groot openbaar belang te verklaren?

Maar daar zit voor Nederland alsnog het probleem. Al die ontsnappingsclausules zijn in concrete gevallen namelijk aanvechtbaar bij de rechter, en zo langzamerhand heeft Nederland meer te vrezen van de eigen activistische rechters dan van de bemoeizucht van Europa.

Bij elk project van groot openbaar belang kan serieprocedeerder Johan Vollenbroek weer zijn kunstje gaan doen bij de Raad van State. Gezien de ervaringen uit het recente verleden, is de kans groot dat de edelachtbare Staatsraden opnieuw voor de calvinistische interpretatie van de wet kiezen en Nederland de facto op slot gooien.

Wetenschapsjournalist Arnout Jaspers is schrijver van de bestseller ‘De Stikstoffuik’. Zijn columns verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week.

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving, die vrij beschikbaar is voor iedereen. De donateurs maken dat mogelijk.Doet u mee?Hartelijk dank!