De PvdA trok weg, Baudet kwam en Van Mierlo kreeg zijn brug

SypWynia 1-4-23
De Van Mierlobrug in Amsterdam (Beeld: Wynia’s Week)

Vanuit de slaapkamer kijk ik uit op drie stukken gracht, bijeengehouden door twee bruggen: brug 18 en brug 19. De een overbrugt de Blauwburgwal. De andere overspant de Herengracht. Wie westelijk gaat loopt door de Herenstraat naar de Keizersgracht.

Hoe hoger in mijn huis, hoe lichter het wordt en hoe meer grachtgezicht, met een centrale rol voor brug 18. Die brug bleek begin 2021 plotseling Van Mierlobrug te heten: een cadeautje van het college van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam – met daarin D66-wethouders – aan D66, op voorspraak van datzelfde D66. D66 is groot in Amsterdam, steevast groter dan elders in het land en zeker groter dan op het platteland, hier ook wel ‘de provincie’ geheten.

D66 is, sinds Hans van Mierlo in 1967 in een legendarisch filmpje langs de gracht banjerde (‘We zijn ongerust over de tanende invloed van de kiezer’), onderweg weliswaar het overgrote deel van de kroonjuwelen kwijtgeraakt, maar twee overwinningen zijn er zeker te vieren: het buitenspel zetten van het CDA landelijk (1994) en de PvdA plaatselijk, in Amsterdam (2014).

Paternottes machtsgreep

Er kwam dat laatste jaar, in ieder geval op het oog, een eind aan een eeuw absolute dominantie van de sociaaldemocratie in Amsterdam. De hegemonie van de PvdA werd tot dan toe overal in de hoofdstad gevoeld en die was vaak extra pijnlijk voor D66, dat door de PvdA in de regel minzaam als nuffig jonger broertje werd behandeld.

Hans van Mierlo was niet alleen medeoprichter van D66, maar ook de voorganger van de D66-vleugel die steeds maar weer en nogal slaafs achter de PvdA aanliep. De PvdA vond D66 volstrekt overbodig, zoals ook de VVD dat vond. Het liefst hadden ze samen D66 opgegeten.

Maar in 2014 lukte de jonge plaatselijke lijsttrekker Jan Paternotte wat eerder onmogelijk leek: de PvdA onttronen als de grootste partij in de hoofdstad. Daar was best wat voor te zeggen: wie al zó lang de grootste is kan iedereen naar zijn hand zetten en dat is reden genoeg om daar maar eens een eind aan te willen maken.

De eerdere almacht van de PvdA had van Amsterdam een éénpartijstaat gemaakt, met PvdA-ambtenaren, PvdA-bestuurders en PvdA-belangen. Als ergens de theorie opgeld deed dat bij iedere sociale beweging binnen de kortste keren het eigen belang de bestaansreden wordt, dan gold dat zeker voor de PvdA in Amsterdam.

Dit is dus de buurt van Hans van Mierlo. Na zijn dood kreeg hij zelfs zijn eigen brug. Ik zag hem er vaak overheen schuiven toen het nog gewoon brug 18 was, van zijn huis aan de Herengracht, over de Blauwburgwal, in de richting van de Lijnbaansteeg. Daar, bij Jan de sigarettenman, kwam ik hem weleens tegen. Jan verkocht alle kranten, de internationale kranten ook, en ik verdacht hem ervan dat er kranten (zoals Le Monde diplomatique) bij waren die alleen hij las. Jan was allerminst de enige kranten-en-sigarettenman in ons rijtje. Nu is er geen meer.

Jan en zijn vrouw verkochten ook boeken. Zoals een interviewboek over twee bejaarde prostituées (Ouwehoeren) uit de Oude Nieuwstraat, tegenover de winkel. Of de biografieën van advocaat Theo Hiddema, toen nog geen politicus, die door de hoofdpersoon hoogstpersoonlijk bij de AKO op het Centraal Station tegen winkelprijs waren ingekocht om ze bij Jan op de toonbank aan de buurt te kunnen presenteren.

Van Mierlo woonde al vanaf de beginjaren van D66 in een royaal ogend historisch pand aan de Herengracht, een paar deuren verder dan het kasteelachtige pand dat het hoofdbestuur van de Partij van de Arbeid daar in de jaren negentig in gebruik nam.

De lijkwagen

Op 12 maart 2010 schuurden de voormalige D66-leider en de PvdA pijnlijk, toen de lijkwagen van Van Mierlo langskwam, terwijl de PvdA zonder op of omkijken met zichzelf bezig was. ’s Ochtends was Wouter Bos opgestapt als partijleider. En hier, op de Herengracht, naast het huis van de overleden Van Mierlo, stelde de door Bos naar voren geschoven burgemeester Job Cohen zich zelfverzekerd voor als nieuwe landelijke PvdA-leider.

Er rustte geen zegen op. Cohen moest de verkiezingsoverwinning aan de VVD’er Mark Rutte laten die vervolgens niet weg te branden bleek. De oppositieleiding was niets voor Cohen. Voor de PvdA luidde het afgezien van een korte opleving vooral een reeks nederlagen in. In maart ging de PvdA samen met GroenLinks de Statenverkiezingen in. Niet uit weelde.

De PvdA is al lang van de gracht vertrokken. Eerst omdat partijvoorzitter Hans Spekman het kantoor niet alleen te duur – 540.000 euro huur per jaar – vond, maar ook omdat hij vond dat een Partij van de Arbeid niet in de grachtengordel thuishoort.

Als er in die tijd van de arrogante PvdA in de hoofdstad iemand een hekel aan ze had, dan was het wel Theo Hiddema, die kort na de eeuwwisseling ook op ons stukje Herengracht was neergestreken. Zijn vrouw Gerrie, bakkersdochter uit het Zuid-Limburgse Eijsden, was overtuigd van de noodzaak om ons, de twee Friese boerenzonen immers, met elkaar te verbinden en stelde ons aan elkaar voor in café Het Arendsnest – precies tussen onze Blauwburgwal en het huis van de Hiddema’s aan de Herengracht.

Café Het Arendsnest werd in de jaren nul van de 21e eeuw een vaste ontmoetingsplek van de loodgieter, de bankemployée, de schoolconciërge, de ex-politieman, de advocaat en uw verslaggever. Plus nog een tien, vijftiental hardwerkende Nederlanders van allerlei rang en stand. Het waren onder meer fans van Pim Fortuyn en later ook wel van Geert Wilders, maar ook hardnekkige verdedigers van het gelijk van links.

Van tijd tot tijd doken dan ook nog de Jonge Socialisten van de overkant op en na hun vergaderavonden hing bij gelegenheid de hele top van de PvdA aan de hoek van de bar. Met Theo Hiddema erbij wilde het weleens minder gezellig worden voor Wouter Bos, Lilianne Ploumen, Attje Kuiken en andere PvdA-toppers van toen en nu.

Gracht uit het lood

Hoe wonderlijk: precies tussen wat toen nog het PvdA-hoofdkwartier was en het pand waar ‘Hiddema Advocaten’ zich had gevestigd belandde Thierry Baudet met zijn pas opgerichte – toen nog – ‘denktank’ Forum voor Democratie in 2015 in een keldertje aan de Herengracht.

We waren al wel wat gewend met satellietwagens in de buurt, maar nadat Baudet samen met Theo Hiddema in 2017 in de Tweede Kamer kwam en in 2019 de meeste stemmen haalde bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten was het niet meer de PvdA, maar Forum dat de tv-ploegen naar de gracht trok.

Eind 2019 leek het einde van Forum nabij na uitgelekte antisemitische teksten uit de binnenkamers van de partij. Theo Hiddema was ook weg, of toch weer niet, maar wel uit de Tweede Kamer om uiteindelijk begin 2022 toch ook uit Forum te stappen (maar niet uit de Eerste Kamer, waar hij inmiddels plaats had genomen).

Ons stukje grachtengordel, waar doorgaans vooral PvdA, D66 of GroenLinks wordt gestemd was danig uit het lood geslagen door de hoofdrol van Baudet en zijn Forum, waar eerder de top van de PvdA en D66 prominent waren in het straatbeeld.

In het najaar van 2004 werd Theo van Gogh vermoord door een moslimterrorist. Voor de journaliste en columniste Pamela Hemelrijk, ook buurtbewoonster, was dat een extra zware slag, omdat ze goede betrekkingen onderhield met de columnist-filmmaker.

Meteen na de aanslag op Van Gogh moesten de politici Geert Wilders – net uit de VVD vertrokken en voor zichzelf begonnen – en Ayaan Hirsi Ali (VVD, tevens afvallig moslima) zwaarbeveiligd onderduiken. Het was in die dagen dat ik een sms’je van Wilders kreeg. Of we konden praten. Tuurlijk, zei ik, ik ben deze week toch wel even in Den Haag. Maar dat bleek niet de bedoeling: Wilders mocht zich op geen enkele wijze in Den Haag laten zien. Kom dan maar naar mijn keukentafel in Amsterdam, seinde ik terug. Zo geschiedde.

Tevoren kwam er een delegatie beveiligers het huis inspecteren: de deuren, de vluchtroutes. Toen de politicus in een beveiligde auto werd aangevoerd, waren beide bruggen aan begin en eind van ons grachtje ook van beveiligers voorzien. Niet dat ik dat zelf waarnam, maar dat hoorde ik later in detail van de PvdA-top: ze hadden vanuit hun kantoren precies kunnen volgen dat de veelbesproken en zwaarbeveiligde politicus even uit zijn onderduik opdook om zich bij mij aan de Blauwburgwal te melden. Wat zou die daar nou moeten?

De partij van Wilders

Dat was simpel: Wilders was bezig een eigen partij te beginnen en wilde mij overhalen om als tweede plaats te nemen op zijn lijst. Ik moest hem teleurstellen: ik wilde de politiek niet in en dan hoefde ik verder niet eens na te denken of ik wel met zijn partij in zee wilde. Wat ik misschien niet zei, maar wat zeker ook waar was: ik zou volkomen ongeschikt zijn voor fractiediscipline in welke partij dan ook.

Wilders legde zich er snel bij neer, maar begon wel te vissen wat zijn partij naar mijn idee het beste kon doen en wat voor naam daar dan bij hoorde. Het trof, want net de vorige avond had ik datzelfde onderwerp met Pamela Hemelrijk doorgenomen aan de bar van De Klepel. ‘Wat iedereen belangrijk vindt, maar de VVD heeft laten liggen na het vertrek van Bolkestein,’ zei ik tegen Pamela: ‘Immigratie, veiligheid, scepsis over de EU’.

‘Partij van de Vrijheid’

Ik had tegenover Pamela Hemelrijk ook al een beetje een valsig idee voor een naam van de partij van Wilders uitgeprobeerd: ‘Partij van de Vrijheid’. Dat was de naam van het liberale partijtje van Heineken-directeur Dirk Stikker die na de Tweede Wereldoorlog niet met de vrijzinnig-democraten van Pieter Oud was opgegaan in de PvdA, maar een meer conservatief-liberale route bewandelde. In 1948 stapte Oud uit de PvdA en richtte hij samen met Stikker de VVD op. Dat was meteen het einde van de Partij van de Vrijheid, dus die naam zou wellicht vrij zijn.

Tot mijn verrassing bleek Wilders, toch jarenlang actief in de VVD, die voorgeschiedenis niet te kennen. Maar hij knoopte het kennelijk goed in zijn oren. Anderhalf jaar later richtte Wilders zijn partij op: Partij voor (dus niet: van) de Vrijheid. Het stond ’s ochtends in de Volkskrant. Even later piepte er een sms’je binnen. ‘Nog bedankt Syp’.

Een enkele andere partij heeft ook weleens zitten vissen of ik niet de politiek in te praten was. Maar niemand was zo hardnekkig als Thierry Baudet, althans in de dagen lang voordat hij krokodillen-complotten zag. Als leider van een partij in opkomst had Baudet mij graag aan zijn zegekar willen binden. Lijsttrekker hier, informateur daar – wat niet al. En ja, ook hij heeft, gastvrij als ik ben, wel eens aan mijn fameuze keukentafel gezeten.

Baudet is niet voor één gat te vangen. Aan het eind van de eerste corona-zomer was hij kennelijk nog vol zelfvertrouwen over de parlementaire toekomst van zijn partij. Terwijl ik met twee volle tassen van de Albert Heijn door de stromende regen naar huis baggerde, stond Baudet met een van de jongemannen uit zijn entourage te schuilen, op de hoek bij zijn hoofdkwartier. De begroeting was hartelijk. En o ja, hij wilde nog iets vragen. Ze maakten goede kans de volgende verkiezingen te winnen. Of ik dan premier wilde worden? ‘Zullen we de uitslag eerst maar eens afwachten, Thierry?’ Brede grijns.

Hans van Mierlo is dood, de PvdA is weg en zo ook de sigaretten- en krantenwinkel van Jan. Danny de slager is vertrokken, de visboer is niet meer, de bakker evenmin. De straatjes in het verlengde van de Van Mierlobrug zijn het domein van toeristen en expats geworden.

De ramp

Terwijl ik dit schrijf kijk ik op straathoogte naar de overkant van de Blauwburgwal. Een onopvallende grijze natuursteen fungeert daar als herdenkingsmonument voor de 44 dodelijke slachtoffers (en 79, vaak zwaargewonden) van vier Duitse brisantbommen die daar door een Duitse bommenwerper werden losgelaten, al op de tweede ochtend na de Duitse inval in 1940.

Lange tijd was er nagenoeg niets bekend over deze catastrofe. Pas driekwart eeuw na de ramp wierp minutieus onderzoek verlaat licht op het vroege oorlogsleed. Een inzameling in de buurt gaf de vergeten oorlogsslachtoffers alsnog een gezicht. Op een ijskoude coronadag in 2020, exact tachtig jaar na de ramp, werd de gedenksteen onthuld door de eervorige burgemeester, Job Cohen. Als ik de deur uitstap is het de steen die als eerste mijn aandacht trekt.

Bovenstaand artikel is een verkorte en licht bewerkte versie van het hoofdstuk ‘De Van Mierlobrug’ uit het onlangs verschenen boek ’70 Actieve herinneringen aan een gaaf gidsland’ van Syp Wynia. Het boek (368 bladzijden) is verschenen bij Uitgeverij Blauwburgwal en kost 24,50 euro (geen verzendkosten). Het boek is overal te koop, zoals HIER.