Door te weigeren de politie in te zetten heeft Sharon Dijksma de rechtsstaat niet beschermd maar ondermijnd

Tijdens de raadsvergadering van de gemeente Utrecht was het weer raak met pro-Palestinademonstranten. De schreeuwende en agressieve betogers werden door burgemeester Dijksma uit het stadhuis verwijderd. Niet door inzet van de politie, maar door middel van ‘de-escalatie’. Maar is het niet-ingrijpen of ‘de-escaleren’ om de rechtsstaat te beschermen niet juist een ondermijning van die rechtsstaat?
Bedreigend en agressief
Op donderdag 17 juli liep het flink uit de hand tijdens de raadsvergadering van de gemeente Utrecht. Op die avond kwamen enkele moties aan bod die onder meer opriepen tot een boycotbeleid tegen Israël vanwege de grove misdaden die zouden plaatsvinden in Gaza. Toen de moties werden weggestemd, begonnen pro-Palestinademonstranten te schreeuwen, waarna de vergadering door burgemeester Sharon Dijksma werd geschorst.
Na vorderingen om de zaal te verlaten en waarschuwingen van Dijksma, besloot de burgemeester de demonstranten – vergezeld door de griffier en een aantal beveiligers – zelf naar buiten te geleiden. Eenmaal buiten verhinderden de betogers Dijksma om terug naar binnen te gaan. Daar werden de demonstranten bedreigend en agressief, en moest Dijksma door de beveiliging in een auto worden vervoerd om terug te gaan naar de raadszaal.
Burgemeester Dijksma liet later aan de pers weten dat ze niet wilde dat de politie moest ingrijpen en tegelijkertijd wilde ze de demonstranten tot inkeer laten komen. ‘Dat bleek grotendeels onmogelijk, want er was geen redelijkheid meer; er was volstrekte intolerantie.’ Over het er niet willen bijhalen van de politie meent Dijksma dat we in Nederland dat pad niet op moeten: ‘In dit land moeten democratische vergaderingen plaatsvinden zonder dat de politie daar bij is.’
Dijksma meent dat haar handelen op dat moment de ‘enige juiste route’ was. ‘Ik denk dat we over het algemeen altijd de balans proberen te vinden tussen empathisch leiderschap en duidelijke grenzen stellen.’ Met haar handelen probeerde Dijksma ook een voorbeeld te zijn voor andere bestuurders en politici in Den Haag: ‘Niet opjagen, de-escaleren en grenzen stellen waar dat nodig is.’
Geen lichte overtredingen
Maar de Palestinabetogers hebben wel degelijkde wet overtreden met hun luidruchtige en agressieve protesten tijdens de raadsvergadering. Zij maakten zich schuldig aan minstens drie verschillende strafbare feiten, omschreven in de artikelen 124, 139 en 144 van het Wetboek van Strafrecht.
In artikel 124 Strafrecht is het uiteenjagen van een raadsvergadering door geweld of bedreiging met geweld, of het opzettelijk verhinderen van een lid, voorzitter of wethouder om deze vergadering bij te wonen strafbaar gesteld. Op het uiteenjagen van een raadsvergadering staat een celstraf van maximaal negen jaar, of een geldboete van de vijfde categorie (103.000 euro sinds 2024).
Lokaalvredebreuk
Op grond van artikel 139 van het Wetboek van Strafrecht is het strafbaar om een besloten lokaal of terrein zonder toestemming binnen te dringen, of om te weigeren zo’n lokaal of terrein te verlaten na een duidelijke vordering om te vertrekken van een bevoegde ambtenaar – dit wordt ‘lokaalvredebreuk’ genoemd.
Wie zich schuldig maakt aan lokaalvredebreuk riskeert een celstraf van maximaal drie maanden of een geldboete van de tweede categorie (5.150 euro). Uit de rechtspraak blijkt dat onder ‘bevoegde ambtenaar’ ook wordt verstaan de burgemeester, de griffier en beveiliging. De straf kan overigens, zo blijkt uit lid 4, met eenderde worden verhoogd indien twee of meer verenigde personen dit misdrijf plegen.
Ten slotte bepaalt artikel 144 Strafrecht dat hij die door het verwekken van wanorde of het maken van gedruis een geoorloofde openbare vergadering opzettelijk verstoort, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste twee weken of geldboete van de tweede categorie.
Eerdere veroordelingen
Eerder zijn er wel mensen veroordeeld voor het uiteenjagen van een raadsvergadering en lokaalvredebreuk. Zo werden drie mannen uit Geldermalsen in 2018 door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 maanden en taakstraffen van 240 en 200 uur. Zij hadden in 2015 met onder meer vuurwerk en het dreigen met en plegen van geweld een vergadering van de gemeenteraad Geldermalsen in verband met de komst van een asielzoekerscentrum uiteengejaagd.
En op 6 oktober 2015 verstoorde een groep betogers uit Zeist de gemeenteraadsvergadering van de gemeente Zeist. Ook hierbij ging het om een beraad over asielzoekers. Op de agenda stond het onderbrengen van uitgeprocedeerde asielzoekers op het terrein van detentiecentrum Zeist. De verdachten verstoorden de vergadering en weigerden zich te verwijderen nadat zij daartoe waren verzocht door de griffier. Zij werden veroordeeld tot een geldboete van 350 euro.
Wat is in dit alles de rol van de burgemeester? In de literatuur wordt de burgemeester gezien als handhaver van de openbare orde en als voorbeeld. Volgens de vice-president van de Raad van State is de burgemeester ‘het boegbeeld van de plaatselijke samenleving, maar soms ook het aambeeld van de lokale democratie’. Ook is de burgemeester ‘herder en soms ook hoeder van de lokale samenleving’. Volgens universitair docent straf- en bestuursrecht Benny van der Vorm heeft de burgemeester drie rollen: die van burgervader, openbare-ordehandhaver en sheriff.
Nu is de vraag of Dijksma’s aanpak van de pro-Palestinademonstranten past binnen de rollen die de burgemeester dient te vervullen. Feit is dat de pro-Palestina-activisten met geschreeuw en dreigementen de raadsvergadering uiteen hebben gejaagd. Ook weigerden ze lange tijd de zaal te verlaten, zelfs op vordering van de bevoegde ambtenaar. Even later blokkeerden ze zelfs de terugkeer van Dijksma naar de raadszaal. Volgens Dijksma zouden beveiligers daarbij ‘een paar klappen’ hebben gekregen. Op zo’n misdrijf staat een gevangenisstraf van negen jaar. Als de wetgever had gemeend dat het uiteenjagen van gemeenteraadsvergaderingen kon worden beantwoord met de-escalatie, had hij dit gedrag toch nooit strafbaar gesteld?
De-escalatie toch te naïef?
Hoewel Dijksma eerst met klem stelde deze betogers te willen ‘beschermen’ tegen strafrechtelijke sancties, doet de gemeente Utrecht nu toch aangifte tegen een ‘handvol’ demonstranten. En dan niet voor het uiteenjagen van de raadsvergadering, maar voor ‘dreigen of intimideren en toepassen van fysiek geweld tegen publieke ambtsdragers’, vermoedelijk artikel 285 lid 3 van het Wetboek van Strafrecht (dat bedreiging van een publieke functionaris of ambtsdrager strafbaar stelt) en artikel 181 Strafrecht (geweld tegen een ambtenaar in functie). In beide gevallen staat daar een minder zware straf op dan op het uiteenjagen van een vergadering.
Desondanks lijkt het erop dat de gemeente Utrecht toch is gaan inzien dat het al te naïef was om te denken dat aanvallen op het democratisch proces kunnen worden verholpen door middel van de-escalatie.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk.Doet u mee? Hartelijk dank!