Een hoogmis van feitenvrije mythes in de Tempel der Wetenschap

JASPERS180622-feitenvrij
Radha D’Souza (rechts) in het Trippenhuis in Amsterdam: deugkoloniale zelfkwelling…

Als er één plaats is in Nederland die je een tempel der wetenschap zou kunnen noemen, is het wel het statige Trippenhuis in Amsterdam, zetel van de KNAW, de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Wat zich daar afgelopen maandagavond afspeelde, had niets met wetenschap te maken, maar wat was het dan wel? Performance art? Rituele boetedoening? Deugkoloniale zelfkwelling?

Die maandagavond deed namelijk het Court for Intergenerational Climate Crimes (CICC) uitspraak tegen de Staat der Nederlanden. Die was voor het CICC gedaagd door vier Waarheidszoekers uit Mongolië, Bolivia, Peru, en Bart-Jaap Verbeek uit Nederland. Als vertegenwoordigers van de Staat der Nederlanden waren gedagvaard (voormalig) minister Stef Blok en (voormalig) staatssecretaris Tom de Bruijn, die vreemd genoeg niet waren komen opdagen.

De koopman heeft het gedaan

In het vonnis werd de Staat opgedragen de wettelijke status van alle corporate entities (grote bedrijven) in te trekken, en alle internationale contracten die deze bedrijven hebben afgesloten te herroepen. Immers, alle moderne bedrijven en instituties zijn instrumenten van het ‘racistisch eco-cidale kapitalisme’ en dienen ontbonden te worden, en hun bezittingen verbeurd verklaard.

‘Het juridische systeem is een uitvinding van de koopman en brengt slechts verwoesting’, aldus Radha D’Souza, zelf jurist aan een universiteit in Londen en een van de rechters van het CICC. ‘De natuur geeft niemand ‘rechten’ ‘ oreerde zij. ‘Het idee van ‘rechten’ is verbonden met het concept van het contract, wat de basis is van de koopmanslogica. Het verandert land in eigendom en mensen in objecten. Dit heeft ons tot op de rand van de uitsterving gebracht.’

De remedie is, nog altijd volgens D’Souza, dat de mensheid zich voortaan slechts mag organiseren in place based communities, kleine, lokale, landgebonden gemeenschappen.

Toen hadden we het integraal voorlezen van het vonnis door D’Souza al achter de rug – bepaald geen sinecure, aangezien dit 27 pagina’s juridisch jargon omvatte. Daarna volgde de evenzeer in juridisch jargon gestelde Intergenerational Climate Crimes Act, waarbij de microfoon rondging door de zaal en mensen uit het publiek bij toerbeurt een op het scherm geprojecteerd artikel van die wet hardop moesten voorlezen. Deze subtiel afgedwongen medeplichtigheid kwam uit de koker van organisator en moderator Jonas Staal.

Staal is een performancekunstenaar die graag provoceert: in 2007 maakte hij een serie altaartjes ter nagedachtenis aan Geert Wilders, die dit opvatte als doodsbedreiging en aangifte deed. Tot een veroordeling van Staal kwam het niet.

Rare Jehova’s

Het gedwongen, stuntelige voorlezen van maar half begrepen wetsteksten deed me sterk denken aan de Bijbellezing op een bijeenkomst van Jehova’s Getuigen die ik lang geleden eens heb bijgewoond. Gelukkig was er ook tijd voor discussie.

Maar net als de Jehova’s Getuigen destijds, vielen de kunstenaars en artistiekelingen in de zaal, – zoals het cliché wil toch bij uitstek onafhankelijke geesten – vooral op door hun serviele houding. Nederig glimlachend waagde een enkeling het om na de nodige plichtplegingen (‘fascinating!’, ‘very interesting!’) een vraagje te stellen dat voor D’Souza een welkome aanleiding was voor nog een minuut of zeven oreren. De enig aanwezige mij Bekende Nederlander was Adriaan van Dis, die zich niet in de discussie mengde, maar alles vroom in zich op nam.

Tegen die tijd had ik al zoveel baarlijke nonsens moeten aanhoren, dat ik mentaal nog slechts in staat was geweest het woord te nemen met een luidkeels geschreeuwd ‘YOU ARE FULL OF SHIT!’ aan het adres van D’Souza. Maar zoiets doe je niet in een Tempel der Wetenschap.

Geobsedeerd door ‘witte schuld’

Uiteraard hebben die Intergenerational Climate Crimes Act en dat CICC geen enkele rechtsgeldigheid; het is een bedenksel van een groepje door westerse witte schuld geobsedeerden die zichzelf de Comrades noemen. Hoewel deze rechtszaak met een loden plechtstatigheid en langdradigheid werd afgehandeld, liet ook D’Souza zich op het eind ontvallen, dat het slechts een artistieke ‘performance’ betrof.

Je zou er dan ook je schouders over op kunnen halen, ware het niet dat dit gebeurde in het Trippenhuis, onder auspiciën van de Academie van Kunsten, die bij de KNAW inwoont. Zulke bijeenkomsten worden ook door de KNAW gepromoot als een dialoog tussen de kunsten en de wetenschappen.

Alles is de erfschuld van het westen

Liesbeth Bik, voorzitter van de Academie van Kunsten, mocht helemaal op het eind haar duit in het zakje doen, en verklaarde ‘nederig’ te zijn geworden van dit evenement. Logisch: hoewel de rechtszaak ging over de klimaatcrisis, moeten we ‘klimaat’ veel breder opvatten, legde Staal uit.

‘Klimaat’ slaat namelijk niet alleen maar op de industriële periode – waarin we al die extra broeikasgassen hebben uitgestoten – maar ook op de koloniale periode tot vijfhonderd jaar geleden. Want één ding moest duidelijk zijn: alle ellende in de wereld is de erfschuld van het westen, van het westerse concept van ‘recht’ en van  westerse techniek en wetenschap. Zelfs het uit de grond halen van fossielen van diersoorten die al miljoenen jaren uitgestorven zijn, werd geframed als een uiting van westers imperialisme.

Rotsblokken hebben ook rechten

Het roomblanke, zeer westerse middenklasse-publiek liet zich gewillig kastijden door dit weg-met-ons evangelie. Kenmerkend voor dit soort warhoofdigheid is, dat inconsistenties niet worden opgemerkt of worden genegeerd. Terwijl D’Souza aan het begin nog stelde ‘De natuur geeft niemand rechten’, werd later juist gesteld dat alles en iedereen rechten moest hebben: niet alleen mensen, maar ook dieren, planten, rivieren, rotsblokken, meertjes en stranden.

D’Souza zelf is een wandelende contradictie van het met de mond beleden principe van place based communities. Immers, zo te zien zijn haar Aziatische voorouders door de grilligheden van het kolonialisme eerst in West-Indië terecht gekomen, wat D’Souza uiteindelijk de kans gaf om in wereldstad Londen haar zeer kosmopolitische baan als docent rechten aan een universiteit te krijgen.

Van daaruit vliegt D’Souza de wereld rond om ons te vertellen hoe slecht het Westen is, en dat we allemaal thuis horen te blijven in onze place based communities. Het doet denken aan de directeur van Greenpeace die elk weekend op en neer vloog van zijn kantoor in Luxemburg naar zijn huis in Amsterdam.

Het woekert maar voort

Dit is maar één bijeenkomst in zijn soort, en deze heeft de meeste voorpagina’s niet gehaald. Maar dit weg-met-ons evangelie wordt op talloze plekken en praatprogramma’s uitgedragen. Het verbijsterende is, hoe breed het idee al is doorgewoekerd onder beschaafde, weldenkende mensen, en in eerbiedwaardige instituties als de KNAW, dat de van origine westerse, maar intussen mondiaal geworden cultuur van mensenrechten, techniek en wetenschap de bron van alle kwaad in de wereld is.

Alleen in het Schuldige Westen kun je op een bijeenkomst van intelligente, ‘hoogopgeleide’ mensen onweersproken beweren, dat we om de problemen van de mensheid op te lossen alle moderne instituties moeten afschaffen en weer op basis van de wijsheid van inheemse volkeren in kleine plattelandsgemeenschappen moeten gaan leven. 

Zoals George Orwell ooit schreef: ‘There are some ideas so absurd that only an intellectual could believe them.’  (Sommige ideeën zijn zó absurd, dat alleen een intellectueel die kan geloven). Het hele evenement is hier terug te zien.

Wynia’s Week is ongebonden en onafhankelijk. De donateurs maken dat mogelijk. Wordt u ook sponsor van Wynia’s Week? Dat kan HIER. Hartelijk dank!