Elektrisch rijden stimuleren is oerconservatieve struisvogelpolitiek
Diederik Samsom was de architect van de Green Deal. Maar het internationale draagvlak daarvoor is inmiddels verdwenen en met het Europese klimaatkoploperschap is het gedaan. Het is nu hoog tijd voor klimaatpolitiek die niet langer is gebaseerd op morele superioriteit en onrealistische ambities, maar op internationale gelijkwaardigheid en natuurwetenschappelijke wetmatigheden.
Diederik Samsom heeft een boek geschreven: Groene supermacht. De voorzitter van de raad van commissarissen van de Gasunie beschrijft daarin hoe Europa de wereld weer op koers kan brengen naar een toekomst zonder fossiele brandstoffen. Samsom baseert zich daarbij mede op zijn ervaring als kabinetschef van twee Eurocommissarissen voor klimaat, Frans Timmermans en Wopke Hoekstra. De andere werelddelen lieten ons vorige maand echter weten dat Europa een groene onmacht is geworden. Het door de EU geëiste stappenplan voor afbouw van fossiele brandstoffen werd toen niet opgenomen in de slotverklaring van de VN-klimaattop COP30.
Samsom had zijn boek natuurlijk al af voordat deze Europese afgang zich in Brazilië voltrok. Die afgang markeert zo te zien het begin van het einde van de Europese Green Deal, waarvan Samsom de architect en Hoekstra de voorman is. Dat ligt niet aan een gebrek aan politieke wil, want die was en is er met Ursula von der Leyen, Frans Timmermans, Wopke Hoekstra en Diederik Samsom meer dan genoeg. Als deze prominente politici het met al hun politieke invloed en ervaring in tien jaar niet voor elkaar krijgen om de Europese Green Deal internationaal draagvlak te bezorgen, dan krijgt niemand het voor elkaar.
Natuurwetten en de grenzen van de planeet
De reden daarvoor is voor de hand liggend. De Green Deal en de Groene Supermacht streven naar het vervangen van het fossiele brandstofverbruik door hernieuwbare energie. De wetten van de natuurkunde en de grenzen van de planeet staan echter niet toe dat we het huidige energie- en grondstoffenverbruik in de wereld zonder fossiele brandstoffen zouden kunnen handhaven. Samsom weet als natuurkundige ongetwijfeld dat het mondiale energieverbruik ruim 600 exajoule per jaar is. Hij kan net als ik en vele andere kritische wetenschappers uitrekenen hoeveel biomassa, windmolens, zonnepanelen, waterstoffabrieken en hoogspanningskabels we nodig zouden hebben om die 600 exajoule elk jaar overal in de wereld op te wekken, te transporteren en op te slaan.
Hij kan vervolgens aan de hand van publicaties van professor Simon Michaux en andere mijnbouwdeskundigen nagaan dat we in de rest van deze eeuw in de verste verte niet genoeg lithium, kobalt, nikkel, koper en een dozijn andere zeldzame metalen kunnen delven om dat allemaal te bouwen, onderhouden en vervangen. Samsom kan zich samen met Hoekstra en Von der Leyen laten voorlichten over de gruwelijke milieuschade en mensonterende mijnbouwpraktijken in Congo, Nieuw-Caledonië en andere niet-Europese landen. Zij kunnen tevens kennis nemen van de nietsontziende ontbossing en achteruit hollende biodiversiteit die de door de EU gesubsidieerde mijnbouw en biomassa elders in de wereld veroorzaken.
Samsom kan als kernfysicus eenvoudig verifiëren dat de CO2-uitstoot in de rest van de wereld sinds 1990 jaarlijks ruim tien keer zo snel toeneemt als dat die in Europa afneemt. Dat gebeurde gedurende zijn hele activistische, politieke en bestuurlijke carrière. Het aandeel van fossiele brandstoffen in de totale energiemix is in de afgelopen 35 jaar zelfs licht gestegen, van 84 naar 85 procent van het mondiale energieverbruik. Dat zou ik met de beste wil van de wereld geen ‘groene supermacht’ kunnen noemen.
De wetmatigheden van de economie en consumptiemaatschappij beletten ons, net als de wetten van de natuurkunde, dat we het huidige energie- en grondstoffenverbruik zonder fossiele brandstoffen zouden kunnen handhaven. De Franse historicus Jean-Baptiste Fressoz legt aan de hand van zijn nieuwe boek More and More and More hoe dat zit, in een gesprek met VPRO Tegenlicht. De energietransitie blijkt helemaal geen transitie te zijn, maar een vorm van klimaatontkenning, aldus Fressoz.
Geen energietransitie, maar energieadditie
In de afgelopen twee eeuwen heeft de opkomst van een nieuwe energiebron er steeds toe geleid dat het verbruik van bestaande energiebronnen toenam in plaats van afnam. De ontdekking van steenkool en de stoommachine rond 1800 verhoogde de houtkap voor het aanleggen van spoorwegen. De ontdekking van aardolie en de auto rond 1900 verhoogde het verbruik van steenkool voor de staalproductie van auto’s en pijpleidingen. Rond 1940 werden aardgas en kernenergie ontdekt, en na de Tweede Wereldoorlog kwamen de massaconsumptie en het massatoerisme op. Dat veroorzaakte naast een groei van aardgas en kernenergie een snel stijgende grondstoffenconsumptie en mobiliteit, en daarmee een verdere toename van steenkool- en aardolieverbruik.
In de afgelopen 35 jaar hebben de snelle groei van windmolens, zonnepanelen, waterstofproductie en elektriciteitskabels het verbruik van steenkool, aardolie en aardgas verder opgestuwd. De fossiele brandstofconsumptie en CO2-uitstoot in de wereld blijven daardoor jaarlijks stijgen. De enige twee uitzonderingen sinds 1990 zijn de crisisjaren 2009 en 2020, maar in de jaren daarna is het langjarige groeitempo van gemiddeld 1,6 procent per jaar steeds weer hervat. We verbruiken nu 70 procent meer energie dan in 1990, en we stoten ook 70 procent meer CO2 uit dan toen. Het fossiele brandstofverbruik groeide zelfs met 71 procent. Dat is geen energietransitie, maar een energieadditie.
Het aantal wereldburgers nam in dezelfde periode met 53 procent toe, van 5,3 miljard mensen in 1990 naar 8,2 miljard mensen in 2024. Een eenvoudige rekensom leert dan dat de totale energieconsumptie, fossiele energieconsumptie en CO2-uitstoot per wereldburger met 11 procent zijn gestegen gedurende de afgelopen 35 jaar. De belangrijkste drijfveer daarvoor is de toenemende economische activiteit en welvaart in Azië en andere werelddelen, zoals Europa en Noord-Amerika die in de tweede helft van de vorige eeuw kenden. De mondiale welvaarts- en bevolkingsgroei vinden nu hoofzakelijk buiten Europa plaats, en niemand kan of wil die trend veranderen in de komende decennia.
Het werelddeel dat dat zeker niet kan is het kleine en reeds superrijke Europa, en al helemaal niet met een Brusselse Green Deal en de illusie van een groene supermacht. De in COP30 verenigde naties hebben die wereldvreemde luchtfietserij op niet mis te verstane wijze terzijde geschoven. De Verenigde Staten hadden dat begin dit jaar al gedaan. Dat moge onaangenaam zijn voor een Europa dat in voorgaande eeuwen gewend was om in andere werelddelen de lakens uit te delen, maar het is de nieuwe realiteit van deze eenentwintigste eeuw. Het domste wat we kunnen doen, is deze nieuwe realiteit bagatelliseren of ontkennen.
Elektrisch rijden gelukkig minder populair
Het zou oerconservatieve struisvogelpolitiek zijn om ons vermeende EU-klimaatkoploperschap aan de wereld te blijven opdringen alsof er niets is veranderd, met politieke eisen en miljardensubsidies zoals we dat in de afgelopen 35 jaar hebben geprobeerd. De politieke eisen worden collectief genegeerd, en de miljardensubsidies gaan veelal naar niet te controleren internationale projecten die zich onttrekken aan onze mensenrechten- en milieuwetten. Het is hoog tijd voor een innovatieve Nederlandse en Europese klimaatpolitiek, die niet langer is gebaseerd op morele superioriteit en onrealistische ambities, maar op internationale gelijkwaardigheid en natuurwetenschappelijke wetmatigheden.
Informateur Sybrand van Haersma Buma meldde op 2 december in zijn tussenrapport dat D66 en CDA elektrisch rijden willen stimuleren. Er was meer klimaatnieuws van de formatieonderhandelaars, meer daarover in de komende weken. De extra mijnbouw en ontbossing die elektrificatie van automobiliteit elders in de wereld veroorzaakt is in elk geval een valse start voor de mensenrechten en de natuur. Het gaat ook in tegen de groeiende twijfel bij consumenten om een elektrische auto aan te schaffen, vanwege wegvallende belastingvoordelen en toenemende netcongestie.
Het is te hopen dat een nieuwe regering elektrisch rijden juist niet meer stimuleert. Dat scheelt de staatskas honderden miljoenen aan subsidies en gederfde belastingen, en vermindert de netcongestie in het hele land. De nadruk moet naar een kordate handhaving van maximaal 100 rijden door miljoenen bestaande auto’s. Dat is veel beter voor mens, natuur en economie dan steeds maar meer elektrische auto’s, vol met giftige batterijchemicaliën die door Congolese kinderhanden zijn gedolven.
Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank!
Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!

















