Er was wel degelijk goed en kwaad in de Tweede Wereldoorlog

verz
Het Verzetsmuseum in Amsterdam, tegenover Artis. (Beeld: Google Streetview)

Het Verzetsmuseum kwam in het nieuws omdat het een nieuwe collectie toonde. In dat kader leek de directrice te stellen dat niemand volledig goed handelt in een oorlog. Bart Collard betoogt dat nuances over gebeurtenissen en keuzes in de Tweede Wereldoorlog belangrijk zijn, maar dat die oorlog toch ook echt goed en kwaad kende.

De directrice van het Verzetsmuseum, Liesbeth van der Horst, zei in Trouw:

‘Mensen kunnen heldhaftig zijn, maar zijn nooit 100 procent een held. Mensen worstelden en klooiden, ook in het verzet. Wij willen niet heroïseren, wij willen juist de menselijke kanten laten zien.’

Er is al langer een ontwikkeling gaande die bestaande beelden van ofwel goed ofwel kwaad nuanceert. Dat is een realistische beweging. In een oorlog zijn er niet slechts twee kampen en worden mensen voor complexe keuzes gesteld.

Dat er grijs bestaat, sluit goed en fout niet uit

Niet alle Nederlandse politieagenten in de Tweede Wereldoorlog waren slecht, zo leren we uit boeken als In de Frontlinie van Guus Meershoek, Jos Smeets en Tommy van Es en Op Eigen Gezag van Hinke Piersma. Sommigen verlieten de dienst, waarvan een aantal zich aansloten bij het verzet.

Anderen bleven in dienst; soms uit angst, soms vanuit een nationaalsocialistische ideologie. De agenten die in dienst bleven maar de nazi’s niet steunden hadden dubieuze rollen. Aan de ene kant deporteerden zij joden en aan de andere kant verrichten sommigen van hen kleine daden van verzet, of ze faciliteerden dergelijke daden.

Begin november was ik aanwezig bij een lezing van Piersma, georganiseerd door CIDI in het kader van een studiereis naar holocaustmuseum Yad Vashem in Jeruzalem, over antisemitisme en de holocaust. Piersma vertelde me achteraf een verhaal dat ze pas ontdekte na de publicatie van haar boek.

Een agent moest twee joodse mensen ophalen en wegbrengen voor deportatie. De agent stopte halverwege de rit zijn auto en zei: ‘Ik ga even sigaretten halen. Als ik terugkom zitten jullie niet meer in de auto’, of iets dergelijks. Toen hij terugkwam was hij met stomheid geslagen toen hij zag dat het tweetal nog in de auto zat. De agent vervolgde zijn rit. Hoe is zijn gedrag te duiden?

Held of schurk?

In reactie op de directrice van het Verzetsmuseum vroeg columnist Zihni Özdil zich af of in haar redenering niet ook geldt dat Hitler dan geen schurk is omdat mensen nooit 100 procent een schurk zijn. Özdil vindt dit terecht onzin. De directrice doet sommigen te kort door te stellen dat mensen ‘nooit 100 procent een held’ zijn.

Özdil stelt: ‘Alle neonazi’s van de wereld mogen heel blij zijn met de visie van het Verzetsmuseum.’ Waarschijnlijk heeft de directeur haar woorden erg knullig geformuleerd, maar Özdil heeft gelijk dat dit het semantische gevolg van haar logica is.

Moeten nazi’s in het Verzetsmuseum?

Toch rijst ook een minder knullig beeld op. Het Verzetsmuseum brengt in haar collectie ook oorlogsmisdadigers aan bod. Holocaustmuseum Yad Vashem doet dat overigens ook, maar maakt duidelijk dat Hitler, Himmler, Eichmann en de andere nationaalsocialisten kwaadaardig waren.

Het Verzetsmuseum gaat echter primair over verzet, wat de vraag oproept of daarin plaats moet zijn voor het perspectief van daders. De nieuwe collectie toont ook SS-insignes van een Nederlandse verrader die door de nazi’s onderscheiden werd. Tegen de NOS zei de directeur: ‘We brengen nieuwe perspectieven en we leggen nieuwe accenten.’

Woke in WO2

Journalist Margriet Oostveen gaat in de Volkskrant overigens helemaal mee met het beeld dat Van der Horst schetst. Zij wijst daarnaast op de rol van ‘mensen van kleur’ in het verzet. Volgens de kop boven haar artikel – wellicht bepaald door de redactie – waren verzetsmensen ook ‘queer’, hoewel dat niet uit de tekst blijkt. Het wokisme wil zo te zien meeliften op de ophef rondom het museum.

In de woorden van Nausicaa Marbe slaat Van der Horst ‘de plank mis met moreel relativisme’. Keuzes en daden voor en in de Tweede Wereldoorlog zijn wel degelijk goed of kwaad te noemen en ja, er waren grijze casussen of twijfelachtige mensen. Maar zoals Marbe zegt: ‘Doe niet of iedereen moreel gehandicapt was, zodat je niet meer kunt spreken over mensen die het juiste deden. De verhalen van individuen met uitzonderlijke moed weerspiegelen een moraliteit waar je vandaag nog van kunt leren’.

Wynia’s Week is er twee keer per week, 104 keer per jaar. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!