Europese Klimaatraad toont zich een lakei van de zittende EU-macht

JacquesHagoort 1-7-23
Frans Timmermans wijst Ursula von der Leyen op het klimaatdoel van 2040. Bron foto: euractiv.com.

De Europese Wetenschappelijke Adviesraad inzake Klimaatverandering (hierna Klimaatraad) heeft onlangs (15 juni 2023) een ‘zwaarwichtig’ advies uitgebracht aan de Europese Commissie over het klimaatdoel in 2040. In de in 2021 ingevoerde Europese Klimaatwet liggen de uitstootdoelen voor 2030 en 2050 vast maar voor 2040 is alles nog open. Zoals bekend moet in 2030 de uitstoot van broeikasgassen met 55% zijn teruggebracht ten opzichte van 1990 en in 2050 met 100%. Als dat allemaal lukt mag Europa zich het eerste klimaatneutrale continent op aarde noemen, de grote droom van de voorzitter van de Europese Commissie Von der Leyen en haar klimaatcommissaris Timmermans.

De Klimaatraad is ingesteld als integraal onderdeel van de Europese Klimaatwet. Zij bestaat uit een vijftiental ‘vooraanstaande en excellente klimaatwetenschappers’ die beroepservaring hebben opgedaan in ‘een interdisciplinaire omgeving en in een internationale context’. De samenstelling van de raad reflecteert naast een ‘variatie in wetenschappelijke en sectorale deskundigheid’ ook ‘genderevenwicht en geografisch evenwicht’. Met de Klimaatraad benadrukt de EU de belangrijke rol van de wetenschap in het Europese klimaatbeleid. In de 17 pagina’s tekst van de Europese Klimaatwet komt het woord ‘wetenschap’ maar liefst 40 keer voor.

Wat is het probleem met het 2040-doel?

Volgens de Europese Klimaatwet moet er in 2024 duidelijkheid komen over het definitieve uitstootdoel in 2040. Als het even kan zal de Commissie hier spoedig een besluit over nemen zodat een en ander nog voor de aanstaande Europese verkiezingen in mei 2024 zijn beslag kan krijgen. Gezien haar ontzag en respect voor de (klimaat)wetenschap zal de Commissie de voorstellen van de Klimaatraad vrijwel ongewijzigd overnemen en verwerken in nieuwe wetgeving. Met de wetenschap valt niet te marchanderen.

Als niet-ingewijde in het Europese klimaatbeleid vraag je je af wat nou eigenlijk het probleem is met dat 2040-doel. Het doel in 2030 staat vast (55%) en ook het einddoel in 2050 (100%). Dan kun je toch in 2040 heel eenvoudig in het midden gaan zitten? Dat komt dan neer op een uitstootreductie van 77,5% in 2040. Daar heb je geen Klimaatraad en een ingewikkeld en onleesbaar wetenschappelijk rapport van 100 pagina’s voor nodig. Maar zo eenvoudig ligt dat niet.

Het probleem is dat in de huidige Europese klimaatwet behalve de uitstootdoelen van 55% en 100% ook een mondiaal opwarmingsdoel is opgenomen: de aarde mag niet meer opwarmen dan 1,5 graad Celsius vergeleken met het begin van de industriële periode.

Met dat doel honoreert de EU in de Klimaatwet de afspraken die gemaakt zijn in het Akkoord van Parijs. Daarin is bepaald dat de toekomstige opwarming van de aarde beperkt moet blijven tot een opwarmingsinterval met als ondergrens 1,5 graad Celsius en als bovengrens ruim onder de 2 graden. De EU heeft in de Klimaatwet gekozen voor de ondergrens van 1,5 graad, het meest ambitieuze temperatuurdoel dat je maar kunt bedenken, maar met de door het Europarlement in 2019 uitgeroepen klimaatnoodtoestand is er geen andere keus. Alle hens aan dek.

De EU uitstootdoelen moeten dus zo gekozen worden dat de mondiale opwarming onder de 1,5 graad blijft. De EU heeft met haar betrekkelijk geringe aandeel in de mondiale uitstoot (rond de 8%) een verwaarloosbare invloed op de mondiale opwarming maar gaat er van uit dat de andere landen van de wereld zich met hun uitstootdoelen ook aan de door de EU gekozen grens van 1,5 graad houden. Dat is weinig realistisch maar voor de EU is dat geen overweging.

Verscherping van het Europese klimaatbeleid

Met de bestaande uitstootdoelen van 55% in 2030 en 100% in 2050, en die van 2040 er tussen in, komt de globale opwarming naar verwachting iets boven de 1,5 graad norm uit en dat mag niet. De uitstootreductie in 2040 moet dus worden verhoogd. De Klimaatraad stelt in haar advies een reductie in 2040 voor van tussen de 90 en de 95%. Dat betekent een aanzienlijke verscherping van het Europese klimaatbeleid: de EU zal het moment van klimaatneutraliteit zo’n 10 jaar naar voren moeten halen.

Voor de onderbouwing van de 90 en 95% heeft de Klimaatraad breed uitgepakt en op grote schaal gebruik gemaakt van zogeheten Integrated Assessment Models (IAM). Dat zijn complexe en omvangrijke computermodellen waarin niet alleen de natuurkunde van de opwarming van de aarde wordt meegenomen maar ook de toekomstige socio-economische ontwikkelingen. Dat betekent dat alles wat ook maar enigszins invloed zou kunnen hebben op de opwarming van de aarde in die modellen is verwerkt. Bijvoorbeeld de groei van de wereldbevolking en de verandering in de eetpatronen van die bevolking, om maar iets te noemen.

Uitstootscenario’s

Met behulp van die IAMs heeft de Klimaatraad voor de periode vanaf 2020 tot 2050 zo’n 1000 verschillende uitstootscenario’s gegenereerd. Van die 1000 scenario’s zijn er 36 die uitkomen op een opwarming in de buurt van de 1,5 graad. En in die 36 overblijvende scenario’s varieert de uitstootreductie in 2040 tussen de 90 en 95%.

De uitstoot in 2040 kan ook op een eenvoudiger en meer directe manier worden berekend met behulp van de koolstofbudget-methode. Gegeven het uitstootprofiel tussen 2020 en 2050 kun je exact uitrekenen wat de totale koolstofuitstoot in die periode zal zijn. De wereldwijde uitstoot in 2020 is 40 Gigaton CO2 en daarna volgt de uitstoot het mondiaal opgeschaalde Europese profiel.

Aan ieder niveau van opwarming is een mondiaal koolstofbudget gekoppeld, dat is de maximale hoeveelheid koolstof die mag worden uitgestoten om binnen een gekozen opwarmingsniveau te blijven. Het koolstofbudget vanaf 01-01-2020 voor een opwarming van 1,5 graad is 500 GigatonCO2 en voor een opwarming van 2 graad is het 1350 GigatonCO2. Zie Tabel 5.8 in het laatste IPCC-rapport (AR6).

Het resultaat van de koolstofbudget-methode is te zien in onderstaande grafiek. Op de verticale as staat de uitstoot als percentage van de uitstoot in 1990 en op de horizontale as de tijd van 2020 tot 2050. Het beginpunt in 2020 ligt op 66% conform de officieel gerapporteerde uitstootreductie in 2020 van 34%.

De grijze gestippelde lijn geeft het uitstootpad aan bij ongewijzigd beleid zonder een speciaal vastgesteld 2040 doel. In 2040 is de reductie dan 77,5%, het midden van de doelen in 2030 en 2040. De donkeroranje lijn is het uitstootpad dat tussen 2030 en 2050 moet worden gevolgd om de opwarming beperkt te houden tot 1,5 graad.

Bij ongewijzigd beleid (grijze streeplijn) wordt de opwarming 1,56 graad, 0,06 graad hoger dan de norm (4%). Om de 1,5 graad te halen (donkeroranje lijn) moet de uitstoot in 2040 worden teruggebracht naar 5%, een reductie van 95%, de bovengrens van het interval waar de Klimaatraad op uitkomt.

Wat te denken van het advies van de Klimaatraad? Als academische exercitie is er niet veel op aan te merken, zij het dat de Klimaatraad het wel nodeloos heel erg ingewikkeld heeft gemaakt. Maar waar de schoen echt wringt is dat de Klimaatraad, geheel in lijn met de Europese Klimaatwet, er van uitgaat dat de globale opwarming kan worden beperkt tot 1,5 graad. Dat is een fundamentele misvatting gebaseerd op inmiddels achterhaald inzicht. De 15 ‘vooraanstaande en excellente klimaatwetenschappers’ in de Klimaatraad zouden beter moeten weten.

1,5 graad opwarming is een kostbare illusie

De huidige opwarming bedraagt volgens de mondiale temperatuurreeksen al rond de 1,2 graad. Als de waargenomen trend in de laatste decennia zich doorzet zal de mondiale opwarming ergens tussen 2030 en 2035 de grens van 1,5 graad passeren. Het is hoogst onwaarschijnlijk dat die trend voor die tijd zal ombuigen. De grote uitstoters China en India hebben weliswaar aangekondigd op termijn de uitstoot terug te willen brengen naar nul (China in 2060 en India in 2070) maar dat zal pas effect sorteren na het midden van deze eeuw. De 1,5 graad is een kostbare illusie gecreëerd door onvervalst politiek wensdenken.

Met het omarmen van de illusoire 1,5 graad heeft de Klimaatraad zich opgesteld als een lakei van de zittende EU-macht. Van een onafhankelijk, wetenschappelijk adviesorgaan mag meer worden verwacht.

Jacques Hagoort schrijft voor Wynia’s Week over energiebeleid

Wynia’s Week houdt de merkwaardige bewegingen van het Nederlandse klimaat- en energiebeleid scherp in de gaten. Wilt u deze broodnodige berichtgeving als donateur mede mogelijk maken? Heel graag! Hartelijk dank!