Frans Timmermans stort de jeugd in een klimaatdepressie

klimaat
Frans Timmermans, Europees klimaatcommissaris.

Extreem weer voorspelt het laatste IPCC-rapport. De zeespiegel stijgt, gebieden drogen uit. De toekomst is geen lolletje, zoveel is duidelijk. Na mij de zondvloed, denken volwassenen wellicht. Jongeren daarentegen kunnen zich deze lankmoedigheid niet permitteren en dat blijkt. Ze maken zich meer zorgen dan hun ouders en grootouders, schreef het Nederlands Jeugdinstituut.

Het blijft niet bij die kale constatering. Onlangs publiceerde het NJ een notitie voor ouders – een essay volgens eigen zeggen. Het gaat in op de vraag hoe we kinderen een kansrijk toekomstperspectief kunnen bieden. Door hoop te stellen tegenover de ‘dreiging, somberheid en apocalyptische beelden’.

Echt concreet willen de aanbevelingen niet worden, wat jammer is gezien de urgentie van het vraagstuk. Eigen aan de jeugd is dat zij de hemel willen bestormen, grootse plannen hebben en ambities koesteren. Zo hoort het althans te gaan. De jongste generatie blijkt een tobbende generatie. Kinderen hebben stress, sommigen kunnen zelfs niet meer slapen van de zorgen.

Geen roze bril

De jeugd maakt zich meer zorgen dan haar ouders en grootouders. Neem het jongeren eens kwalijk. De media tonen niet alleen rampspoed, daar komt nog eens bovenop dat onze beleidsmakers de jongste generatie de put in praat. Ze lijken de belangrijke les van Karl Popper vergeten. We hebben de plicht tot optimisme, zei de wetenschapsfilosoof in gesprek met Der Spiegel. Uit Den Haag noch Brussel klinken opbeurende geluiden.

Niet dat politici de roze zonnebril op moeten te zetten zodat de wereld er rooskleurig uitziet. Optimisme tegen de klippen op redt de jeugd evenmin als wanneer een dogmatisch pessimisme de grondtoon zet. Deze uitersten zijn als Scylla en Charybdis: de kunst is om smalle doorgang ertussen te vinden.

Hoe moet dat?

Herdenkingsdag voor klimaatslachtoffers

Eerst een voorbeeld van hoe het niet moet, dat zo veelbetekenend is omdat het komt van eurocommissaris Frans Timmermans. Onlangs was deze architect van de Green Deal van de EU in Praag. In gezelschap van de 27 EU-milieuministers, die informeel bijeen waren in de Tsjechische hoofdstad, opperde hij om een jaarlijkse herdenkingsdag in te stellen. Een jaar na de verwoestende overstromingen die in België en Duitsland is het ‘tijd om meer aandacht te besteden aan klimaatslachtoffers’.

Weer die toon van rouw en boetedoening. Voor de jeugd, toch al in mineur, is het te hopen dat deze dag uitblijft. Het getob zal er verder door toenemen. Behalve onwenselijk is de sombere toon onnodig. Ze berust niet op data. Die blijven onderbelicht, de nadruk ligt nu op anekdotes en verhalen. Dat is begrijpelijk gezien hun retorische kracht.

We blijven nog even bij het pleidooi van Timmermans omdat dit laat zien hoe verleidelijk het frame van de doem is. En hoe moeizaam dat van de hoop zich laat verkopen.

‘Dat breekt je hart’

Maak het persoonlijk en je boodschap komt harder aan. Sinds oktober 2104, toen hij als PvdA-minister van Buitenlandse Zaken speechte in de VN-Veiligheidsraad over de MH17, weten we dat hij deze les uit de retorica ter harte heeft genomen. ‘Hoe verschrikkelijk moeten de laatste momenten van hun levens [van de inzittenden, SV] zijn geweest, toen ze wisten dat het vliegtuig neerstortte. Hebben ze de hand van hun geliefde vastgepakt, hebben ze hun kinderen dicht tegen zich aan gehouden, hebben ze elkaar in de ogen gekeken, een laatste keer, in een vaarwel zonder woorden? We zullen het nooit weten.’

Op vergelijkbare manier probeert hij urgentie te kweken voor het klimaat. Klimaatverandering. Het komt dichtbij, zei hij in een gesproken boodschap op Twitter, als je slachtoffers persoonlijk kent. Eén van hen was de 15-jarige dochter van een Commissie-collega die vorig jaar omkwam bij een zomerkamp in de Ardennen. ’Wij vierden net de 16de verjaardag van onze dochter. Zij zal die nooit meemaken. Dat breekt je hart.’

Daar twijfelt niemand aan. Alleen biedt hartzeer een twijfelachtig richtsnoer voor beleidsmakers. Zo laten ze zich makkelijk meeslepen door de slachtoffers van de overstromingen in België en Duitsland. Ruim 220. Of sléchts 220? Dat laatste, lijkt de verrassende conclusie. Daartoe moeten we de cijfers in historische perspectief plaatsen.

Minder klimaatdoden, niet meer

We komen van ver, blijkt als teruggaan in de tijd. ‘Nergens kun je de problemen die klimaatverandering veroorzaakt zo goed meten als aan de dodelijke slachtoffers van extreem weer,’ schrijft Ralf Bodelier in Lang leve de mens (2022).

Welnu, in de jaren ’20 van de vorige eeuw lag dat aantal op zo’n 450 000 per jaar. 1932 was een rampjaar met wereldwijd vijf miljoen doden. En nu? Gezien de toon van de berichtgeving verwacht je sombere statistieken. Het omgekeerde blijkt het geval. In de jaren ’10 van deze eeuw daalde het aantal tot 50 000 doden. Vorig jaar stierven minder dan 10 000 mensen als gevolg van extreem weer.

Waaronder dus die ruim 220 slachtoffers in België en Duitsland. Ze worden aangehaald om het gevoel van urgentie te vergroten: zie hoe keihard de klimaatverandering ons treft! Terwijl ze laten zien hoe goed we de gevolgen van extreem weten te minimaliseren. Nog een spectaculair feit om dit te illustreren: de kans dat iemand sterft aan het klimaat is ongeveer 50 keer kleiner dan een eeuw terug.

Dat is even wennen, gewend als we zijn aan alle doem en waarschuwingen. De klimaatslachtoffers blijken, in weerwil van het heersende frame, de personages in een hoopvol verhaal. 

De ingenieurs van morgen

Dijken bouwen doen we al eeuwen. Maar de gereedschapskist raakte steeds voller, huizen krijgen centrale verwarming (tegen de vrieskou) en airconditioning (tegen de hitte). We zullen ons niet zo snel meer laten verrassen door een allesverwoestende tsunami, zoals in 2004. Niet omdat supergolven zich nooit meer voordoen. Wel omdat er inmiddels geavanceerde alarmsystemen bestaan om ons te tijdig te waarschuwen voor als er een ramp nadert.

Deze prestaties kwamen tot stand door de ingenieurs van gisteren. Voor de nieuwe hebben we de knappe koppen van morgen nodig. Dan moeten die er wel komen. Daar hebben we dubbel profijt van, om meerdere redenen. Allereerst omdat hun innovaties ons beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. En omdat het de jeugd opmontert. Machteloosheid maakt somber, maar dat sentiment blijkt nergens voor nodig. We zijn niet gedoemd tot lijdzaamheid.

Kan iemand onze kinderen dát verhaal eens vertellen in plaats te filosoferen over een speciale herdenking? Op deze manier schiet de gedachte wortel dát er iets te herdenken valt. Een misplaatste suggestie. Jongeren moeten niet rouwen, maar bouwen.

Wynia’s Week presenteert 104 keer per jaar verrassend nieuws en verrijkende inzichten. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!