Had (ook) Duitsland zich beter moeten voorbereiden op een pandemie?

duitse-ministerie-van-volksgezondheid
De Duitse minister van Volksgezondheid, Jens Spahn (CDU), hier op ziekenhuisbezoek, is onzichtbaar in de Duitse talkshows, die vooral politici van de SPD en de Groenen naar voren schuiven.

In Nederland vinden we dat Duitsland de zaakjes in deze coronacrisis veel beter op orde heeft dan wij – denk alleen al aan de tientallen Nederlanders die nog altijd op Duitse IC-afdelingen verpleegd worden. Maar de Duitse artsenbond IG Med heeft harde kritiek op de wijze waarop de overheid zich had voorbereid op een mogelijke pandemie. De overeenkomsten met Nederland zijn treffend.  Minister van Volksgezondheid Jens Spahn en zijn voorgangers krijgen de volle laag. Willy Hemelrijk vertaalde dit artikel van Josef Kraus, dat eerder verscheen op Tichys Einblick.

Wie is er in Duitsland eigenlijk verantwoordelijk voor het gezondheidsbeleid? Op persconferenties zien we bondskanselier Angela Merkel, de Beierse minister-president Markus Söder, burgemeester Peter Tschentscher van Hamburg en Lothar Wieler, directeur van de Duitse RIVM. In de talkshows schuift naast Söder ook Armin Laschet aan, minister-president van Noordrijn-Westfalen, en verder politici als Christian Lindner, voorzitter van de liberale FDP. Jens Spahn is de verantwoordelijke minister, maar die komt zelden in beeld.

Nee, dan Karl Lauterbach, socialistisch parlementariër. Die speelt nu de expert op gezondheidsterrein en gaat tekeer tegen iedereen die kritiek heeft. Hij mag overal over meepraten, ook al zijn zijn uitlatingen vaak dubieus. Het is een comfortabele positie: Lauterbach draagt geen verantwoordelijkheid en kan telkens soepel van standpunt veranderen zonder dat iemand daarover valt. Niemand heeft hem ooit gevraagd hoe dat zat met zijn oproep in juli 2019 om  meer dan de helft van alle ziekenhuizen te sluiten. Nu scoort hij door meer geld te eisen van het verplegend personeel van wie hij vorig jaar de banen nog wilde schrappen.

Spahn, de onzichtbare

En ondertussen is Spahn, toch de minister van Volksgezondheid, bijna onzichtbaar. Hij ligt niet goed bij de talkshow-redacteuren, want die hebben alleen oog voor de SPD en de Groenen, en die willen hem bovendien niet steunen in zijn pogingen om hogerop te komen in de CDU-leiding. Dus heeft hij alleen een podium in de Bondsdag. En daar is tegenwoordig weinig belangstelling voor. 

Gegronde kritiek is er toch gekomen, en wel van IG Med, een belangenvereniging van medici. Zeven pagina’s met zakelijke, vlijmscherpe kritiek heeft de vereniging afgeleverd bij Merkels kanselarij. IG Med is een soort vakbond voor artsen met een eigen praktijk – een bond die zich laat inspireren door de middeleeuwse bond van vrije arbeiders in de mijnbouw. Ze levert kritiek op het gezondheidsbeleid en op allerlei verplichtingen, zoals het verplichte lidmaatschap van een vereniging voor ziekenfondsartsen; IG Med ligt altijd overhoop met Jens Spahn.

Niet alles wat er in de brief aan omissies en fouten van het Ministerie van Volksgezondheid te berde wordt gebracht, is nieuw of kan Spahn worden aangerekend. Veel is te wijten aan zijn voorgangers. Het gaat dan bijvoorbeeld om het gebrek aan ontsmettingsmiddelen,  de omstandigheden in ziekenhuizen en dokterspraktijken, en het plan van de Bondsdag uit 2012 voor de aanpak van een pandemie.

Maar al met al velt de zeven pagina’s tellende analyse van IG Med toch een vernietigend oordeel over de minister van Volksgezondheid en zijn ministerie, en ook over de leidende rol van de kanselier, die hier blijkbaar niet uit de verf is gekomen.

Een paar opvallende passages uit de brief:

‘Wij hebben de stellige indruk dat de manier waarop het Ministerie van Volksgezondheid is omgegaan met de Corona-crisis 2019/2020, niet alleen in het verleden, maar in de concrete ontstaansfase, in de alarm- en risicofase, verwijtbaar ontoereikend is geweest. Deze beschuldigingen treffen tijdens zijn ambtsperiode natuurlijk vooral minister Jens Spahn persoonlijk.’

Na de wereldwijde uitbraak van het H5N1-virus in 1996 en een richtlijn van de Wereldgezondheidsorganisatie werd in 2005 ook in Duitsland een nationaal pandemisch plan opgesteld. In 2002/2003 waren er ‘kleinere’ uitbraken zoals de SARS-1-pandemie met in totaal wereldwijd 1000 doden, in 2012-2014 de MERS-pandemie met ongeveer 500 besmettingsgevallen en 145 doden, sinds 2005 uitbraken van influenza A zoals vogelgriep (H5N1) met telkens plaatselijke uitbraken, in 2009/2010 de Mexicaanse griep (H1N1) en in 2017/18 een griepseizoen met de hoogste sterftecijfers van de afgelopen 30 jaar. Daarom, aldus IG Med, moet men zich sinds de zomer van 2018 bewust zijn geweest van de gevaren die de pandemische ontwikkeling van een influenza- en/of coronavirusinfectie kan opleveren.

‘De aanbevelingen die voortvloeien uit de verdere gedetailleerde risicoanalyse van de “Pandemie veroorzaakt door Virus Modi-SARS” werden genegeerd.’

‘Sinds aanvulling van de voorraden beschermingsmateriaal voor medische noodsituaties in de jaren negentig werd stopgezet, heeft onderzoek naar de behoefte aan persoonlijke beschermingsmiddelen voor overheidsfunctionarissen, voor de poliklinische zorg en voor de hulpdiensten helemaal niet meer plaatsgevonden en is er geen sprake meer van  een op die behoefte afgestemde levering van zulk materiaal. Zelfs bestaand materiaal werd na de vervaldatum niet vervangen.’

‘In 2007 werd een nationale crisisoefening gehouden, Lükex 2007. Het officiële evaluatierapport toonde al aanzienlijke tekortkomingen aan bij het bepalen van de behoefte aan persoonlijke beschermingsmiddelen. Er had ook een voorraad medicijnen kunnen en moeten worden aangelegd.’

‘De WHO riep de crisis uit tot pandemie, maar mede op basis van de verklaringen van de minister van Volksgezondheid, is er in Duitsland duidelijk sprake geweest van onjuiste risico-inschatting, waardoor de noodzakelijke maatregelen vertraging opliepen.’

‘Het carnaval van Venetië werd op 23 februari 2020 voortijdig afgelast, terwijl er in Duitsland nog steeds onvoldoende maatregelen waren genomen om de internationale gezondheidscrisis (PHEIC = Public Health Emergency of International Concern) die al meer dan drie weken bestond, in te dammen. Er werd geen verbod op grote carnavalsevenementen overwogen, en ook geen reisbeperking tijdens de voorjaarsvakantie.’

‘Hieruit kan redelijkerwijs maar één conclusie worden getrokken: het Robert Koch Instituut (het Duitse RIVM), dat de federale regering adviseert, en vooral het Federale Ministerie van Volksgezondheid zelf, hebben tot ver na de PHEIC-verklaring de mogelijke risico’s van de coronapandemie op onverantwoorde wijze onderschat.’

Dat heeft tot een substantiële vertraging van de vereiste maatregelen geleid met enorme schade tot gevolg.

Het Robert Koch Instituut had het risiconiveau pas na lang aarzelen aangepast. Op 25 februari 2020 werd het risico op een pandemie als matig beoordeeld. Deze beoordeling werd pas op 30 maart 2020 (dus pas drie weken nadat de WHO de pandemie had uitgeroepen) gecorrigeerd tot “hoog”.’

‘Samenvattend kan worden gesteld dat het Ministerie van Volksgezondheid en de Minister van Volksgezondheid zich onvoldoende hebben voorbereid op de dreigende pandemie die momenteel plaatsvindt. Dit heeft geresulteerd in vermijdbare en verwijtbare nalatigheid. Daardoor zijn medisch personeel, de gezondheidszorg als geheel en dus ook de getroffen patiënten en indirect de hele bevolking in gevaar gebracht.’

Tekorten en misverstanden

LÜKEX 2007 was een ‘nationale oefening op strategisch niveau voor onder andere politieke besluitvormers. Het thema van de oefening was een ‘grieppandemie waarbij voor een middelgroot pandemisch scenario werd gekozen.’ Het kwam erop neer dat de regering in november 2007 speelde dat er een supergriep was uitgebroken met 27 miljoen patiënten en meer dan 100.000 doden.

Interessant in het verslag van deze oefening uit 2007, maar snel in de vergetelheid geraakt, zijn de analyses van de tekorten: er is sprake van ‘zwakke punten’, ‘tekorten’ en ‘misverstanden’. Daarom konden de crisisteams soms geen ‘toekomstgerichte strategische beslissingen’ nemen. Dreigende scenario’s werden ‘gedeeltelijk onderschat’. 

Het rapport klaagde dat ‘instrumenten en gegevens’ ontbraken om de behoefte aan antibiotica of antivirale middelen realistisch te beoordelen. Bovendien hebben de federale regering en de deelstaatregeringen allerlei zaken niet goed afgesproken, bijvoorbeeld of scholen moeten worden gesloten. 

Maar ach, je kunt Jens Spahn (CDU, minister vanaf maart 2018) niet al die fouten in de schoenen schuiven. Laten we zijn voorgangers dan in ieder geval even noemen: Horst Seehofer (CSU, 1992 – 1998), Andrea Fischer (SPD, 1998 – 2001), Ulla Schmidt (SPD, 2001 – 2009), Philipp Rösler (FDP, 2009 – 2011), Daniel Bahr (2011-2013), Hermann Gröhe (CDU, 2013-2018).

Maar iemand, de regeringsleider incluis, moet toch eindelijk de politieke verantwoordelijkheid op zich nemen.