Heeft schuld een kleur?

wekker
Schrijvers over ‘witte schuldigheid’: Gloria Wekker (links) en Anousha Nzume.

Een vast thema in het social justice-denken is het idee dat ‘witte’ mensen zich rekenschap moeten geven van eeuwen van onderdrukking en kolonisering van ‘gekleurde’ mensen. In Nederland hameren publicisten als Anousha Nzume en politieke partij BIJ1 op dit aambeeld – en niet zonder succes.

Het idee gaat terug tot de Amerikaanse zwarte schrijver James Baldwin die in 1965 The White Man’s Guilt schreef over witte schuld en over het onvermogen van progressieve blanke Amerikanen hun eigen racisme onder ogen te zien.  Ook publiciste Gloria Wekker hekelt de neiging van linkse blanken om onder hun schuldigheid uit te komen.

Erfzonde

Politici als toenmalig minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven (D66) raakten de afgelopen jaren overtuigd dat Nederland meer aandacht moest besteden aan de zwarte bladzijden uit zijn geschiedenis. ‘Een Tikkie voor institutioneel racisme’ kopte de Groene Amsterdammer in 2020. ‘Tegen de achtergrond van wereldwijde antiracismeprotesten worden mensen van kleur overspoeld met spijtbetuigingen van oude bekenden’. De Correspondent prentte zijn lezers op 20 juni 2020 in dat we als Nederlanders ‘Onze welvaart deels danken aan het plunderen en koloniseren van andere landen’. Is het koloniale verleden de nieuwe erfzonde?

Gekrakeel over Mauritshuis

Arjen Schreuder beschrijft in NRC van 23 januari 2018 hoe het weghalen van een buste van Johan Maurits van Nassau, naamgever van het Mauritshuis in Den Haag, leidde tot politiek gekrakeel. Maurits zou fout zijn wegens zijn rol in de slavenhandel in Brazilië in de 17e eeuw en het museum zou zijn gezwicht voor druk van activisten . Anousha Nzume had zich in 2017 in haar boek ‘Hallo Witte Mensen’ al boos gemaakt over de ‘heldenverering’ van Johan Maurits in het Mauritshuis, waar men bovendien nog de term ‘slaven’ in plaats van ‘slaafgemaakten’ gebruikte.

Premier Mark Rutte noemde het bij radioprogramma Met het Oog op Morgen ‘een gekke stap’ en vroeg zich af waarom het museum, dat naast zijn werkplek in het Torentje aan het Binnenhof ligt, dan zijn naam niet veranderde. NRC smaalde in het hoofdredactioneel commentaar van 23 januari 2018 dat Rutte zich hiermee aansloot bij ‘gezondverstandkrant’ De Telegraaf dat het Mauritshuis een ‘beeldenstorm’ verweet.

Directrice Emilie Gordenker kwam in het televisieprogramma Buitenhof uitleggen dat de buste niet was verwijderd maar vervangen door een expositie over Maurits waarin zowel de goede als de slechte kanten van de man zijn belicht. Gordenker meende dat de discussie op scherp was komen te staan onder invloed van discussie over scholen zoals de J.P Coenschool in Amsterdam-Oost – naar eigen zeggen ‘een multiculturele school in een bijzondere buurt met visie en uitstraling van tolerantie en verscheidenheid’ – die aankondigde van naam te willen veranderen vanwege het koloniale verleden van de naamgever.

VOC-mentaliteit

Nu waren er geen actiegroepen voor nodig om in Nederland discussie los te maken over het koloniale verleden. Progressief Nederland geneert zich al sinds de jaren zeventig voor het Nederlandse koloniale verleden. Op 7 maart 2012 stelde Chris van der Heijden in de Groene Amsterdammer ‘De Zwarte Canon van de Nederlandse geschiedenis’ op. Van der Heide noemde daarin zowel de slavernij en de ‘politionele acties’ in Nederlands-Indië als Srebrenica, Nederlands antisemitisme en wangedrag van de Oranjes.

Van der Heijden haalt aan hoe premier Balkenende tijdens de algemene beschouwingen van 2006 in een debat uitriep: ‘Ik begrijp niet waarom u hier zo negatief en vervelend over doet. Laten we blij zijn met elkaar! Laten wij optimistisch zijn! Laten we zeggen: Nederland kan het weer! Die VOC-mentaliteit, over grenzen heen kijken, dynamiek! Toch?’ Een deel van de Kamer trakteerde Balkenende op luid hoongelach.

Schuldbewustheid wekt nog meer boosheid op

In 2019 schreef burgemeester van Amsterdam Femke Halsema in het voorwoord van het boek Sociëteit van Suriname van slavernijhistoricus Karwan Fatah Black het volgende: ‘Met open ogen naar de geschiedenis kijken en de doorwerking ervan onderzoeken zijn de basis voor het bestrijden van racisme en discriminatie die in Amsterdam nog te vaak voorkomen.’

Schuldbewuste politici als Van Engelshoven en Halsema ten spijt is het zelden genoeg voor de antiracistische activisten. BIJ1-activist Sander Philipse ageerde op website One World dat in een uitzending van televisieprogramma Buitenhof in 2017 over de zwarte bladzijden uit de Nederlandse geschiedenis uitsluitend ‘witte mensen’ aanschoven, zoals wederom Femke Halsema en directeur Taco Dibbets van het Rijksmuseum (volgens Philipse ‘een instituut dat is gebouwd op de resultaten van onze historische uitbuiting van mensen van kleur’).

De uitzending van Buitenhof kwam volgens deze Philipse neer op ‘een Nederlands Wir haben es nicht gewußt’ van mensen die ‘heel hard schreeuwen dat ze vooral niet schuldig zijn, en hun voorouders ook niet’. Ook schrijver Arnon Grunberg kreeg onder uit de zak  omdat hij op 2 december 2017 op de voorpagina van De Volkskrant had geschreven dat ‘gegoochel met collectieve identiteiten en begrippen als onschuld en daarmee medeplichtigheid en schuld’ gevaarlijke kanten hebben.

Onderdrukkende huidskleur

Anousha Nzume schrijft in haar pamflet Hallo Witte Mensen dat ‘witheid een systeem is dat verbonden is aan een huidskleur, aan een cultuur, aan een perspectief, aan een systeem van macht’. Op basis van zijn of haar huidskleur is de blanke Nederlander medeverantwoordelijk voor dat systeem, ‘op basis waarvan Europa de rest van de wereld heeft gekoloniseerd’.

De dominante positie van witte mensen in onze maatschappij – getalsmatig én in belangrijke maatschappelijke posities – zouden maken dat ‘witte’ mensen blind zijn voor de ‘lived reality’ van mensen van kleur. Nederlanders zien hun eigen ‘witte privilege’ niet en vertonen ‘witte kwetsbaarheid’ zodra de gekleurde Nederlander kritiek levert.

Nzume somt het nodige huiswerk op waarmee de ‘witte’ Nederlander zichzelf moet bijscholen (‘educate yourself’). Van de Impliciete Associatie Test tot het bekijken van de documentaire Wit is ook een kleur. Racisme als probleem van witte mensen van Sunny Bergman.

Zelf-flagellatie over witte schuld..

Bergman kwam Wit is ook een kleur in eigen persoon aanprijzen bij De Wereld Draait Door en ging in op negatieve en haatdragende reacties die ze had gekregen op haar activisme, onder andere van een kinderpsycholoog uit de provincie waarmee Bergman een geagiteerd telefoongesprek had gevoerd en opgenomen.

Presentator Matthijs van Nieuwkerk haalde opzichtig zijn neus op voor dergelijke ongeciviliseerde onverlaten. De kijker kreeg een duidelijke boodschap mee: racisme was in Nederland een groot probleem. Uiteraard niet binnen de kringen van blanke BNNVARA-presentatoren maar elders, bij Nederlanders die hun ‘witte privilege’ nog niet hadden ‘gecheckt’ en waar je als BBNVARA-kijker niet bij moest willen horen.

 …en wijzen naar anderen

Na een aantal demonstraties tegen racisme in 2020 in onder andere Amsterdam en Rotterdam kwam binnen politieke partijen als D66, GroenLinks en PvdA de opvatting in een stroomversnelling dat Nederland voor ‘mensen van kleur’ een onveilige omgeving is waar de politie discrimineert en ‘witte’ werkgevers racistisch denken. Soms dragen politici van deze partijen de Toeslagen-affaire aan als bewijs.

Die affaire – waarin daadwerkelijk aantoonbaar discriminerende praktijken plaatsvonden – is nu juist ontstaan onder verantwoordelijkheid van ministers als Lodewijk Asscher (PvdA), Wouter Koolmees (D66) en een keur aan VVD-kopstukken waaronder premier Mark Rutte, terwijl GroenLinks in de Tweede Kamer altijd vóór alle wetgeving stemde. Kortom, politici van de regerende partijen beschuldigen hier zichzelf.

Schuld of onschuld

Gloria Wekker schrijft in haar boek Witte Onschuld. Paradoxen van kolonialisme en ras dat juist mensen uit de progressieve bovenlaag van Nederland weigeren in te zien hoezeer ze zelf racistische (denk-)beelden koesteren. Ze noemt als voorbeeld een opiniestuk van Volkskrant-journalist Sander van Walsum met een poging tot zelfreflectie over racisme. Van Walsum toonde volgens Wekker ‘een diep gebrek aan empathie’ omdat hij zijn artikel liet verschijnen op 1 juli 2016. Ook zou hij emotioneel gehecht zijn aan een Nederland met een nationale Dodenherdenking waarbij alleen witte kinderen kransen leggen.  

‘Progressieve weldenkende witte mensen’ schrijven volgens Wekker ‘ontoelaatbaar racistisch gedrag’ zoals online scheldpartijen richting Sylvana Simons exclusief toe aan lager opgeleide Nederlanders. Wekker wil dat alle ‘witte’ Nederlanders de ‘witte onschuld’ – de racistische denkbeelden in zichzelf – erkennen. Ze laveert behendig om het woord ‘schuld’ heen door het steeds om te draaien naar ‘onschuld’. Tegelijk verwijt ze Van Walsum ‘dat hij zich niet schuldig kan voelen’.

Over schuld beginnen en weglopen

Slavernijhistoricus Karwan Fatah Black zei in een interview op 4 januari 2022 met Tayfun Balcik – waarmee hij samen actief was bij de trotskistische Internationale Socialisten – van webmagazine De Kanttekening: “‘We zijn onschuldig’ is een vreemde reactie.’ Fatah Black beklaagde zich in De Correspondent dat ‘gevestigde journalisten, columnisten, museumdirecteuren en politici de slavernij een gevoelig onderwerp  blijven noemen, en omzichtig blijven herhalen dat niemand zich schuldig hoeft te voelen’.

Kortom, de zegslieden van de Nederlandse woke beweging spreken continu van schuld, maar zijn altijd ambigu. Het zou niet gaan om individuele schuldtoewijzing aan witte Nederlanders, maar om besef van de oneerlijkheid van ‘het systeem’. De ‘witte’ Nederlander roept ten onrechte dat hem schuld wordt aangewreven, maar mag zich van de woke antiracisten ook niet onschuldig voelen.

Vermeend taboe in het onderwijs

Barryl Biekman, voorzitter van het Landelijk Platform Slavernijverleden, beweerde ooit dat in het Nederlandse onderwijs de slavernij niet of nauwelijks werd behandeld. Maar hoe kan het dan dat Nederlanders van alle leeftijden bekend zijn met het slavernijverleden?  

Elma Drayer beschrijft in Witte Schuld. Over identiteitspolitiek uit 2019 dat het Historisch Nieuwsblad in 2008 én in 2018 de kennis van Nederlanders van de eigen geschiedenis heeft onderzocht. In antwoord op de vraag waarvoor ze zich schaamden noemden de respondenten het vaakst het koloniale verleden en de slavernij. Ook overschatten de meeste respondenten het aandeel van Nederland in de trans-Atlantische slavernij.

Neiging koloniale verleden van Nederland groter te maken

Die overschatting van de rol van Nederland in de wereldgeschiedenis zien we ook bij Gloria Wekker, volgens wie ‘het best bewaarde geheim in Nederland is dat we een enórm imperium hebben gehad, gebaseerd op kolonialisme en slavernij’.

Ook het boek Roofstaat. Wat iedere Nederlander moet weten van Ewald Vervugt uit 2015 hanteert de overtreffende trap om wandaden van Nederland door de jaren heen te beschrijven. Beide publicisten cultiveren het beeld van Nederland als imperiale ‘metropool’ die rijk werd van uitbuiting op wereldschaal.

Manipuleren

Een aantal antiracisten gedraagt zich als een passief-agressieve partner die bij degene met hij samenwoont schuldgevoelens aanwakkert om zijn zin te krijgen. Als het doelwit zegt zich ongemakkelijk te voelen gooien de antiracisten hun verhaal 180 graden om: ‘Wie heeft gezegd dat je schuldgevoel moest hebben, dat schuldgevoel komt uit jezelf. Zie je wel dat wij gelijk hebben!’.

De functie van het ‘huiswerk’ dat publicisten als Nzume proberen uit te delen is om continu het schuldgevoel te bespelen en geduldig af te wachten totdat het doelwit zichzelf heeft overtuigd van de verplichting de aflaat voor de zonde te betalen.

Niet meer terug kunnen

Helen Pluckrose en James Lindsay beschrijven deze dynamiek in Cynical Theories : wie eenmaal toegeeft aan de basisprincipes van het social justice denken kan niet meer terug. ‘Having accepted the Social Justice idea that the only possible way not to be complicit in racism is to accept the charge and take on an endless amount of antiracism work’. Pluckrose en Lindsay geven het voorbeeld van Evergreen College in de Verenigde Staten waar de progressieve decaan – die braaf meeging in de eisen van woke studenten – uiteindelijk door hen werd uitgejouwd, geïntimideerd en opgesloten.

Wie het Nederlandse verleden kan framen met schuld en boete over onderdrukking en uitbuiting – van andere werelddelen, van mensen van kleur – wint aan aandacht voor de eigen agenda in het heden. In het Rijksmuseum vermeldde in 2021 een bordje dat Willem van Oranje zich nog niet aan slavernij bezondigde maar dat Nederland – eigenlijk: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden – dat zo’n dertig jaar na zijn dood wel ging doen. Wie Willem van Oranje het etiket kan opplakken van geestelijk vader van de Nederlandse VOC-mentaliteit maakt hem tot in het heden verantwoordelijk voor de witte (on)schuld.

Buigzame bestuurders

De Amerikaans-Nederlandse historicus James Kennedy – auteur van Nieuw Babylon in aanbouw. Nederland in de jaren zestig uit 1995 – stelde al vast dat Nederlandse bestuurders steeds meebuigen met protestbewegingen. Het is een observatie die volop actueel is. Politici en bestuurders van progressieve partijen zitten in hun maag met het koloniale verleden – of doen het in elk geval zo voorkomen – en maken graag publieke gestes om de boel te pacificeren: universiteitsbesturen die diversity officers aanstellen, museumdirecteuren die het levensverhaal van een zwarte figurant op een beroemd schilderij laten onderzoeken en optekenen, wethouders die hun gemeenteambtenaren op cursus sturen om hun witte privilege te onderzoeken.

Eindpunt nog niet in zicht

In een reeks uitzendingen die radioprogramma Met het oog op Morgen in 2016 besteedde aan het onderwerp racisme kreeg Gloria Wekker van journalist Syp Wynia de vraag gesteld of het op enig moment mogelijk was dat Nederlanders van hun witte schuld af zouden kunnen komen. Wekker praatte om de vraag heen, zei dat het ging om ‘hele complexe materie, waar macht aan te pas kwam’ en vond dat ‘ook heel Hollands, zo’n kwestie maar even op te willen lossen’. Uiteindelijk zei Wekker tegen presentatrice Mieke van de Weij: ‘Ik kan het wel, maar wil het niet’. Absolutie van de witte erfzonde is onmogelijk.

Coen de Jong is de auteur van het boek Dwingeland, Orwell in de polder. Hij bereidt nu een boek voor over hoe de wokebeweging greep kreeg op Nederland.

Wynia’s Week zorgt twee keer in de week voor verrassend nieuws en verrijkende inzichten. De donateurs maken dat mogelijk. Van harte welkom! Doneren kan HIER.