Het naar Nederland terughalen van IS-terroristen is een nachtmerrie voor hun slachtoffers en een groot gevaar voor onze veiligheid

strijders-2
IS-terroristen in Egypte. Foto: Wikipedia.

Moeten Nederlandse mannen die zich hebben aangesloten bij de terreurbeweging Islamitische Staat (IS) worden teruggehaald om hier te worden berecht? De VVD’ers Margretha du Carmo Krabbe, Anouschka Agob en Paul Slettenhaar* vinden het een levensgevaarlijk idee.

Laten we allereerst de realiteit onder ogen zien. Deze mannen zijn vrijwillig naar conflictgebieden afgereisd om mee te vechten voor een zaak die indruist tegen zo ongeveer alle fundamentele waarden van onze samenleving. Ze zijn naar een ander land afgereisd om zich daar vrijwillig aan te sluiten bij een terroristische organisatie die verantwoordelijk is voor vreselijke gruweldaden.

Er is geen enkele garantie dat ze hun extremistische overtuigingen zullen afzweren, zelfs als ze beweren hun leven te willen beteren is het nog onmogelijk om de oprechtheid van dergelijke verklaringen en achterliggende intenties te beoordelen.

Het zal moeilijk worden voldoende bewijs te verzamelen

Het internationaal recht wordt in deze discussie als argument gebruikt om onze Nederlandse burgers terug te halen. Omdat Nederlandse burgers verantwoordelijk moeten worden gehouden voor de misdaden die zij hebben begaan. Hoewel het belangrijk is dat Nederland voldoet aan haar verplichtingen onder het internationaal recht, neemt het berechten in Nederland in dit specifieke geval aanzienlijke veiligheidsrisico’s met zich mee.

Het terughalen van deze mannen garandeert niet dat ze adequaat zullen worden berecht, en het terughalen kan hierdoor juist leiden tot straffeloosheid. En in hoeverre is bijvoorbeeld het voorkomen van statenloosheid aan de orde wanneer mensen een dubbele nationaliteit bezitten? Wat weegt zwaarder als het gaat over verantwoordelijkheid en veiligheid?

Bovendien is het komen tot een berechting van de misdaden van deze IS-mannen een enorme juridische uitdaging. Het verzamelen van voldoende bewijs voor misdaden begaan in conflictgebieden is buitengewoon moeilijk en er is een groot risico dat ze vrijuit gaan vanwege gebrek aan bewijs. Als deze mannen wel berecht worden, bestaat het gevaar dat ze in gevangenschap verder zullen radicaliseren en hun medegevangenen kunnen beïnvloeden, wat kan resulteren in het vormen van nieuwe terroristische netwerken binnen onze gevangenissen.

Ook bestaat het risico dat ze, eenmaal vrijgelaten, steun zullen krijgen van gelijkgestemden, waardoor het gevaar voor terroristische activiteiten toeneemt na vrijlating.

Sommigen pleiten voor rehabilitatie, in de hoop dat intensieve begeleiding deze mannen zal de-radicaliseren zodat ze opnieuw kunnen integreren in de samenleving. Hoewel dit een nobel doel is, moeten we realistisch blijven en ons niet laten leiden door idealisme. Het monitoren en begeleiden van teruggekeerde uitreizigers is erg ingewikkeld en het vereist aanzienlijke kosten en inspanningen om hun activiteiten en contacten bij te houden.

We moeten niet vergeten dat deze mannen hoogst waarschijnlijk een training hebben gehad in terrorisme en het gebruik van extreem geweld vaak onbewust genormaliseerd hebben. Het zal jaren van intensieve rehabilitatie en monitoring vergen en zelfs dan zullen we er nog niet 100 procent op kunnen vertrouwen dat deze mannen geen bedreiging meer vormen voor onze samenleving. De veiligheid van onze samenleving en onze burgers moet ten alle tijden voorop blijven staan.

Christenen en yezidi’s zijn massaal gevlucht

Voor de slachtoffers van IS, die zijn vermoord of gevlucht, moet het terughalen van IS-mannen naar Nederland of andere westerse landen waar ze nu wonen een ware nachtmerrie zijn. Onder Saddam Hoessein leefden er 1,5 miljoen christenen en 250.000 yezidi’s in Irak. Na de inval van de Verenigde Staten vond er een ware exodus plaats van deze minderheden uit Irak naar Europa en andere westerse landen, omdat zij het slachtoffer werden van de opgelaaide etnisch religieuze strijd om de macht in Irak tussen soennieten en sjiieten.

Toch besloot niet iedereen om te vertrekken. Zo ook Samir Yalda, een christen die samen met zijn vrouw, kinderen en kleinkinderen in Mosul woonde en het niet kon opbrengen om zijn geboorteland achter te laten, hoe nijpend de situatie voor christenen en andere minderheden was. Ondanks dat hij dag en nacht werkte om rond te komen in uiterste moeilijke en onzeker omstandigheden, bleef hij positief over de toekomst. Hij geloofde dat ondanks alles het goed zou komen met Irak.

Tot die bewuste nacht in juni 2014 toen er door de buurman hard op de deur werd geklopt: ISIS, een militante radicaalislamitische groepering voortgekomen uit de overblijfselen van Al-Qaeda in Irak, was in aantocht en vermoordde alle christenen, yezidi’s en seculiere moslims. Halsoverkop en zonder nog om te kijken moest Samir alsnog zijn dromen achterlaten en Irak ontvluchten. Zijn levenslust is nooit meer wedergekeerd.

Wat zal Samir denken nu hij weet dat rechters in Nederland en andere westerse landen overwegen om zijn beulen naar Nederland te laten komen om hier te berechten? Het betekent immers niet alleen dat de afstand tussen de IS-beulen en hun slachtoffers kleiner wordt, maar ook dat zij en alle andere Nederlanders betalen voor de opvang en zorg van deze IS-beulen. De Nederlandse gevangenissen zijn een stuk comfortabeler dan de massagraven van IS.

Het is duidelijk dat Nederland en andere westerse landen worden geconfronteerd met een juridisch-ethisch vraagstuk. Moeten misdaden jegens de mensheid gepleegd in het buitenland door personen met een Nederlandse paspoort hier berecht worden of toch in Irak? Omdat Irak  de rechtsmacht van het Internationaal strafhof niet aanvaardt en tot op heden vasthoudt aan de doodstraf, vreest Nederland dus een oneerlijke juridische rechtsgang die niet voldoet aan erkende waarborgen en standaarden die zijn neergelegd in verscheidene internationale en Europese mensenrechtenverdragen. Vanwege het nationaliteitsbeginsel voelt het kabinet daarom de druk om de Nederlandse IS-gangers dan maar hier te berechten.

Maar dat Irak (nog) niet een eerlijke rechtsgang kan waarborgen, mag geen reden zijn om daarom maar IS-beulen naar Nederland te halen. Ook zouden Nederlandse rechters de moeite moeten nemen om het verhaal van de slachtoffers van IS te horen en mee te wegen voor hun juridisch besluit.

Wat gaan IS-mannen doen als ze hun straf hebben uitgezeten? 

Tot slot dient de vervolging en de berechting van IS-strijders met een Nederlands paspoort te gebeuren met inachtneming van een ander principe onder het internationaal recht: staten hebben de verplichting om hun burgers te beschermen tegen andere private burgers. Wat gaat er bijvoorbeeld gebeuren wanneer deze IS-mannen met een Nederlands paspoort hier hun straf uitzitten en dan vrijkomen? Hoe garandeert de Nederlandse staat dat ze ‘genezen’ zijn?

Het gevolg van het ophalen van de mannelijke terroristen zal ook zijn dat de ‘entourage’ van deze mensen er een bewijs in zal zien dat in Nederland ongeveer alles acceptabel is en vergeven wordt. Een tweede kans voor genocideplegers en oorlogsmisdadigers is ongepast. Het heeft een diepe en ontwrichtende werking op onze samenleving, waar teruggehaalde misdadigers helden worden voor mensen die hetzelfde gedachtegoed delen maar nog niet tot geweld zijn overgegaan. Oorlogsmisdaden worden gebagatelliseerd, leed klein gemaakt en daders slachtoffers.

De Nederlandse context van rehabilitering en terugkeer in de samenleving is niet vergelijkbaar met het strafrechtsysteem van bijvoorbeeld de Verenigde Staten waar vergelding veel meer de maatstaf is. Vergelding klinkt naar, maar heeft een belangrijke functie. Niet alleen is het duidelijk naar de daders, maar vooral naar de nabestaanden en de samenleving als geheel. Want goed en kwaad maakt uit. Nu en in de toekomst.

*Margretha du Carmo Krabbe, voorzitter Thematisch Netwerk Migratie & Integratie VVD; Anouschka Agob, Nederlandse geboren in Irak; Paul Slettenhaar, vicevoorzitter platform Klassiek Liberaal.

Wynia’s Week is er het hele jaar door. Met onafhankelijke, verrassende berichtgeving. Wynia’s Week is wel gratis, maar niet goedkoop. De lezers, kijkers en luisteraars maken Wynia’s Week mogelijk. Doet u mee? Doneren kan HIER. Hartelijk dank!