Het voortdurende heimwee naar Portugal kun je niet doden

Vakantiegangers zeggen vaak dat ze op reis gaan om land en volk te leren kennen, maar in de praktijk komt daar meestal niets van terecht. Wynia’s Week vroeg een aantal auteurs te schrijven over het land dat zij goed kennen. Vandaag aflevering 1: Portugal.
Ik leerde Portugal kennen in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Het was een relatief arm land toen, met een dito volk, dat net ontsnapt was aan een dictatuur, dat rook aan de vrijheid, terwijl er letterlijk een wereld openging, dat voor het eerst algemeen kiesrecht had, dat nog niet verpest en gecorrumpeerd was door de Europese fortuinen die er vanaf de jaren negentig zouden worden rondgepompt en dat nog netjes in de rij stond voor de bus.
Het was een volk dat loslopende vreemdelingen als ik, die net mocht stemmen, net uit huis was, nauwelijks geld had, voor wie de wereld openging, omarmde als een vriend. Wij, Portugal en ik, werden amigos para sempre, vrienden voor het leven.
Onuitwisbare indruk
Ruim veertig jaar later ga ik nog steeds regelmatig naar Portugal, voor zaken, voor vakantie of voor allebei tegelijk. Na veel omzwervingen door zo wat het hele land in de jaren tachtig, streek ik er begin jaren negentig neer voor een wat langere periode, eerst als student in Coimbra en daarna in Lissabon, als beginnend journalist op de redactie van een groot Portugees dagblad. Uiteindelijk zou ik er niet blijven wonen, maar deed wat de Portugezen zelf ook deden: ik vertrok naar het buitenland om geld te verdienen, de wereld te zien en van de vrijheid te genieten.
Maar Portugal liet mij niet los, het had een onuitwisbare indruk op me gemaakt. En daarmee was ook mij hetzelfde lot beschoren dat de gemiddelde Portugese emigrant ten deel valt: voortdurende heimwee naar Portugal, oftewel saudade. En om die heimwee te bestrijden moet je nu eenmaal regelmatig terugkeren naar Portugal. De Portugezen zelf noemen dat al sinds mensenheugenis matar saudade, de heimwee doden door even terug te keren, even te genieten, het verleden te begroeten en dan weg, om er elders weer tegenaan te gaan.
Het land ontwaakte in de jaren zeventig uit een lange winterslaap toen er een eind werd gemaakt aan een vijftigjarig autoritair regime, dat aanvankelijk was opgezet en geleid werd door de populaire António Salazar. Let wel, het Portugese volk (om niet te spreken van de inwoners van de koloniën) kende tot halverwege de jaren zeventig nauwelijks politieke rechten. Vrouwen hadden bijvoorbeeld geen stemrecht, tenzij zij door omstandigheden hoofd van het gezin waren.
Hoewel de generatie die de Salazar-tijd persoonlijk en bewust heeft meegemaakt in de komende jaren zal uitsterven, heeft zo’n late politieke bevrijding, vergelijkbaar met de nog latere introductie van de democratie in Oost-Europa, natuurlijk een stempel op de maatschappij gedrukt. Maar gelukkig zijn er inmiddels al twee generaties Portugezen in veel meer vrijheid opgegroeid.
Anjerrevolutie
In 1974 had vrijwel heel het land wel genoeg van Salazars impopulaire opvolger Caetano en diens eindeloze, kostbare en dodelijke koloniale oorlogen in Afrika. Het moegestreden leger pleegde een geslaagde staatsgreep, beter bekend als de Anjerrevolutie. Die werd interessant genoeg uitgevoerd door jonge, vaak communistische legerofficieren onder leiding van een aartsconservatieve generaal (getooid met monocle), die nog als vrijwilliger in Duitse dienst aan het Oostfront had vertoefd.
Maar al snel na de revolutie begonnen extreemlinkse legerofficieren het land hun wil op te leggen, iets wat met name in het conservatieve noorden van het land vrijwel zeker tot gewelddadig verzet zou hebben geleid, als niet eind 1975 een gematigd deel van het leger korte metten had gemaakt met de communisten en daarmee het land weer stabiliteit bracht.
Radicale modernisering
De Portugese koloniën in Afrika werden in 1975 zonder al te veel plichtplegingen stuk voor stuk overgedragen aan lokale communistische bevrijdingsbewegingen, met soms opnieuw lange lokale oorlogen tot gevolg. De supersnelle machtsoverdracht, vergelijkbaar met het gemak waarmee Joop den Uyl op hetzelfde moment Suriname van de hand deed, leidde tot een overhaaste vlucht van honderdduizenden Portugezen uit Afrika. Veel van deze zogenaamde retornados uit Afrika ontpopten zich in hun moederland als geboren leiders, ondernemers en dynamische alleskunners die het land leken over te nemen en de economie een impuls gaven.
Die economie beschikt vandaag over bloeiende nieuwe sectoren zoals de IT en het toerisme, terwijl de infrastructuur van het land op een radicale manier met Europees geld is gemoderniseerd en een zeer riant netwerk van snelwegen, bruggen, metro’s en moderne havens heeft opgebouwd.
Hedendaagse problemen
Opvallend is dat Portugal in tegenstelling tot de meeste West-Europese landen aanvankelijk veel minder te maken kreeg met massa-immigratie. Zo kwamen er in de jaren negentig, na de val van de Muur, slechts kleine groepen Roemenen en Oekraïners bij, naast een gestage aanwas van (vanwege de gemeenschappelijke taal en cultuur) relatief makkelijk te integreren Brazilianen en Kaapverdiërs.
Maar wie denkt dat het gras er groener is dan bij ons moet weten dat men in Portugal helaas meer en meer met dezelfde problemen tobt als in Nederland. Zo wordt Portugal al jaren, net als ons land, geplaagd door torenhoge huizenprijzen en een groot tekort aan betaalbare woonruimte. Bovendien heeft er de afgelopen vijf, zes jaar een forse en onstuitbare instroom van meest islamitische immigranten uit Zuid-Azië plaatsgevonden, waardoor sommige wijken van grote en kleine steden een absurd snelle gedaantewisseling hebben ondergaan die voor veel Portugezen niet te bevatten is.
Ook is de georganiseerde criminaliteit sterk in opkomst. Zo zijn er afdelingen van beruchte en gevaarlijke Braziliaanse drugsbendes actief in het land en heeft een deel van de drugssmokkel van Zuid-Amerika naar de EU zich verplaatst van de inmiddels streng bewaakte havens van Rotterdam en Antwerpen naar die van Portugal.
Verder heeft het massatoerisme zijn sporen achtergelaten. Het centrum van Lissabon (net als dat van Barcelona of Venetië) is een toeristisch pretpark geworden waar, voor wie het land al wat langer kent, de Portugese cultuur alleen in naam nog lijkt te bestaan.
Chega (Genoeg)
Het mag dan ook geen verrassing zijn dat ook de Portugezen graag hun land terug willen. Er is een nieuwe partij opgekomen, een lokale tegenhanger van onze PVV, Chega (Genoeg) genaamd. Chega trok onmiddellijk veel kiezers aan, is op dit moment de grootste partij in heel Zuid-Portugal en haalde haar topscore in de op het toerisme drijvende en zeer internationale Algarve. Daar moet de lokale bevolking het qua voorzieningen (zoals betaalbare woningen) en relatief hoge levenskosten, afleggen tegen de veel rijkere Noord-Europese residents (die vaak belastingvoordelen genieten) en andere nieuwkomers.
De partij, die bij de landelijke verkiezingen dit jaar 23 procent van de kiezers achter zich wist te verzamelen, wordt echter – net als bij ons de PVV – door de overige partijen uitgesloten van regeringsdeelname. Op dit moment wordt Portugal bestuurd door een centrumrechtse minderheidsregering van liberalen en christendemocraten.
Maar ik dwaal af. Wees gerust, Portugal is nog altijd het ideale vakantieland in Europa: niet te ver, niet te duur, veilig, met afwisselende landschappen en natuur en met schitterende stranden en boeiende steden. De keuken van het land is uitstekend en is, veel meer dan die van Spanje of Italië, goed geëvolueerd met behoud van traditionele gerechten. Het grote aanbod aan lokale topwijnen mag ik ook niet vergeten te noemen. En, tenzij u iemand bent die naar Lissabon gaat om sushi en tandoori te eten en dat op Instagram of TikTok te streamen: een simpele kip piri piri-schotel zal ook vrijwel iedereen bekoren. En de Portugezen? Probeer het eens, het zijn je beste vrienden, nog altijd.
Onverminderd aantrekkelijk
Het land is de laatste jaren sterk veranderd en moet op dit moment de negatieve consequenties van massa-immigratie én massatoerisme ondergaan, maar dan wel vanuit een lastiger sociaaleconomische positie dan wij in Nederland. Desondanks blijft Portugal onverminderd aantrekkelijk om te bezoeken. Ik ben daar nooit mee opgehouden. Een reden is altijd voorhanden en er is altijd wel een mooi plekje te vinden. Al herken je soms je oude straatje of dat rustige strandje van vroeger niet meer terug, neem van mij aan: heimwee kun je niet doden, niet echt en nooit helemaal. Het leidt zijn eigen leven.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk.Doet u mee? Hartelijk dank!