Hoogverraad in Brussel

Deze Europese Unie gaat de strijd met de populisten niet winnen, zegt Brussel-watcher Frans Boogaard. Er was de moord op de Spitzenkandidaten. De Spaanse premier pleegde zelfs hoogverraad, ten koste van zijn rode kameraad Frans Timmermans. Het wekenlange gevecht kende ook winnaars.

De Europese leiders hebben de kiezer flink afgestraft voor zijn massale opkomst bij de verkiezingen voor het Europees parlement van eind mei. Door het selecte clubje mensen dat het continent de komende vijf jaar mag leiden gewoon weer vanuit besloten achterkamertjes te parachuteren, in plaats van via het democratische experiment van de EU-lijsttrekker of Spitzenkandidat.

Voor die moord op klaarlichte dag (op de Spitzenkandidat) zou misschien nog wat te zeggen zijn als de achterkamertjes zulke geweldige resultaten opleverden, maar het verleden wijst anders uit. De Italiaan Romano Prodi – wie kent hem nog? – werd in 1999 door de staats- en regeringschefs als God op aarde gepresenteerd. Eenmaal geland bleek het een grijze muis die nauwelijks uit zijn woorden kon komen.

De Luxemburger Jacques Santer (1995-1999), op het schild gehesen nadat Benelux- en partijgenoten Ruud Lubbers en Jean-Luc Dehaene allebei getroffen waren door een veto, deed het in zijn broek voor de Fransen. President Jacques Chirac dreigde dat hij het Groothertogdom zou weten te vinden als Santer het zou aandurven de corrupte Franse Eurocommissaris Edith Cresson weg te sturen. Santer liet haar zitten, waarna de hele Commissie viel.

De Portugees José Barroso (2004-2014) was tien jaar lang de vazal van de lidstaten, de Commissie werd in zijn periode smalend ‘het Raadssecretariaat’ genoemd. Het Parlement was zo dom hem na een mislukte eerste vijf jaar een nieuwe periode te gunnen, zo mogelijk nog slechter dan de eerste, zeker ook doordat hij niet was opgewassen tegen de geslepen eerste vaste Raadsvoorzitter, de Belg Herman Van Rompuy. Kortom: als je het aan de staats- en regeringschefs overlaat, krijg je (meestal) geen sterke Commissievoorzitter.

Juncker: niet zo slecht

Jean-Claude Juncker

Jean-Claude Juncker, bij de grote massa in Nederland enkel bekend om zijn drankgebruik, was in dat opzicht een verademing. Onder veel moeilijker omstandigheden kon hij op zijn minst weer in de schaduw staan van de Fransman Jacques Delors, die in de periode ’85-‘94 de basis legde voor onder meer de interne markt en de euro.

De eigenzinnige Luxemburger Juncker, vijf jaar geleden niet de eerste keus van de lidstaten maar wel van het Parlement, kreeg lang niet al zijn prioriteiten gerealiseerd – denk maar aan migratie – maar wie een eerlijke balans opmaakt zal moeten vaststellen dat het gebrek aan voortgang op veel belangrijke terreinen niet zijn schuld was, maar die van de voortdurend bekvechtende lidstaten. En juist die gaven hun gebrek aan collectief leiderschap de afgelopen dagen een nieuwe dimensie met een benoemingenbeleid waarvoor elk MKB-bedrijf met meer dan vijf man personeel zich diep zou schamen.

Hoe liggen de kaarten nu? Wie zijn de winnaars en verliezers? Met welk dreamteam, als een beetje ironie is toegestaan, gaat Europa zijn nieuwe, beslissende vijf jaar in? Een kleine balans, met eerst de winnaars:

  • De Franse president Emmanuel Macron. Hij veegde vanaf het begin EVP-kandidaat Manfred Weber onder het tapijt (waarna de EVP de kandidaturen van de concurrerende lijsttrekkers Timmermans en Vestager torpedeerde), en eindigt met een Française (Christine Lagarde) aan het hoofd van de ECB, en een hem welgevallige partijgenoot (Charles Michel) als Raadsvoorzitter. Machiavelli had het hem niet verbeterd.
  • De Europese Raad als geheel. Met Charles Michel, Belg en dus geboren bruggenbouwer, aan het hoofd, versterken de lidstaten opnieuw hun positie. Dat zou goed nieuws zijn voor Europa als ook de positie van de Commissie zou worden versterkt, maar dat is niet het geval. Het CV van beoogd Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, geen oud-regeringschef maar een voormalig defensieminister, steekt bleek af bij dat van Juncker, maar nog veel belangrijker: zij mist als geparachuteerde de automatische steun van het Parlement. Dat geeft haar, zelfs als ze later deze maand de formele steun van het Parlement zou krijgen, een uiterst zwakke startpositie.
  • De Visegradlanden: Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije. Zij voerden in de Europese Raad het verzet aan tegen Frans Timmermans, die zich de afgelopen jaren naar hun zin te intensief bemoeide met ‘hun’ rechtsstaat en democratie. Dat Victor Orbán juichte bij de uitkomst en een Eurocommissaris (Timmermans) kan worden afgestraft omdat hij zijn werk doet, zou veel andere regeringsleiders te denken moeten geven.
  • De vier topfunctionarissen zelf. Von der Leyen, Michel, Lagarde en de nieuwe buitenlandchef Josep Borrell krijgen een topjob én een navenant salaris (alle vier rond de 30 mille per maand).

De verliezers:

  • Níet Frans Timmermans en Margrethe Vestager. Zij grijpen weliswaar naast de hoofdprijs, het Commissievoorzitterschap, maar krijgen allebei wel een zwaar vice-voorzitterschap. Ook niet kanselier Angela Merkel, voor wie Weber waarschijnlijk nooit een droomkandidaat is geweest. Merkel krijgt een Duitse Commissievoorzitter en kon met haar lang volgehouden steun aan CSU-man Weber de rust in haar partijachterban herstellen.
  • Wie wel verliezen: de Europese christen- en sociaaldemocraten. Beide partijen raakten diep verdeeld. De Spaanse socialistische premier Pedro Sánchez pleegde hoogverraad door Frans Timmermans, zeer actief in de Spaanse campagne, in te wisselen voor zijn eigen buitenlandminister Josep Borrell.
  • Manfred Weber, die nu als herkozen EVP-fractieleider zijn manschappen moet overtuigen dat Ursula von der Leyen de beste keus is voor de plek die hij zelf had gewild. Voor hem wenkt een verre troostprijs: hij mag over 2,5 jaar Parlementsvoorzitter worden.
  • Het Europese buitenlands- en veiligheidsbeleid. Dat Borell, één van de meest kleurloze ex-Parlementsvoorzitters ooit op dit cruciale moment (Trump, Poetin, Syrië, Iran, Midden-Oosten) die zware post krijgt is een regelrechte schande, omdat voor het veiligheidsbeleid van 28 landen met samen 500 miljoen inwoners alleen de allerbeste goed genoeg zou moeten zijn.

Arrogante regeringsleiders

Maar de belangrijkste verliezers zijn toch Europa, de Europese democratie en de kiezer. Net nu die ongewoon massaal zijn plicht doet, is het experiment met de Europese lijsttrekkers een gevoelige slag of misschien zelfs de doodssteek toegebracht. Niet alleen Macron, ook de EVP draagt daarvoor een zware verantwoordelijkheid, door met Weber een voor dit hoge ambt te zwakke kandidaat het veld in te sturen: precies de voorzet die Macron nodig had.

Het allerergste is het hernieuwde machts-onevenwicht in Brussel. Commissie en Parlement, de twee echt Europese instellingen, treden verzwakt aan en moeten dringend op zoek naar een nieuw bondgenootschap. De Raad, die maar al te vaak nationale belangen laat voorgaan op Europese en die zo een rem op de eenwording is, voelt zich sterker dan ooit. De arrogantie van de leiders gaat nu al zo ver dat ze zich afgelopen week in strijd met alle regels zelfs schaamteloos bemoeiden met de keus van de Parlementsvoorzitter en de vicevoorzitters van de Commissie. 

Dít Europa, valt te vrezen, gaat het hart van het electoraat en de strijd met de populisten binnen en buiten de Unie niet winnen.