Wat wil Nederland? Geen ‘herstelbetalingen’ voor slavernijgeschiedenis. Gratis kinderopvang, ‘burgerberaden’ en rekeningrijden liggen ook niet echt lekker

cuyp
Albert Cuypmarkt, Amsterdam. Foto: Wikipedia

De afgelopen jaren tuimelen de excuses voor het Nederlandse koloniale verleden en de slavernijgeschiedenis over elkaar heen. Het meest in het oog lopen de excuses voor de Atlantische, en dan vooral de Surinaamse slavernijgeschiedenis. Zowel het kabinet-Rutte, koning Willem-Alexander als diverse bedrijven en lagere overheden zagen de afgelopen jaren reden om daarvoor hun excuses aan te bieden.

Daar bleef het niet bij, want het kabinet heeft ook besloten een Nationaal Slavernijmuseum op te richten en deze en de komende jaren tweehonderd miljoen euro uit te trekken voor een ‘bewustwordingsfonds’ dat tot meer begrip voor het slavernijverleden moet leiden. Nazaten van slaven mogen daarover meepraten en er gaat ook geld naar Suriname. Maar van ‘herstelbetalingen’ voor Suriname of nazaten kan volgens het kabinet geen sprake zijn.

Slavernij-activisten willen meer geld zien

Daar nemen zowel de Surinaamse regering als Nederlandse activisten – die eerder veelal hun zin kregen met Zwarte Piet en de slavernij-excuses – geen genoegen mee. De Surinaamse president Chan Santokhi wil niet alleen geld, maar ook uitbreiding van het excusesterrein tot de inheemse Surinamers en de contractarbeiders die naar Suriname werden gehaald. Ook VN-baas Antonio Guterres wil dat landen als Nederland werken aan ‘compensatie’ voor het slavernijverleden.

Hoezeer het nu demissionaire kabinet (verdere) herstelbetalingen ook afwijst: er is reden voor enige scepsis, omdat de kabinetten-Rutte in het recente verleden steeds verder opschoven in de richting van de eisen van activisten. Binnen sommige politieke partijen bestaat er bovendien wel sympathie voor een nieuwe geldgolf richting het Nederlandse koloniale verleden.

Daarom stelden we in onze serie ‘Wat Wil Nederland’ een heldere vraag aan 5500 representatieve Nederlandse kiezers, via peil.nl van Maurice de Hond. Die vraag luidt: ‘Vindt u dat Nederland geld moet betalen aan voormalige kolonies of aan nazaten van slaven voor het slavernijverleden?’.

Het antwoord laat weinig te raden over. Vier van de vijf Nederlanders (79 procent) vindt dat er geen sprake kan zijn van (nieuwe) geldbetalingen aan een land als Suriname of aan nazaten van (Surinaamse) slaven. Slechts 14 procent is voor. Er is ook bij geen enkele partij een meerderheid aan kiezers voorstanders van dergelijke herstelbetalingen, al is de steun groter bij links (Vooral PvdA/GL en D66) dan bij de andere partijen.

Wij stelden eind september en begin oktober nog enkele andere vragen aan de representatieve groep kiezers. En wel over rekeningrijden, over gratis kinderopvang en over burgerfora, die volgens kabinetsplannen een (omstreden) aanvulling op de democratie zouden zijn. De uitkomsten zijn op onderdelen opvallend.

Rekeningrijden geniet best wat steun

Ten eerste het rekeningrijden. Nadat er tientallen jaren over is gepraat wil het nu demissionaire kabinet het rekeningrijden in 2030 invoeren. Ook veel partijen hebben het rekeningrijden in hun verkiezingsprogramma staan. Als het kabinetsplan doorgaat zou de aanschafbelasting (bpm) voor auto’s en ook de wegenbelasting verdwijnen, maar zou het rekeningrijden wel 7 à 8 eurocent per kilometer gaan kosten. De vraag die wij stelden luidde: ‘Bent u voor of tegen rekeningrijden?’.

Het antwoord is niet ongunstig voor het plan om rekeningrijden in te voeren. Er is over de hele groep kiezers weliswaar net geen meerderheid (47 procent) maar het percentage tegenstanders is kleiner (39 procent). Tegelijkertijd moet je je afvragen of een plan dat zo omstreden is – het land is er immers over verdeeld – wel doorgedrukt moet worden. Alleen de aanhang van een aantal linkse partijen (PvdA/GL, D66, Volt en Partij van de Dieren) is voor, maar die vormen samen hooguit een derde van de kiezers. Daar staat tegenover dat de tegenstand ook niet heel breed is, in de zin dat alleen bij CDA, BBB, PVV en FvD een meerderheid tegen rekeningrijden is.

Gratis kinderopvang ligt slecht

Een volgende vraag die we stelden ging over de gratis kinderopvang. Het nu demissionaire kabinet van VVD, D66, CDA en CU wilde dat, maar heeft het uitgesteld. Veel andere partijen willen het ook. De vraag die we stelden is: ‘Bent u voor of tegen de gratis kinderopvang?’.

Het draagvlak voor de gratis kinderopvang blijkt behoorlijk beperkt. Bijna de helft (45 procent) is tegen en slechts 40 procent is voor. Met name een deel van links (D66, Volt, PvdA/GL) is voor, maar centrum en rechts zijn of verdeeld of tegen. Dat is opvallend, getuige de meerderheidssteun in de Tweede Kamer. Bovendien zijn kiezers doorgaans niet zo snel gekant tegen maatregelen die aantrekkelijk (want ‘gratis’) ogen voor burgers.

Het laat zich raden dat een volgend kabinet met heel wat minder enthousiasme aan de gratis kinderopvang begint, ook al omdat er veel praktische problemen zullen zijn, zoals personeelstekorten. Betekenisvol: de gratis kinderopvang staat dan wel in het regeerakkoord van RutteVier, maar bij drie van de vier regeringspartijen is de aanhang tegen. Het is typerend: coalitie en kabinet zongen zich los van grote delen van Nederland, zoals we in deze serie al eerder vaststelden.

We vroegen de 5500 representatieve kiezers ook over de ‘burgerfora’ dan wel ‘burgerberaden’ die een meerderheid van de Tweede Kamer – en het kabinet – wil invoeren. Het initiatief daartoe komt vooral van klimaatactivisten, die langs deze weg meer ‘draagvlak’ dan wel inspraak bij het klimaatbeleid zeggen te willen.

‘Burgerfora’ hebben weinig steun

Critici stellen met reden dat het instellen van dergelijke instanties – op basis van door loting geselecteerde burgers – geen versterking, maar ondermijning van de parlementaire democratie betekenen. De klimaatactivisten en politici die ijveren voor dergelijke instanties is het in die visie niet begonnen om meer democratie, maar om het breken van democratische weerstand tegen verregaande (klimaat-)maatregelen.

Onder de kiezers van Nederland valt de actie van RutteVier om burgerfora dan wel burgerberaden in te stellen niet goed. Bijna de helft (47 procent) is tegen, slechts een derde is voor en de rest – niet heel verrassend – weet het niet. Opvallend: ook hier is van de huidige regeringspartijen alleen de aanhang van D66 voor.

Je vraagt je af waarom partijen als VVD en CDA zo vaak vooral door D66 geëist beleid hebben gesteund, terwijl de eigen aanhang er door de bank genomen weinig tot niets voor voelt. Wonderlijk genoeg zijn de burgerberaden zelfs op gang gekomen door een motie van een CDA-Tweede Kamerlid – inmiddels vertrokken. Slechts een kwart van de CDA’ers blijkt voor te zijn. Het is wellicht illustratief dat zelfs onder de sterk geslonken CDA-aanhang er zo weinig steun is voor een plan waarvoor het CDA zich in de Kamer naar voren heeft laten schuiven.

Wynia’s Week is onafhankelijk, ongebonden en broodnodig voor kritische journalistiek. De donateurs maken Wynia’s Week mogelijk. Doet u al mee? Hartelijk dank!

Wynia’s Week doet sinds deze zomer periodiek onderzoek naar Wat Nederland Wil. Eerdere artikelen vindt u hier, hier, hier, hier, hier en hier.