Wat wil Nederland? Wie ‘meer Brussel’ wil doordrukken raakt de steun van Nederland kwijt

timmerfrans
Frans Timmermans ging voor ‘minder regels’ naar Brussel, maar bedacht daar extra regels. (Foto: Rob Engelaar, ANP Foto)

De politieke partijen die het nu demissionaire kabinet RutteVier vormen, zijn in de peilingen bijna gehalveerd sinds de laatste Kamerverkiezingen. Dat is niet zo vreemd. VVD en CDA hebben in veel opzichten de gewekte verwachtingen niet waargemaakt. Coalitiepartij D66 heeft juist wel veel van het eigen verkiezingsprogramma in het regeringsbeleid weten te krijgen, maar daar zitten veel kiezers dan weer niet op te wachten. D66 verliest verhoudingsgewijs zelfs het meest: van 24 naar ongeveer 7 zetels in de Tweede Kamer.

Wynia’s Week vraagt deze weken via peil.nl van Maurice de Hond aan een groep representatieve kiezers hoe ze zouden willen dat Nederland wordt geregeerd: ‘Wat wil Nederland’. Uit de voorlopige uitkomsten blijkt dat de bijna-halvering van de aanhang van de regeringspartijen allerminst toeval is. Het kabinet heeft zich op tal van terreinen vervreemd van de meerderheid van de kiezers. We schreven daar al over in een vorig artikel.

Niet meer, maar minder Europa

Eind vorige week vroegen we opnieuw – deze keer 5500 – kiezers naar een aantal prominente politieke kwesties. Zo onderzochten wij onder meer wat Nederland vindt van de Europese Unie: moet er meer of minder macht naar Brussel, of zou Nederland zelfs uit de Europese Unie moeten (‘Nexit’)?

De uitkomst wijkt totaal af van het beleid van het nu demissionaire kabinet. RutteDrie volgde bijna letterlijk het partijprogramma van D66 en werd zo het meest eurofiele kabinet uit de Nederlandse geschiedenis, maar zong zich ook op dit terrein los van wat de meeste Nederlanders zouden willen.

Een ruime meerderheid (55 procent) van de kiezers wil anders dan het kabinet niet meer, maar juist minder macht naar de Europese Unie of zou zelfs willen dat Nederland uit de EU vertrekt. Die laatste groep (18 procent) is wel ruim in de minderheid en wordt vooral aangetroffen onder de aanhang van PVV, Forum voor Democratie en BVNL.

Maar dat neemt niet weg dat de weerstand tegen meer macht naar Brussel substantieel is. Niet minder dan 83 procent van de kiezers wil of dat het zo blijft en er dus niet meer macht naar Brussel gaat (28 procent), dat de macht van de EU wordt verminderd (37 procent) of wil dus zelfs (de eerdergenoemde 18 procent) dat Nederland uit de EU stapt. Slechts 16 procent wil meer macht naar de EU. Daar is slechts een meerderheid voor onder de actuele aanhang van D66 en Volt. Ook van de kiezers die nu PvdA/GroenLinks zouden stemmen – met lijsttrekker Frans Timmermans – wil niet meer dan 42 procent dat er meer macht naar Brussel gaat. De helft van de aanhang van Timmermans vindt het wel mooi zo.

Die uitslag staat in scherpe tegenstelling tot het beleid van het kabinet RutteVier, dat veel lijkt op wat D66-kiezers in meerderheid zouden willen, maar in Nederland dus weinig steun krijgt. De regeringspartijen spraken juist af dat Nederland ‘een voortrekkersrol’ diende te spelen ‘voor en binnen een sterke en slagvaardige Europese Unie’.

Nederland diende volgens het regeerakkoord van VVD, D66, CDA en ChristenUnie ‘een leidende rol’ op zich te nemen om de EU ‘slagvaardiger, economisch sterker, groener en veiliger’ te maken. Het vetorecht van landen diende op diverse terreinen te worden afgeschaft (waardoor de bevoegdheden van Den Haag worden beperkt). En als er een nieuw verdrag (er is of was sprake van een nieuwe Europese Grondwet) nodig werd gevonden zou Nederland dat steunen.

Zo eurofiel was Nederland nooit

Die koers van het nu demissionaire kabinet (‘meer Europa’) wordt dus allerminst gesteund door de meeste Nederlanders. Het is ook een raadsel waarom de coalitie voor deze eurofiele koers koos, omdat het al lang duidelijk is dat Nederland eerder eurosceptisch dan eurofiel is. Wel schuiven in dat opzicht de panelen. Een halve eeuw geleden waren VVD en CDA overwegend eurofiel, de PvdA eurosceptisch en toenmalig radicaal links (CPN, PSP) faliekant tegen de toenmalige EEG.

In de jaren negentig werd de VVD van Frits Bolkestein juist eurosceptisch en hekelde PvdA-premier Wim Kok de oppositiepartij GroenLinks (die hij ‘extreemlinks’ noemde) omdat men daar onder meer kritisch was op de komst van de euro. En in 2005 voerde de ChristenUnie samen met PVV en SP nog campagne tegen de Europese Grondwet (‘meer EU’) om in 2021 een regeerakkoord te tekenen dat onverbloemd eurofiel is.

RutteDrie schoof van noord naar zuid

Onder RutteDrie (2017-2021) heette de Nederlandse koers in Europa nog ‘nuchter’ en eurosceptisch te zijn. Zowel VVD-premier Mark Rutte als (toen) CDA-minister van Financiën Wopke Hoekstra organiseerden in Europa coalities die moesten voorkomen dat er (veel) meer geld naar Brussel zou gaan en de regels voor de euro verwaterden. Het eerste mislukte, het tweede staat ter discussie. Maar Nederland is qua euro van kamp veranderd. Onder Hoekstra leidde Nederland een Noord- en Oost-Europese coalitie die strenge euroregels wilde. Maar Hoekstra’s opvolgster Sigrid Kaag (D66) veranderde Nederland van kamp en trok op met de Spanjaarden.

Hoe het na de verkiezingen van 22 november gaat en wat de formatie gaat brengen is uiteraard ongewis. Maar het lijkt wel zeker dat de volgende Nederlandse regering qua Europese koers weer dichter bij de relatief behoudende Europese koers van de afgelopen decennium gaat varen. De eurofiele D66-lijn heeft de coalitiepartijen alvast geen voorspoed gebracht.

Ook niet zonder belang: de waarschijnlijke spelmakers van na de verkiezingen worden BBB (Caroline van der Plas) en NSC (Pieter Omtzigt). Van der Plas wil Nederland niet uit de EU, maar zou er het liefst een samenwerkingsverband van onafhankelijke staten van willen maken. Pieter Omtzigt was als CDA’er al relatief scherp op het Brusselse beleid. De aanhang van de beide partijen is ook bepaald niet in voor meer Europa. Van de aanhang van BBB wil 29 procent uit Europa en 58 procent wil er niet uit, maar wil wel minder EU. Van de aanhang van Omtzigt wil 14 uit de EU en 59 procent minder macht naar de EU.

Pikant is ook de positie van PvdA-lijsttrekker Frans Timmermans, tot voor kort de machtige Europees commissaris van klimaat en natuur. Die vertrok in 2014 als eurocommissaris naar Brussel met de nadrukkelijke opdracht van het kabinet van VVD en PvdA om in Brussel de stofkam door de Europese regels te halen. Maar vanaf 2019 ging Timmermans in Brussel met minstens zoveel animo aan het werk om meer Europese regels (voor klimaat en natuur, dat vooral) in te voeren. En nu komt Timmermans dus terug naar Nederland, mede als lijsttrekker van GroenLinks, dat zo mogelijk de meest eurofiele partij van Nederland is. Maar de meeste Nederlanders hebben dus helemaal geen behoefte aan het euro-enthousiasme van Timmermans en van PvdA/GroenLinks.

Wynia’s Week houdt de vinger aan de pols. Dat wordt mogelijk gemaakt door de supporters. Doet u al mee? Doneren kan HIER. https://www.wyniasweek.nl/doneren/  Hartelijk dank!