In de Nederlandse pers heersen gemakzucht en eindeloos weerkaatsende emoties

EduardBomhoff 31-5-25
[rechts] Artikel in de Volkskrant van 28 mei 2025. Beeld: Screenshot. [links] Beeld: facebook.com.

Onze Nederlandse kranten hebben een beperkter budget dan vroeger door veel minder advertenties en met internet-lezers die minder betalen dan abonnees op de papieren krant. Hoe kunnen ze dan toch de pagina’s vullen? Antwoord: met interviews.

Maar dan zijn er wel twee soorten interviews. Wierd Duk in De Telegraaf spreekt met ‘de mensen in het land’, zoals Hans Wiegel graag mocht zeggen. Onlangs ging hij twee keer naar het Noorden en bezocht twee kleine dorpen met elk een groot asielzoekerscentrum. Hij sprak met dorpelingen en winkeliers over hun zorgen, en nam ook de moeite om kennis te maken met een paar asielzoekers en hun fatbikes. Daar leer ik van.

Makkelijke vragen

Het andere soort interview geeft de volle ruimte aan een minister of een ander ‘belangrijk’ personage om mee te delen wat ze op het moment wel kwijt willen. Zulke hoogwaardigheidsbekleders zijn tegenwoordig allemaal op dure mediatraining geweest en hebben daar geleerd hoe om te gaan met journalisten.

En meestal maken die het hen niet moeilijk, want de krant wil de minister misschien nog een keer interviewen, bij voorbeeld voor het kerstnummer (van de Volkskrant herinner ik me een feestelijk bedoelde bijlage met Kerstmis geheel gevuld met zulke interviews). Dan krijgen we wat in de VS een ‘softball’ interview heet: makkelijke vragen en geoefende antwoorden.

Zo las ik twee pagina’s interview met Diederik Samsom, de nieuwe president-commissaris van de Gasunie. Samson heeft al vele jaren ervaring in de omgang met journalisten; een extra mediatraining op kosten van de EU had hij niet nodig na zijn ervaring bij Greenpeace en GroenLinks. Samson wil natuurlijk zijn verhaal kwijt van ‘de transitie moet nog sneller’ en ‘er is geen alternatief’. Dan kan een serieuze krant zulke voorspelbare slogans maar het beste een klein plaatsje geven als onderdeel van een eigen analyse.

Die kan dan ingaan op de vragen die Samsom liever vermijdt: gaat de Gasunie de koers verleggen met de komst van Samsom? Waarom is Samsom zo verbeten tegen kernenergie? Wat is zijn managementstijl en was het wel integer van hem om bij de EU miljoenen aan belastinggeld weg te geven aan oude vrienden bij de milieulobby’s?

Bijna geen interviews in FT en WSJ

Ik ben een geïnteresseerd krantenlezer, en lees ook twee internationale kranten: de Wall Street Journal (internet) en de Financial Times (papier). Die twee zijn rijker dan de Nederlandse dagbladen. De Financial Times heeft 700 journalisten; de WSJ 1800. Dat maakt wereldwijd veel meer eigen nieuwsgaring mogelijk dan bij de Nederlandse concurrenten. Die kunnen dat maar heel beperkt met hun parttime correspondenten in het buitenland, en het is flauw om ze te verwijten dat ze niet de middelen hebben van FT en WSJ. Maar er blijft een verschil in kwaliteit en diepgang.

De FT heeft iedere zaterdag één groot interview: ‘Lunch with the FT’, en gelukkig zelden met politici, maar meetal met originele en creatieve mensen. Vaak genoeg is dat het enige interview van de hele week. De WSJ doet ook bijna niet aan interviews; die krant probeert onderwerpen en personen te verduidelijken voor de lezers en heeft dan genoeg aan een of twee citaten per politicus – geen paginagroot interview.

Van ’verschrikkelijk’ tot ‘genocide’

Er valt nog meer te mopperen over de Nederlandse pers. Het grote nieuws deze maand was de intensivering van de Israëlische acties tegen Hamas. Sommige kranten doen heel uitvoerig verslag van hoe veel Nederlanders meeleven met het harde lot van de gewone Gazanen. Die geluiden van medeleven versterken elkaar, en dan komen daar in sommige kranten vele pagina’s bij met beschouwingen over of hier wel of niet sprake is van genocide (ik zou denken van niet, want genocide veronderstelt de intentie van uitmoorden, maar de evidente en legitieme intentie van Israël is om een veiliger bestaan te garanderen voor de eigen Joodse en Arabische burgers, niet om het aantal Palestijnen te verminderen).

Het is in die kranten dan een rijke combinatie van heel veel mensen die laten weten dat ze het verschrikkelijk vinden, en opiniemakers die uitvoerig bespreken of ‘verschrikkelijk’ nu de naam kan krijgen van ‘genocide’. Dat wordt daarmee een echokamer met heel weinig feitelijke inputs. Zelden zijn de Nederlanders die hun sympathie belijden met de Gazanen zelf in Israël of Gaza geweest. De vele columnisten schrijven over hun gevoelens en de geleerde deskundigen zijn bekend met het historisch gebruik van de term ‘genocide’ en de literatuur, maar grotendeels ook weer niet met de situatie op de grond in Israël en Gaza.

De kranten zouden hun lezers beter bedienen door die echokamer open te zetten en verse lucht binnen te laten. En verse lucht is niet het parafraseren van (onbetrouwbare) persberichten van Hamas over aantallen slachtoffers. Het is jammer dat er zo weinig zorgvuldige nieuwsgaring plaatsvindt. Veel te weinig nieuwe analyses. Hoe vaak moeten de bewoners van Israël in hun kelders duiken voor weer een raketaanval? Is er enige kans dat Egypte en Jordanië vluchtelingen uit Gaza opnemen of blijven de Gazanen opgesloten en handhaaft Egypte de fortificaties tegen hen?

Krijgt de Iraanse regering die de aanvallen op Israël sponsort te maken met afbrokkelende steun in eigen land? Is bij de Israëlische operaties in Gaza de verhouding tussen burgerslachtoffers en gedode terroristen vergelijkbaar met eerdere militaire acties in andere landen? Zo veel vragen, maar in de Nederlandse media meer opinies dan feiten.

Douglas Murray en Ayaan Hirsi Ali

Eerder deze maand was de ervaren oorlogsjournalist Douglas Murray in Amsterdam. Sorry dat ik nog een keer De Telegraaf noem, maar die liet hem uitvoerig aan het woord over zijn onderzoekswerk in Israël en Gaza. Hier in Wynia’s Week werd twee weken geleden zijn nieuwe boek uitvoerig besproken. In de NRC helaas slechts twee alinea’s over Murray en nog minder over Ayaan Hirsi Ali die ook sprak in Amsterdam.

Van haar kunnen we veel leren over de verschillen tussen de agressieve islam, wat zij ‘islamisme’ noemt, en het geloof van al die moslims die net als de paus in Rome en de rabbijnen in Jerusalem, Antwerpen of New York weten dat hun God dezelfde is als die van joden en christenen. Ook een gemiste kans voor de Nederlandse pers (behalve dan nog een keer de krant die ik al te vaak heb genoemd). Zo blijft de echokamer een echokamer.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee? Kijk HIERHartelijk dank!