Je bent nooit te oud om te leren, SIRE

WW Kardol 5 juli 2025
De nieuwe SIRE-campagne versterkt het negatieve beeld over ouder worden. Beeld: SIRE

SIRE lanceerde zeer recent de campagne ‘Je bent nooit te oud om te leven’. Bedoeld, zo schrijft SIRE, om hardnekkige misvattingen over ouder worden te doorbreken. De campagne heeft daarnaast tot doel vijftigplussers te blijven uitdagen. Ik citeer: ‘Vooroordelen beïnvloeden sterk hoe we naar ouderen kijken en hoe we ons eigen ouder worden ervaren, met als risico een korter leven en een verminderde kwaliteit van leven. Deze negatieve beeldvorming kan ertoe leiden dat men op latere leeftijd minder openstaat voor nieuwe dingen en uitdagingen uit de weg gaat, terwijl dit essentieel is voor het behoud van onze vaardigheden’.

De eerste hardnekkige misvatting die SIRE kan worden aangerekend is de opvatting dat vijftigplussers één leeftijdscategorie vormen, oftewel een generatie die kenmerken deelt. De kenmerken die worden genoemd zijn het minder openstaan voor nieuwe dingen en het uit de weg gaan van uitdagingen. De gevolgen van een dergelijke – door vijftigplussers gedeelde – levenshouding zijn niet voor de poes: een korter leven en een mindere kwaliteit van leven.

Nieuwe uitdagingen

Daar moet rigoureus tegen worden opgetreden, vindt SIRE. De grafdelvers in het filmpje ‘Je bent nooit te oud om te leven’ laten er geen gras over groeien. Een vijftigplusser wordt bevrijd uit zijn benarde positie voor het beeldscherm, in een lijkwagen gestopt en afgezet in een dansgelegenheid waar vijftigplussers de kwaliteit van leven hervinden. De reclamemaker is wat deze beelden betreft waarschijnlijk geïnspireerd door De Staatsinjectie, met de aantekening dat het in deze roman om 85-plussers gaat en een andere dan een dansgelegenheid de eindbestemming is. 

Wie zich – vrij van vooroordelen – verdiept in het leven van mensen van pakweg 50 tot 65 jaar komt een tweede hardnekkige misvatting op het spoor: het gaat om een groep van mensen die tal van uitdagingen te lijf gaat. De tijd van vervroegde uittreding uit het arbeidsproces ligt al decennialang achter ons en de oplopende levensverwachting betekent ook langer doorwerken, op dit moment tot het 67e levensjaar. In deze levensperiode – de kinderen zijn of gaan de deur uit – dienen zich diverse nieuwe uitdagingen aan: het zorgdragen voor naasten, vaak ouders of andere familieleden die zorgbehoevend zijn geworden en het oppassen op de kleinkinderen. Daarnaast is het verenigingsleven een favoriete tijdbesteding bij veel mensen in deze leeftijdsfase. Een respectabel aantal van hen werpt zich tevens op als vrijwilliger voor allerlei maatschappelijke activiteiten. Een afwisselender leven laat zich nauwelijks indenken. Ik kan me voorstellen dat een dergelijk gevarieerd bestaan af en toe vraagt om rustmomenten, om het neerploffen op de bank en het zappen langs zenders om zo de hoge intensiteit van leven te kunnen behouden.

Onvriendelijke regelgeving

Een toenemend aantal pensioengerechtigden wil het werk niet de rug toekeren. Honderdduizenden mensen werken langer door en evenveel anderen zouden dat graag willen. Maar ze worden niet zelden teleurgesteld door regelgeving die niet direct senior-vriendelijk is. Wooncorporaties en woningbouwers hijgen in de nek van zeventigplussers om door te stromen naar een kleinere woning, terwijl extra woonruimte hen juist de mogelijkheid biedt om kinderen en kleinkinderen te gast te hebben. Gezondheidspreventie is enkel populair in de openbare discussie, terwijl ze in ’s lands zorgbegroting slecht 0,6 procent van het budget opsoupeert. Op het moment dat je 75 jaar wordt, worden de rijvaardigheden in twijfel getrokken en word je opnieuw getest of je je rijbewijs mag behouden. Sinds kort krijgt een gepensioneerde die de functie van gemeenteraadslid bekleedt geen dertiende maand meer uitgekeerd, omdat – zo luidt de onderbouwing – geen vrij hoeft te worden genomen van het werk. De wetenschap dat het werk niet met de pensioengerechtigde leeftijd hoeft op te houden, of dat door gemeenteraadswerk vrijwilligerswerk moet worden opgegeven waarvoor een vrijwilligersvergoeding werd ontvangen, is blijkbaar nog onvoldoende doorgedrongen.

SIRE heeft gelijk dat negatieve beeldvorming over mensen van een hoge leeftijd niet bijdraagt aan een prettig leven voor deze groep. Dit zogenoemde ageisme of seniorisme kan dusdanige vormen aannemen dat mensen er zelf in hun minderwaardigheid gaan geloven. De tragiek van het SIRE-filmpje is dat het negatieve beeld versterkt wordt. Zou echt de overtuiging hebben postgevat dat de samenleving een spiegel voorgehouden wordt? Zouden er mensen op wat gevorderde leeftijd zijn die de beelden op zichzelf projecteren en tot het besef komen dat er werk aan de sociale, fysieke en mentale winkel is? Hoeveel vijftigplussers zullen zich niet hogelijk opgelaten voelen dat de leefwijze van vijftig-, zestig-, zeventig-, tachtig-, negentig- en honderdplussers in één adem wordt genoemd, terwijl hun diversiteit elke andere leeftijdscategorie ver overtreft?   

Leren van fouten

Ook SIRE moet van fouten mogen leren. Als in onze samenleving hardnekkige misverstanden over ouder worden moeten worden doorbroken, adviseer ik een filmpje te maken waarin ouderen van diverse leeftijden volop actief zijn, als realistische weerspiegeling van hun leven. Laat ze daarna provocatief van het toneel verdwijnen, zodat de maatschappelijk impact van hun bijdrage tot in de haarvaten van de kijkers doordringt en een gepaste gêne zich aandient.  

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!