Laat de wereldwijde politieagent Amerika eens wat minder verbolgen zijn over landen die de NAVO-norm niet halen

vrijsen
In een politieke organisatie als de NAVO bijten Europese regeringsleiders nog liever hun tong af dan dat ze het hardop zouden zeggen, maar de Verenigde Staten kampen met ‘imperial overstretch’. Beeld: YouTube.

Van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) wordt altijd gezegd dat het een militair bondgenootschap is, maar het is eerst en vooral een politieke organisatie. Het befaamde artikel 5 – een aanval op één is een aanval op alles – verplicht de 32 lidstaten elkaar in tijden van oorlog bij te staan. Maar hoe ze dat precies doen, dat bepalen de landen uiteindelijk zelf.

In de aanloop naar de NAVO-top in Den Haag (24 en 25 juni) staan de Europese lidstaten onder Amerikaanse druk om hun defensiebudgetten verder te verhogen. President Donald Trump en zijn handlangers eisen dat de Europeanen 5 procent van hun nationaal inkomen aan defensie spenderen.

De meeste NAVO-landen aarzelden jarenlang voordat ze hun defensiebudgetten naar 2 procent van het nationaal inkomen tilden, terwijl daartoe toch al in 2014 een afspraak was gemaakt. Maar ja, politieke organisatie, dus politieke afspraken.

Nadat Vladimir Poetin in februari 2014 het Oekraïense schiereiland De Krim inlijfde en Moskou-gezinde separatisten in Oost-Oekraïne een oorlog tegen Kiev liet beginnen, kwamen de NAVO-landen op hun conferentie in Wales overeen minimaal 2 procent aan defensie te besteden. Maar ze gaven zichzelf tien jaar om die norm te bereiken. Daarmee leek het een politieke intentieverplichting, géén militaire resultaatverplichting.

Amerika haalt zelf de 5 procent niet

Na elf jaar voldoen de NAVO-landen Canada, België, Italië, Spanje, Portugal, Kroatië, Slovenië en Luxemburg nog altijd niet aan de 2 procentnorm. Terecht dat de Amerikanen daarover blijven klagen. Het is vooral Europa dat door Rusland wordt bedreigd. Dan is het niet reëel van de Amerikanen te verlangen dat zij verreweg het grootste deel van de verdediging financieren.

Aan de andere kant moet je die Amerikaanse verongelijktheid ook weer relativeren en wel om een aantal redenen.

De belangrijkste: Trump wil nu naar 5 procent, maar dat halen de Verenigde Staten zelf niet eens. Ze houden het op 3,3 procent. Op het lijstje van de tien landen in de wereld die het meeste geld aan defensie uitgeven, staan de VS echter wel op eenzame hoogte. De VS staan voor China, Rusland, India en Saoedi-Arabië. Pas daarna komen het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Oekraïne, Frankrijk en Japan. De Amerikanen geven net zoveel uit als die negen daaropvolgende landen bij elkaar.  

Het Pentagon heeft dit jaar een budget van ruim 900 miljard dollar. Dat is ongeveer het dubbele van wat de overige 31 NAVO-landen gezamenlijk uitgeven. Omgerekend in dollars steken de Britten 71 miljard in hun defensie, de Fransen 55 miljard, de Duitsers 50 miljard, de Polen 49 miljard, de Italianen 30 miljard en de Nederlanders 27 miljard in hun krijgsmacht. De EU-landen gezamenlijk geven 300 miljard uit en daarbij komen dus nog de budgetten van het Verenigd Koninkrijk (71 miljard), Turkije (47 miljard) en Noorwegen (10 miljard).

Zo bezien hebben de Amerikanen een punt. Waarom doen die Europeanen niet meer aan hun defensie? Ook qua vuurkracht en aantallen militairen lopen ze niet in de pas met de VS. De VS hebben ruim 1,3 miljoen mannen en vrouwen onder de wapenen. Alleen al in Duitsland zijn 35.000 Amerikaanse militairen gestationeerd. In Italië 12.000, in het Verenigd Koninkrijk 10.000, in Spanje 3.500. Zelfs in Nederland zijn enkele honderden Amerikaanse militairen geplaatst, namelijk in Volkel en Brunssum. Volgens het Pentagon zijn er 64.000 Amerikaanse militairen in Europa. Met de toenemende Russische dreiging is het een Europese nachtmerrie dat president Trump deze troepen zou terugroepen naar de Verenigde Staten.

Personeelskracht is op orde

In de politieke organisatie NAVO hameren Trump en zijn mensen niet zozeer op aantallen manschappen, maar om budgetten en percentages van het nationaal inkomen. Dat is logisch, want qua personeelskracht doen de bondgenoten niet onder voor de Amerikanen. De Turken hebben 355.000 mannen en vrouwen onder de wapenen, de Polen hebben er 202.000, de Fransen 200.000, de Britten 185.000, de Duitsers 182.000, de Italianen 165.000, de Spanjaarden 133.000, de Roemenen 81.000, de Nederlanders 41.000 en zo gaat het verder. Al met al komen ook de Europese landen bijna op 1,3 miljoen militairen.  

Maar aantallen militairen zeggen niet alles. Het gaat om vuurkracht. Wat dat betreft, lopen de Amerikanen voorop als het gaat om kernwapens, raketten en oorlogsschepen. Zo hebben de Amerikanen elf vliegdekschepen. De Britten hebben er twee, de Fransen één. Als de minder serieuze vliegdekschepen van de Italianen en Spanje worden meegeteld, komt het Europese aantal op zeven.

De Amerikanen hebben zeventig enorme onderzeeboten. De Europeanen hebben er 46, waarvan de meeste veel kleiner zijn. Nederland heeft er drie. Ook de Amerikaanse luchtmacht is met circa 3.500 zeer geavanceerde gevechtstoestellen en zo’n 450 aanvalsdrones, veel sterker dan die van de Europeanen gezamenlijk. Zij hebben amper 1.500 jachtvliegtuigen en 67 aanvalsdrones.

Bij de landstrijdkrachten is het beeld andersom. De Europeanen beschikken over 6.000 tanks, bijna anderhalf keer zoveel als de Amerikanen, want die hebben 4.400 tanks. Hier raken we de kern van de zaak. De NAVO is opgericht als antwoord op de Russische dreiging, niet als een werktuig voor het mondiale optreden van de Verenigde Staten. Washington dringt daar wel op aan. Reeds onder president Joe Biden bepleitten de Amerikanen een NAVO-statement dat de alliantie zich ook tegen China zou keren. De Europeanen reageerden afgemeten. Frankrijk hield zelfs de opening van een NAVO-kantoor in Japan tegen. De Europeanen willen extra investeren in defensie, want ze zien heus de dreiging van Poetin.

Maar Trump heeft behalve met de Russen ook met China, Zuid-Korea en Iran te maken. Een groot deel van zijn strijdkrachten richt zich op die potentiële tegenstanders. Daardoor geeft die vergelijking tussen Amerikaanse en Europese defensiebudgetten een scheef beeld.

De grootste Amerikaanse legerplaats buiten het eigen grondgebied is nog altijd Camp Humpreys in Zuid-Korea. In dat land zijn 22.000 Amerikanen gelegerd, in Japan zelfs 52.000. In totaal zijn twee keer zoveel Amerikaanse militairen gestationeerd in Azië en de Pacific dan in Europa. Cijfers van het Pentagon: 127.000 Amerikaanse militairen in Azië en de Pacific (inclusief 44.000 in Hawaï) en 64.000 in Europa. In het Midden-Oosten hebben de Amerikanen nog zo’n 8.000 militairen, waarvan 3.400 in Bahrein en 1.700 in Turkije. Zo’n 14.000 militairen zijn geplaatst in gebieden die het Pentagon niet wil onthullen. Dat gaat om landen als Irak en Syrië.

Politieagent van de hele wereld

De Verenigde Staten hebben in vrijwel landen alle ter wereld militair personeel gestationeerd. Tot op de Fiji-eilanden aan toe. Indien Trump de politieagent van de hele wereld wil spelen, kan hij toch moeilijk van de Europeanen verwachten dat ze financieel gelijke pas met hem houden. Van de 1,3 miljoen Amerikaanse militairen zijn er ongeveer 170.000 buiten het eigen grondgebied gestationeerd. Ruim 1,1 miljoen militairen zijn dus in de Verenigde Staten (inclusief Hawaï) aan het oefenen. Daarvan is bijna een kwart miljoen militairen verbonden aan bases en kazernes in de staat Californië, dus eigenlijk op maximale afstand van Europa. Dergelijke data geven een indicatie van de richting waarin Washington zijn belangrijkste vijand ontwaart. Dat is niet Rusland, maar China.

In de Koude Oorlog hadden de Amerikanen een politiek-ideologisch conflict met de Sovjet-Unie. De supermachten vochten een strijd uit om invloedsferen. Europa was het gevaarlijkste potentiële strijdtoneel. Vooral om die reden gaven de Amerikanen enorme bedragen uit aan defensie. In 1982 tijdens het presidentschap van Ronald Reagan ging 6,8 procent van het Amerikaanse nationaal inkomen naar defensie. In 1986 was dat percentage 6,6 procent. Daarbij steekt Trump bleekjes af met zijn huidige 3,3 procent en de prognose dat het percentage de komende jaren zal dalen naar 2,5 procent. Niet dat Trump minder miljarden uitgeeft aan landmacht, luchtmacht en marine, maar het nationaal inkomen stijgt en dus zakt het percentage.

Wat dat betreft, wekt Trump bepaald een wanhopige indruk met zijn pleidooien voor hogere Europese militaire bestedingen. In een politieke organisatie als de NAVO bijten Europese regeringsleiders nog liever hun tong af dan dat ze het hardop zouden zeggen, maar de Verenigde Staten kampen met ‘imperial overstretch’. Met een staatsschuld van 36 biljoen dollar (36.000 miljard) kunnen de Verenigde Staten hun internationale ambities niet lang meer volhouden. Trump doet of de Europeanen klaplopers zijn. Om te dreigen en intimideren, trekt hij zijn Atlantische verplichtingen in twijfel. Maar de Europeanen snappen dat hij hen oppookt, zodat hij de handen vrij heeft voor een confrontatie met China in de Stille Oceaan. Daarom probeert hij ook met Vladimir Poetin zoete broodjes te bakken en hem los te weken van zijn Chinese vrienden. Deze houding van Trump noopt de Europese landen tot zelfzuchtigheid.

Waar is de Zesde Vloot?

De beste jongetjes uit de NAVO-klas probeerden de afgelopen jaren met de Amerikanen mee te doen in de Pacific. Ook Nederlandse fregatten trokken op met Amerikaans-Britse eskaders door de Zuid-Chinese Zee en zelfs een keer door de Straat van Taiwan, richting Japan. Ook in dat deel van de wereld hebben Nederland en Europa grote belangen, maar deze manoeuvres van de Koninklijke Marine waren toch vooral ook een politieke poging om Washington in het NAVO-gareel te houden. Want in een conflict met Rusland moeten de Europese landen op de Verenigde Staten kunnen rekenen.

De posities van de ‘taakgroepen’ van de Amerikaanse marine geven een indicatie die voor Europa niet geruststellend is. De Zesde Vloot van de Amerikaanse marine moet de Oostelijke helft van de Atlantische Oceaan (inclusief Noordzee en Oostzee) en de Middellandse Zee bewaken. Waar is de Zesde Vloot? Volgens de eigen website waren de schepen de laatste weken vooral druk met een oefening bij de Kaapverdische eilanden. Op de Middellandse Zee waren alleen de USS The Sullivans en USS Truxtun present.

Een taakgroep van de US Navy bestaat doorgaans uit een vliegdekschip met onderzeeboten en minstens twaalf ‘destroyers’ (zwaar bewapende torpedobootjagers). De ‘Aircraft Carrier Group’ rond vliegdekschip USS Washington lag half mei in Japan. De taakgroep rond vliegdekschip USS Nimitz voer rond diezelfde tijd door de Zuid-Chinese Zee in de buurt van de Filipijnen. De taakgroep van de USS Harry Truman lag in de Rode Zee. De andere Amerikaanse vliegdekschepen waren thuis. Dit is een momentopname, maar voor Europa is dit ook een veeg teken. Voor Washington zijn de Vijfde Vloot (Perzische Golf, Rode Zee, een deel van de Indische Oceaan) en de Zevende Vloot (Pacific en Indische Oceaan) belangrijker dan de Zesde Vloot (Oostelijke helft Atlantische Oceaan en Mediterranean).

De Amerikanen willen wereldwijd actief zijn, voor de Europeanen is de verdediging tegen de Russen urgent. Dat plaatst de Amerikaanse klacht over een tekortschietende Europese defensie in een zeker daglicht, zeker indien Trump twijfel zaait met zijn ‘commitment’ aan de NAVO. Op de NAVO-top in Den Haag zullen de Europese regeringsleider dat niet expliciet naar voren brengen, want dan wordt het alleen maar erger en spelen ze ook nog eens Poetin in de kaart. Dat is allemaal niet de bedoeling. Net als tijdens de NAVO-top van 2018 in Brussel zullen de Europese regeringsleiders Trump sussen en hem proberen te overtuigen dat hij de afspraken over militaire uitgaven kan presenteren als een persoonlijke overwinning. Naar verluidt speelde de toenmalige Nederlandse premier Mark Rutte toen een hoofdrol door Trump in te fluisteren hoe hij de crisisachtige bijeenkomst als een politieke overwinning kon verkopen.

Een handig getal voor een dergelijk politiek conclaaf is altijd de ‘common funding’. Dat is het bedrag voor de wapensystemen van de NAVO zelf. Daartoe behoren onder andere een vloot in Duitsland gestationeerde AWACS-radarvliegtuigen en een serie vanuit Sicilië opererende Global Hawk spionagedrones. De NAVO heeft hiervoor een eigen budget van 4,6 miljard euro per jaar. Dat is een relatief klein bedrag, maar de NAVO hecht er grote symbolische betekenis aan. De NAVO website noemt de common funding ‘een belangrijk element van het onderling dragen van kosten en het tonen van gezamenlijke verantwoordelijkheid, het gezamenlijk dragen van risico’s en het gezamenlijk delen van voordelen binnen het bondgenootschap’.

Stralende Trump

Aangezien de AWACS-toestellen door Boeing worden gemaakt en de Global Hawks ook door een Amerikaanse wapenfabrikant (Northrop Grumman) worden gebouwd, zou je verwachten dat de Amerikanen ook hier het grootste deel van die 4,6 miljard voor hun rekening nemen. Maar dat is niet het geval. De VS betalen 15,9 procent, de anderen betalen de rest. Duitsland financiert 15,8 procent, Verenigd Koninkrijk 11 procent, Frankrijk 10,2 procent, Italië 8,5 procent, Nederland 3,3 procent en zo verder. Die common funding is ook de perfecte methode om de Amerikanen te laten merken dat ze voor hun wapenexporten enorm voordeel hebben van de Europese bewapeningsinspanning. Met name voor jachtvliegtuigen, raketsystemen, luchtafweer en satellietcommunicatie zijn de Europeanen volledig aangewezen op Amerikaanse leveranciers. Vooral dankzij Saoedi-Arabië en de Europese landen zijn de Verenigde Staten verreweg de grootste wapenexporteur van de wereld. Al met al is dat common funding-lijstje dus ideaal om president Trump nog even onder de neus te wrijven, als hij eind juni tenminste komt opdagen in Den Haag.

Sinds 2018 zijn Trump en Rutte vertrouwelingen. Rutte is nu secretaris-generaal van de NAVO en heeft al laten doorschemeren hoe het compromis over de nieuwe NAVO-norm kan worden bereikt: 5 procent is geboden, maar 3,5 procent is ook al mooi. Om toch de 5 procent aan te tikken en Trump te laten stralen, mogen Europese landen ook allerlei andere uitgaven meetellen. Aanleg van wegen en tunnels, bouw van spoorlijnen en vliegvelden, dat soort werk. Wat is er eigenlijk niet NAVO-relevant? Zo kennen we de NAVO weer, niet als een militaire club, maar als een politieke organisatie.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!