Markt Rutte. Het demasqué van een handelsreiziger

uber
Mark Rutte en Neelie Kroes met Uber-topman Travis Kalanick. Bron: Twitter.

Zijn ‘t vakantiekiekjes? Of gaat er meer schuil achter de vrolijke gezichten?

Mark Rutte, in pak, met VVD-partijgenoot Neelie Kroes, bij Travis Kalanick, de toenmalige topman van taxi-app Uber in kreukelig poloshirt.

Rutte en Kroes in een stralende bolide.

Rutte in een vergaderzaaltje. Hij eet een banaan met oprichter en topman Elon Musk van stekkerautofabrikant Tesla.

Vakantiekiekjes, hell no! Het zijn foto’s van een werkbezoek van Rutte in 2016 aan de slimste en succesvolste technologiebedrijven in Silicon Valley.

De foto’s zitten in een stapel documenten die het kabinet openbaar heeft gemaakt na vragen van zeven Tweede Kamerleden. De vragen volgen op eerdere onthullingen van klokkenluider Mark MacGann. Hij was enkele jaren Ubers toplobbyist. MacGanns doel: de in zijn ogen bijzonder coöperatieve opstelling van de Belastingdienst tegenover de fiscale verlangens van Uber aan de kaak stellen.

‘Kan mijn kleinzoon zijn’

De documenten zijn de droom van liefhebbers van de versmelting van bedrijfsleven, politiek en geld. Ze bieden een inkijkje in het stiekeme, grijze gebied waarin oud-politici, zoals Kroes (oud-minister, oud-Eurocommissaris, VVD-mastodont), politieke machthebbers, zoals Rutte, voor het karretje spannen en proberen te spannen van de belangen van hun opdrachtgevers. Van het taalgebruik van Kroes in een sms-bericht aan Rutte (Heb een fascinerende ontmoeting gehad met founder van Uber. Kan mijn kleinzoon zijn.) tot de ambtelijke opdracht van Rutte voor een antwoord: een mailtje dat ‘enthousiast en passend van toon’ is met uitleg waarom hij op dat moment Kalanick niet wil ontmoeten.

Zo kocht Uber invloed in de Nederlandse politieke top. Kroes zat later à twee ton per jaar in een adviesraad van Uber. De eerste keer lukte het niet een ontmoeting met Kalanick te arrangeren. Uber was te omstreden en onderwerp van justitie-onderzoek. Maar ruim een jaar later ging het wel door, toen Rutte een reis door Silicon Valley maakte. Uber speelde de rol van starter, terwijl beleggers de taxi-app al op tientallen miljarden dollar waardeerden. Rutte liet het zich aanleunen. Ubers lobby opende deuren die voor anderen gesloten bleven. Kijk, zo werkt de ‘lobbycratie’.

Belasting, belasting, belasting

De documenten over de relaties met Uber leggen een patroon bloot: Rutte als handelsreiziger voor particuliere belangen van grote ondernemingen. Het belang van Uber was het verkrijgen van politieke steun én een afspraak, liefst een voordelige afspraak, met de Nederlandse fiscus over de waarde van royalties, aftrekbare kosten en de belastingaanslag die daaruit zou rollen. ‘Uber zit maar om één reden in Nederland: de belasting’, zei klokkenluider MacGann vorige week in NRC. En dat wist Rutte drommelsgoed.

In de achtergrondinformatie voor zijn Amerikaanse trip legden de ambtenaren per fiscaal voordeeltje uit hoe de stand van zaken was. Van de fiscaal voordelige innovatiebox tot en met de zogeheten CV/BV-constructies waarmee een bedrijf als Google via Nederland en Ierland miljarden winst naar Bermuda overhevelde. Volledig legaal.

Maar juist vanwege de fiscale hebzucht in Silicon Valley, was Ruttes bezoek daar omstreden. Wat wilden de miljardenbedrijven? Shoppen langs de subsidiepotten. Maar de Nederlandse politiek maakte daar geen punt van.

Rutte verspeelde politiek kapitaal

De fiscale voordelen van Nederland uitventen was een van de taken die Rutte zich kennelijk had gesteld. In de strijd om buitenlandse hoofdkantoren (met banen) aan te trekken zijn belastingopbrengsten het eerste slachtoffer. Kijk ook maar naar Luxemburg, Ierland, België, Zwitserland. Zij hebben niet de voordelen van een grote thuismarkt (consumenten, werknemers, staatssteun), dus schermen ze met fiscale douceurtjes.

Dat was al zo toen Rutte een cruciale rol speelde om het Europese hoofdkantoor van het Israëlische bedrijf ICL naar Nederland te krijgen (hij mocht het in 2015 zelf openen). Het was zo toen hij zich inzette om de dividendbelasting af te schaffen, opdat het Brits-Nederlandse voedingsconcern Unilever zijn hoofdkantoor in Nederland zou vestigen en Shell in Den Haag zou blijven. Rutte verspeelde daarmee opgespaard politiek kapitaal. Bovenal markeert zijn mislukte interventie ten gunste van zijn oude werkgever Unilever de omslag naar steeds vijandiger opvattingen in politiek Den Haag tegenover het bedrijfsleven.

1 op 1 in Davos?

De inzet en het enthousiasme van Rutte voor de belangen van grote ondernemingen zouden zich nog vele malen herhalen. Als Larry Fink voor een afspraak belt, de topman van BlackRock, een geldgigant én een belangrijke aandeelhouder in grote bedrijven, is Ruttes agenda nooit vol. De topman van het conglomeraat Tata uit India, Natarajan Chandrasekaran, en Theo Henrar, de toenmalige topman van Tata Steel Nederland (voorheen Hoogovens), wisten dat ze altijd welkom waren in het Torentje.

Bij zijn staatsbezoek aan de Amerikaanse president Trump in 2018 was Rutte vergezeld door de topmanagers van vijf grote in Nederland gevestigde ondernemingen: Shell, Schiphol, Philips, Aegon en NXP. Welkom in de Oval Office: heeft een van de heren nog iets te regelen met de Amerikaanse president? Particuliere belangen, staatszaken, diplomatie, alles kan zo door elkaar gaan lopen.

Vandaar dat het World Economic Forum voor een handelsreiziger in belangen zoals Mark Rutte zo’n uitnemend toneel is. In Davos komt alles achter gesloten deuren samen: politiek, economie, bedrijfsbelangen, relaties. Niet voor niets dat een ambtenaar suggereerde dat de eerste ontmoeting met Uber-chef Kalanick misschien een 1-op-1 in Davos kon zijn.

Nu zijn de Uber-lobbydocumenten in het publieke domein. De Belastingdienst onderzocht zijn eigen beleid tegenover Uber en zag geen ernstige missers. Daarover wil de Tweede Kamer ook klokkenluider MacGann horen.

Dat zet de schijnwerper op Kroes, op Rutte, maar ook op Nederland dat zichzelf te fatsoenlijk vindt voor afdwingbare en concrete regels tégen het kopen van politieke invloed. Of dat nu bedrijfslobby is, een register waarin politici alle giften moeten noteren of de financiering van politieke partijen. Zolang Nederland dat verzuimt, zeggen de Uber-documenten opnieuw: de democratie wikt, maar de lobbycratie beschikt.

Menno Tamminga was redacteur en economisch columnist van NRC Handelsblad. Sinds augustus 2022 staan zijn wekelijkse columns in Wynia’s Week.

Wynia’s Week is onafhankelijk en ongebonden. Dat wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee? Dat kan HIER. Hartelijk dank!