Met activist Johan Vollenbroek valt best te praten als je hem als adviseur inhuurt

vollenbroek
Bij de afvaloven in Harlingen was Johan Vollenbroek eerst activist (tegen) en later adviseur (voor). Beeld: YouTube en Twitter.

Drie jaar geleden was Johan Vollenbroek nog trots dat hij had meegewerkt aan het schoner maken van de afvalverbrander in het Friese Harlingen. De milieuactivist, bekend van ‘Mobilisation for the Environment’ (MOB) en zijn vele rechtszaken, noemde het in een interview met de agrarische pers een ‘een flink project, met uiteindelijk alleen maar winnaars.’ Vollenbroek had technische oplossingen bedacht om de giftige uitstoot van de afvalcentrale te verminderen. ‘En daar is MOB voor betaald,’ zei hij toen. Ruim 155.000 euro.

Wie hem dat nu nazegt, is volgens Vollenbroek een leugenaar. Stichting Agrifacts beticht hij van ‘Trumpiaanse riooljournalistiek’ en Wynia’s Week van ‘vuilspuiterij’.

Vollenbroek gaat graag tekeer

Wanneer wetenschapsjournalist Arnout Jaspers het Harlingse verhaal opneemt in zijn bestseller De Stikstoffuik, reageert Vollenbroek met een tirade die omroep BNNVARA zonder feitencheck publiceert. Rekeningen zouden ‘niet bestaan’ (ze bestaan). MOB zou ‘nooit’ voor de gemeente Harlingen hebben gewerkt. Dat klopt strikt genomen: de opdracht voor zijn advieswerk werd door de gemeente uitbesteed aan de Friese GGD.

Zo blijken de ‘leugens’ over Vollenbroek wel vaker (bescheiden) onzorgvuldigheden. Vollenbroek procedeerde in Friesland niet als ‘MOB’, maar namens de Stichting Natuur en Milieu. Hij werd niet door de provincie ‘ingehuurd’, maar wel door de provincie betaald. Het werk liep niet via MOB, maar via zijn BV. Wie dat niet precies opschrijft, is een ‘leugenaar’, of erger. Hoewel zelfs Vollenbroek zelf dergelijk onderscheid niet altijd helder maakt.

Eerste vergunning afvaloven wordt afgeschoten

Vollenbroek raakt via de lokale actiegroep Stichting Afvaloven Nee betrokken bij de bouw van de Reststoffen Energie Centrale (REC) aan de Waddenzee. De centrale is eigendom van de omringende Friese (en Groningse) gemeenten. Drijvende kracht achter de bouw is gedeputeerde Piet Adema (ChristenUnie), inmiddels minister van Landbouw. Die weet in Den Haag 6 miljoen euro subsidie los te krijgen voor de centrale.

Vollenbroek neemt op uitnodiging van de Afvaloven Nee de vergunningaanvraag onder de loep. Zijn conclusie: de opzet van de rookgasreiniging deugt niet. Afvaloven Nee, Stichting Natuur en Milieu en de Waddenvereniging stappen naar de Raad van State, die hen in januari 2010 gelijk geeft.

Vollenbroek noemt het een ‘leugen’ dat MOB tegen de afvaloven zou hebben geprocedeerd. Hij verduidelijkt in een interview met Agrio, uitgever van agrarische vakbladen: ‘Ik heb namens Natuur en Milieu geprocedeerd tegen de afvalcentrale en niet als MOB.’ Volgens Hans Gillissen, voorzitter van Afvaloven Nee, was het ‘vooral door inbreng van Vollenbroek’ dat de milieuvergunning werd vernietigd.

In de loop van 2010 geeft de provincie een nieuwe milieuvergunning af. Ook daartegen gaan de bezwaarmakers in beroep, maar deze keer hebben ze geen geluk: de centrale mag van de Raad van State in gebruik worden genomen.

Vollenbroek komt in adviesgroep

In 2014 komt er toch weer onrust. Toxicoloog Abel Arkenbout treft dioxines aan in eieren van particuliere kippenhouders in Harlingen. Het is onduidelijk of de REC de bron is.

Om de zorgen van omwonenden weg te nemen, besluit de provincie dat er een luchtkwaliteitsonderzoek moet komen. De bevolking van Harlingen krijgt een ‘prominente en zwaarwegende rol’ in dat onderzoek. Daarvoor wordt een ‘begeleidingsgroep’ opgericht. Die moet advies geven over de opzet van het luchtonderzoek.

Vollenbroek wordt gevraagd om deel te nemen aan de groep. Door wie? Noch de gemeente Harlingen noch de provincie Friesland kan het zeggen. ‘Het initiatief om de heer Vollenbroek te benaderen werd door de gemeente en de provincie in gezamenlijkheid genomen,’ verklaren zij beiden.

‘Hooggeplaatste politicus’

Volgens Afvaloven Nee had Piet Adema – ‘ten einde raad’ – Vollenbroek al eens gevraagd om voor de provincie te komen werken, maar dat was enkele jaren eerder. Tegen de tijd dat de begeleidingsgroep werd opgericht, had Adema de provinciale politiek verlaten.

Vollenbroek is er vaag over. Hij vertelt Agrifacts: ‘Een hooggeplaatste politicus in het Friese heeft mij gevraagd als adviseur.’ Tegen De Gelderlander: ‘Wij waren kennelijk de enigen waar de bevolking nog vertrouwen in had.’ Waar dat uit bleek? De gemeente en de provincie weten het niet. ‘Dus belde de GGD of we in de begeleidingsgroep wilden.’

‘We’, als in MOB? Dat is volgens Vollenbroek weer een ‘leugen’: ‘MOB heeft nooit voor de gemeente Harlingen gewerkt. Ook niet voor provincie Friesland.’

Bonnetjes Vollenbroek belanden bij de provincie

Hoe zit het nou? De Stichting Agrifacts onthult in september 2020 dat Vollenbroek is betaald door de GGD Friesland, maar dat de opdracht voor de begeleidingsgroep van de gemeente Harlingen kwam. Vollenbroek factureert op briefpapier van MOB, maar hij geeft het rekeningnummer op van zijn eigen Milieu-Adviesbureau Vollenbroek BV.

Dat blijkt uit kopieën van rekeningen die zijn opgevraagd door Afvaloven Nee. De actiegroep deed niet mee aan de begeleidingsgroep. ‘Wij waren principieel tegen deze overbodige en risicovolle afvaloven,’ licht Gillissen toe. Hij was teleurgesteld dat Vollenbroek wel meedeed. ‘Dit was voor ons een bevestiging dat hij van ‘tegen de afvaloven’ was gedraaid naar ‘‘adviseur ten behoeve van de afvaloven.’’ Wij hebben dat ervaren als dat ‘’onze adviseur” was overgekocht. En dat wringt tot op de dag van vandaag.’

Doordat niet MOB, maar zijn eigen BV, is betaald, kan Vollenbroek volhouden dat MOB ‘nooit’ geld heeft gekregen van de provincie of de gemeente. De GGD declareert zijn facturen echter bij de provincie, die een half miljoen euro vrijmaakt voor de hele begeleidingsgroep. Daarvan ontvangt Vollenbroek tussen 2015 en 2017 ruim 155.000 euro.

De GGD betaalt Vollenbroek 100 euro per uur plus reiskosten om vergaderingen voor te bereiden en bij te wonen, rapporten te evalueren en notities te schrijven. Arkenbout, de toxicoloog, doet ook aan de begeleidingsgroep mee en vraagt 50 euro per uur.

De opzet was om zes keer bij elkaar te komen. Volgens de GGD bleek ‘gaandeweg het proces … dat de begeleidingsgroep meer tijd nodig had voor het uitvoeren van de gestelde opdracht.’ Daardoor namen de uren van Vollenbroek toe.

Volgens Harry Boon (CDA), destijds wethouder in Harlingen, niet onterecht: ‘Naar mijn idee was dat ook omdat de discussies ernaar waren.’

Vollenbroek gaat verder in ‘overleggroep’

De uitkomst van de begeleidingsgroep is een onderzoeksopdracht. Op de aanbesteding schrijft alleen de GGD Amsterdam zich in voor 235.000 euro. Die begint in 2016 met meten.

Vollenbroek is nog niet klaar. Datzelfde jaar wordt een tweede groep in het leven geroepen, een ‘overleggroep REC’ bestaande uit vertegenwoordigers van de provincie Friesland, de gemeente Harlingen, de afvalverbrander en drie leden van de begeleidingsgroep: voorzitter Peter Polhuis, toxicoloog Arkenbout en Vollenbroek.

Deze groep onderzoekt de bron van de dioxine die Arkenbout in 2014 had aangetroffen en doet voorstellen om de uitstoot van de afvalcentrale te verminderen. Vollenbroek is tevreden met het resultaat: hij prijst de ‘succesvolle technische oplossing’ die is gevonden. De uitstoot van dioxines en furanen valt inmiddels ver onder de wettelijke normen.

Ook Boon, de wethouder, was blij: ‘Een positief traject is het geweest in mijn beleving.’

Afvaloven Nee ziet dat anders: ‘De burgers mogen wel meer dan drie ton bij elkaar hoesten, maar blijven zitten met een ondermaatse en overbodige afvaloven. Na honderdduizenden euro’s en een hoop gepraat, is er niets wezenlijks verbeterd aan deze afvaloven.’

Ook in Zuid-Holland geeft Vollenbroek betaald advies

Harlingen is niet het enige voorbeeld. Ook in Zuid-Holland procedeert Vollenbroek tegen de provincie en laat hij zich vervolgens voor milieuadvies inhuren door een gemeente.

Het betreft een afvalstortplaats op de grens van de gemeenten Dordrecht en Sliedrecht, de Derde Merwedehaven. Vollenbroek raakt betrokken via een lokale actiegroep die de vergunning van de stortplaats aanvecht. Er zou te veel stank zijn en buiten de vergunning om asbest worden gedumpt.

Op het eerste punt krijgt Vollenbroek van de Raad van State gelijk. Het tweede punt blijft, ondanks onderzoeken van onder meer TNO en zelfs een strafrechtelijk onderzoek van het OM, discutabel, omdat het storten van asbest in de oorspronkelijke vergunning noch werd toegestaan noch werd uitgesloten.

De provincie erkent uiteindelijk dat het nalatig is geweest in het toezicht. Het afvalbedrijf had vaker de luchtkwaliteit moeten meten en de resultaten moeten delen met de provincie. Tussen 1993 en 2010 worden door de omgevingsdienst 21 asbestovertredingen vastgesteld. Toch krijgt de afvalstortplaats bijna nooit een boete.

Stichting Agrifacts wil van de gemeente Sliedrecht weten hoeveel Vollenbroek is betaald. De gemeente heeft daar duidelijk geen zin in. Er gaan vijf maanden en vijftien verzoeken overheen voordat de gemeente Agrifacts de bonnetjes laat zien. Daaruit blijkt dat Vollenbroek bijna 126.000 euro (exclusief btw) is betaald. Niet alleen voor zijn advies over de afvalstortplaats, maar ook over de fabriek van Chemours (voorheen DuPont) in Dordrecht.

Ook daar steunde Vollenbroek eerst een plaatselijke actiegroep tegen de chemiefabriek en werd hij vervolgens door de gemeente ingehuurd om over de milieuvergunningen te adviseren.

Vollenbroek sluit zijn emails aan Chemours af met ‘MOB’ en doet aan de gemeenten Dordrecht en Sliedrecht verslag op briefpapier van MOB, maar – wederom – zou het een ‘leugen’ zijn dat ‘MOB’ voor de gemeenten heeft gewerkt.

‘Deals’ met bedrijven

Volgens Vollenbroek heeft hij het noch in Harlingen noch in de Drechtsteden op een akkoordje gegooid met lokale bestuurders. In het verleden ging hij er evenwel juist prat op ‘deals’ te sluiten.

Toen Kuwait Petroleum Europoort, een aardolieraffinaderij in Rotterdam die sindsdien is overgenomen door het van oorsprong Russische Gunvor, een nieuwe vergunning nodig had, belden ze volgens Vollenbroek MOB om te vragen: ‘We zijn dit en dit van plan, wat vinden jullie ervan?’ Vollenbroek vertelde De Gelderlander in 2017: ‘Uiteindelijk hebben we afgesproken dat zij de uitstoot van het schadelijke zwaveldioxide zouden terugbrengen van 2.000 naar 600 ton en wij niet zouden procederen. Dit soort deals hebben we met veel meer bedrijven gemaakt.’

Tegenover Wynia’s Week ontkent Vollenbroek dat hij ooit direct contact met Kuwait Petroleum heeft gehad.

Het lukt niet altijd om tot afspraken te komen. Zo vocht Vollenbroek Porthos aan, een project om afgevangen CO₂ in lege gasvelden onder de Noordzee op te slaan. ‘Voor het project is ruim 2 miljard euro subsidie uitgetrokken,’ vertelde Vollenbroek het AD vorig jaar. ‘Dat gaat onder meer naar Shell en Exxon. Wij hebben de projectleider gezegd dat we van de rechtszaak afzien als zij afzien van de subsidie. Dat doen ze niet.’ Dus procedeert Vollenbroek verder.

Boeren gaan op aanbod Vollenbroek in

Zo ook met boeren. Vollenbroek vertelde Boerderij Vandaag in 2014 dat hij bereid was om met boerenlobby LTO te praten over vermindering van de stikstofuitstoot. In ruil daarvoor zou MOB afzien van het indienen van bezwaren tegen milieuvergunning. LTO weigerde, maar individuele boeren gingen op het aanbod in.

‘Ze nemen contact met ons op,’ zei Vollenbroek toen. ‘Laatst nog een boer uit Staphorst. Die gaf aan dat hij een emissiearme roostervloer zou leggen, waardoor de ammoniakuitstoot zou verminderen. Nou, dat is top, en dan trekken wij het bezwaar in. En zo doen we dat bij meer boeren.’

Sindsdien procedeert MOB ook tegen vergunningen die op basis van zogenoemde emissiearme stalvloeren zijn verleend, omdat die helemaal niet zo emissiearm blijken te zijn.

MOB verdient aan dwangsommen

MOB maakt bezwaar tegen honderden vergunningen voor fabrieken en boerenbedrijven: biomassacentrales en biovergisters, cacaofabrieken in de Zaanstreek, een yoghurtfabriek van Fage, steenwolfabrikant Rockwool, chemieconcern Sabic, Tata Steel, waterbedrijf Vitens, megastallen, gasgestookte kassen.

In maart startten MOB en de Vereniging Leefmilieu – Vollenbroek is één van de vier bestuurders – nog procedures tegen veertig ‘piekbelasters’ in Brabant, Gelderland, Limburg en Overijssel.

‘Nederland zit helemaal op slot door het stikstofinfarct,’ verklaarde Vollenbroek destijds. ‘En de Nederlandse regering doet vrijwel niets om het probleem op te lossen.’

Provincies kunnen alle bezwaarschriften en handhavings- en Wob-verzoeken van MOB niet binnen de wettelijke termijn verwerken. Dan moeten ze dwangsommen betalen. Zo keerden volgens Boerderij Vandaag alleen de provincies Overijssel en Utrecht in 2014 al 345.000 euro uit aan MOB en de Vereniging Leefmilieu.

Wanneer handhavingsverzoeken door een provincie worden afgewezen, tekent MOB bezwaar aan. Dan moet een onafhankelijke bezwaarschriftencommissie zich erover buigen. Als MOB het ook met hun beslissing oneens is, stapt Vollenbroek naar de rechter.

300.000 euro aan donaties

Dwangsommen voor te laat beantwoorde Wob-verzoeken werden in 2016 afgeschaft. (De Wet openbaarheid van bestuur werd in 2022 de Wet open overheid.) Voor te laat afgehandelde bezwaarschriften bestaan dwangsommen nog wel. Die lopen op tot 45 euro per dag met een maximum van 1.442 euro per bezwaarschrift.

Hoeveel MOB daaraan verdient? Vollenbroek zegt in een interview met Vrij Nederland dat de kas van MOB in 2021 ‘zo goed als leeg was’. Uit cijfers van de Kamer van Koophandel blijkt dat MOB eind 2020 iets meer dan 40.000 euro in kas had. Vollenbroek voegde een donatieknop aan zijn website toe. ‘Sindsdien hebben we maar liefst drie ton ontvangen.’ Met de opbrengst worden advocaten betaald.

De BV van Vollenbroek zit er warmer bij. Eind 2019 – sindsdien zijn er geen jaarrekeningen bij de KvK gedeponeerd – stond er bijna 1 miljoen euro op de rekening. Vollenbroek noemt het in een interview met De Stentor een ‘pensioen-bv, daar gebeurt helemaal niks in.’

Wat vinden andere natuurbeschermers?

Vollenbroek schuwt kritiek op andere milieuclubs niet. Zo vond hij in 2020 dat Natuurmonumenten zich ‘veel te lief’ opstelde in de stikstofdiscussie. Hij brak in 2015 met Natuur en Milieu, omdat die zich niet – zoals hij – tegen biomassa had gekeerd. ‘De natuur is bij die gevestigde en deels gesubsidieerde clubs buiten beeld geraakt,’ zei Vollenbroek vorige maand. Toch willen weinig partijen waar Vollenbroek mee heeft geprocedeerd iets kwijt over zijn werkwijze.

Natuur en Milieu Gelderland noemt Vollenbroek een ‘onafhankelijk en gepassioneerd natuurbeschermer.’ Geert Verstegen van het Brabants Burgerplatform verklaart: ‘Wij werken uitstekend samen met Vollenbroek om burgers en natuur te beschermen tegen uitwassen van de vee-industrie.’

Henk Compter, wiens Vereniging Verontruste Burgers Voorne meerdere rechtszaken samen met Vollenbroek heeft gevoerd, is kritischer. ‘Mijn beeld van de heer Vollenbroek is dat hij gaat voor één doel en geen oog heeft voor het grote geheel. Zijn strijd voor de verzuring gaat ten koste van energiebesparing, CO₂-reductie en welvaart. Anderzijds is zijn reactie wel begrijpelijk met deze overheid die “geitenpaadjes” volgt. Het is een werkwijze die niet uitnodigt voor samenwerking en oplossing, maar sterk gericht is op het halen van zijn eigen gelijk. En blijkbaar met succes.’

Een conceptversie van dit artikel is een week voor publicatie voorgelegd aan Johan Vollenbroek. Zijn reacties hebben tot enkele correcties en verduidelijkingen geleid. Vollenbroek wilde niet dat uit zijn reacties zou worden geciteerd.

Wynia’s Week is onafhankelijk en ongebonden. Wynia’s Week wordt mogelijk gemaaktr door de lezers, kijkers en luisteraars. Doet u al mee? Hartelijk dank!