Nederland eist dat er plantensoorten terugkomen die er nooit geweest zijn, maar de EU wil alleen maar dat de natuur niet verslechtert

Oud-stikstofminister Christianne van der Wal (VVD) mag dan uit de politieke arena zijn vertrokken (zij is inmiddels voorzitter van de BOVAG), haar politieke erfenis – het ‘bijplussen van de natuur’ – doet zich nog in verschillende varianten gelden.
In 2022 publiceerde Van der Wal haar beruchte stikstofkaart van Nederland, waarin ongeveer 200.000 hectare bufferzones rondom natuurgebieden werden aangewezen. Zo stond rondom het Natura2000-gebied Lieftinghsbroek in Groningen (slechts 20 hectare groot) een nagenoeg ‘boervrije’ bufferzone van maar liefst 193 hectare ingetekend. Hierop kwam kritiek en alom klonken grote protesten. Waarna de stikstofkaart in een la verdween. Maar helemaal weg is die kaart toch niet. Ik kom daar in een tweede aflevering op terug.
‘Typische soorten’
In deze aflevering wil ik het met u hebben over het bijplussen van soorten. Daarbij blijf ik bij het voorbeeld Lieftinghsbroek, maar mijn betoog kan moeiteloos worden toegepast op de meeste andere stikstofgevoelige Natura2000-gebieden in Nederland.
In de Natuurdoelanalyse van 25 januari 2023 omschrijft de provincie Groningen de doelstelling voor Lieftinghsbroek ter verbetering van de kwaliteit zo: Een weelderige, soortenrijke kruidlaag met typische soorten als: aarbeiganzerik, bosroos, daslook, donkersporig bosviooltje, eenbes, heelkruid, lievevrouwebedstro, rood peperboompje, ruig hertshooi, ruig klokje, schedegeelster, winterlinde, zwartblauwe rapunzel. Daarbij stelt de provincie meteen vast dat geen van deze soorten aanwezig is in het gebied. Volgens het beheerplan zouden sinds 1937 inventarisaties in het gebied zijn gedaan, waarmee gesuggereerd wordt dat die soorten na die datum zijn aangetroffen, maar een bronvermelding kon de provincie daar niet voor geven.
Uit de data van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) zien we echter een toename van vaatplanten (aantal verschillende soorten) in Lieftinghsbroek en omgeving: Van 1900 tot 1968 waren er 197 soorten en van 2010 tot 2020 344 soorten. Dus zo slecht lijkt het niet te gaan. Maar als vastgehouden wordt aan de nu door de provincie gewenste soorten, zal het waarschijnlijk nooit iets worden met de natuur in Lieftinghsbroek
Maar ook al zouden de door de provincie gewenste soorten in 1937 in Lieftinghsbroek aanwezig zijn geweest, dan nog is de terugkeer van die soorten niet wat Europa van ons vraagt. Volgens de EU Habitatrichtlijn mag de natuur niet verslechteren vanaf de referentiesituatie in 2004 en dat is toch echt iets anders dan niet aanwezige soorten proberen terug te halen, als ze daar al ooit gegroeid hebben.
Steeds moeilijker doelen
De gebiedsanalyse Lieftinghsbroek van 15 december 2017 was nog grotendeels positief. Maar de zojuist aangehaalde Natuurdoelanalyse (NDA) geeft een veel somberder beeld: de Natura2000-doelstelling is dat de kwaliteit moet verbeteren en die doelstelling kan waarschijnlijk niet worden gehaald. Ja, dank je de koekoek. Als je steeds moeilijker doelen stelt, dan lukt het natuurlijk nooit.
Deze NDA is beoordeeld door de Ecologische Autoriteit (EA). De EA is door stikstofminister Van der Wal ingesteld. Als eerste voorzitter benoemde zij Hans Mommaas. Met zijn opleiding als socioloog was hij natuurlijk bij uitstek geschikt voor die functie. De EA concludeerde dat de huidige NDA ontoereikend is om te beoordelen of de natuurdoelen in Lieftinghsbroek (die niet ter discussie werden gesteld) gehaald zullen worden en kwam met een aantal aanbevelingen. Als de EA werkelijk onafhankelijk was geweest, had ook een kritische beoordeling van de natuurdoelen zelf voor de hand gelegen.
Wanneer daagt het de provincies?
Volgens de Europese gebiedsinformatieformulieren van Nederlandse natuurgebieden is er geen verband tussen stikstof en ‘de staat van instandhouding van natuur’. Deze informatieformulieren worden door de provincies niet gebruikt voor de gebiedsdoelstellingen. Bij de beoordeling van individuele natuurgebieden hanteren Europa en provincies een verschillende systematiek. Europa stuurt op een ‘gunstige staat van instandhouding’, Nederland op verlaging van de stikstofneerslag en een toename van het aantal bijzondere soorten.
Sturen op kritische depositiewaarden en stikstof biedt geen garantie voor het bereiken van een gunstige staat van instandhouding. De huidige demissionaire staatssecretaris voor natuur Jean Rummenie (BBB) is inmiddels van dat laatste overtuigd. Maar wanneer breekt dat inzicht ook bij de provincies door?
*Joost Schepel is gepensioneerd en had carrières in de reiswereld en advocatuur.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!