Niet het klimaat, maar de hoge inflatie en de stagnerende productiviteit moeten bankpresident Olaf Sleijpen zorgen baren

WW Bomhoff 21 juni 2025
Niet het klimaat, maar de hoge inflatie en de stagnerende productiviteit moeten bankpresident Olaf Sleijpen zorgen baren

Nog een paar dagen en Olaf Sleijpen begint als zesde president van De Nederlandsche Bank (DNB) sinds 1945. Wordt hij een van de sterkere leiders, zoals zijn grote voorgangers Marius Holtrop en Wim Duisenberg, een kostbare teleurstelling, zoals Nout Wellink en Klaas Knot, of iets daartussen, goedbedoelend maar zwak, zoals Jelle Zijlstra?

Of een president van DNB succes heeft, hangt natuurlijk niet alleen af van de persoon maar ook van zijn tijdvak. Marius Holtrop (president van 1946 tot 1967) bestuurde in een tijd met veel minder internationaal kapitaalverkeer en nog nauwelijks derivaten. De grote monetaire econoom Milton Friedman kon vertellen dat hij een keer in Chicago een optie-product wou aankopen om te verdienen aan een komende devaluatie van het Britse pond, maar dat zijn bank hem niet aan zo’n optie kon helpen omdat die niet bestond.

Politieke rugwind

Wim Duisenberg (1982-1997) deed het goed, zowel in Amsterdam als in Frankfurt als gids naar de euro, maar hij profiteerde ook van een politieke rugwind die zijn onfortuinlijke voorganger Jelle Zijlstra (1967-1981) moest missen. Minister Onno Ruding van Financiën gaf hem na alle fouten van de jaren zeventig politieke steun voor een anti-inflatiebeleid.

Nout Wellink (1997-2011) gaat de geschiedenis in als de president die schuld droeg aan het omvallen van ABN-AMRO en ING. Hij had die twee banken aangemoedigd om na te denken over een fusie, zodat Amsterdam kon bogen op een van de allergrootste banken van Europa. Dus gingen zowel ABN-AMRO als ING roekeloos en riskant miljarden lenen in het buitenland om maar hun eigen balans te verlengen en, zoals bankiers dat charmant zeggen, de ander op te eten in plaats van zelf opgegeten te worden. Gevolg: in 2008 gingen beide banken failliet omdat de internationale financiers hun kort uitgeleend geld terugtrokken. In vergelijkbare landen als Canada en Australië had de centrale bank wijselijk fusies tussen grote banken verboden, uit zorg voor aantasting van de concurrentie.

Sprekend over Canada en Australië: ze hebben daar een mooie eerste wegwijzer voor president Sleijpen. De Bank of Canada heeft 1750 stafleden voor een land met 34 miljoen inwoners. De Reserve Bank of Australia heeft 1770 stafleden in dienst voor 25 miljoen inwoners. Twee landen met meer inwoners, maar toch 600 mínder stafleden dan DNB die meer dan 2300 mensen in dienst heeft. Voordat Klaas Knot ging uitbreiden, had DNB er toevallig ook ongeveer 1700 en herstel van dat eerdere aantal is een mooi doel voor Sleijpen. Houd op met van DNB een expertisecentrum te willen maken op gebied van biodiversiteit en klimaat. En vooral: versimpel de bureaucratie. Laat het over aan de politiek om aan te moedigen dat mensen met het openbaar vervoer of met de fiets naar het werk gaan en stop de idiote eis dat banken dat allemaal moeten registreren voor hun toezichthouder DNB.

Uit vergelijkend onderzoek naar centrale banken bleek in 2022 dat de obsessie met CO2 en biodiversiteit nergens ter wereld zo bizar was als bij De Nederlandsche Bank van Klaas Knot. In het DNB-jaarverslag lezen we bijna niets over inflatie en armoede, maar staan honderden verwijzingen naar ‘klimaat’, alsof het de taak van DNB is om de banken daarvoor te waarschuwen. Het klimaat is een serieuze zaak, maar om daar als DNB honderden dure medewerkers voor in dienst te nemen, is even dwaas als een divisie demografie op re richten en de banken te waarschuwen voor de trend van meer bejaarden en minder kinderen. Riskant voor banken zijn plotselinge en onvoorziene schokken op het financiële systeem, niet langjarige trends die wel belangrijk zijn maar voor iedereen zichtbaar.

Te hoge inflatie

In zijn eerste interviews kwam Sleijpen gelukkig al terug van de hinderlijke gewoonte van zijn voorganger Knot om klimaat en biodiversiteit te noemen als hoogst belangrijke zorgen van DNB. Hij heeft genoeg ervaring om te weten wat de twee echte zorgen zijn. Allereerst: onze inflatie is al een paar jaar hoger dan het gemiddelde van de eurozone. En omdat tegelijk de zorg, het onderwijs en het openbaar vervoer moeite hebben om vacatures op te vullen, kunnen die overheidssectoren geloofwaardig dreigen met stakingen. Ze hebben geen last van concurrenten met lagere prijzen. Dan resulteren hogere lonen en weer hogere kosten in die sectoren – in economisch jargon een ‘loon-prijs spiraal’.

Maar grote delen van het bedrijfsleven hebben wél last van buitenlandse concurrenten met lagere prijzen. DNB heeft de luxe van de onafhankelijkheid van de politiek en kan dus analyseren waarom de kostenstijging bij ons al zo lang hoger is dan gemiddeld. Zo kan DNB een broodnodig tegenwicht bieden tegen Haagse ministeries die niet willen zien hoe gevaarlijk een aanhoudend hoge inflatie is voor een land dat niet meer – zoals tijdens Zijlstra in de jaren zeventig – zo af en toe kan devalueren met de valuta om weer wat minder kostbaar te worden.

De tweede grote zorg voor DNB zou moeten zijn hoe we de productiviteit van de economie kunnen verhogen. De productiviteit per hoofd van de bevolking stagneert, en dus kennen we niet meer de economische groei van het verleden. Jongeren kunnen niet meer hopen op een royalere toekomt, en maken zonder steun van rijke ouders nauwelijks kans op een eigen huis. Ook komt er niet ieder jaar meer belastinggeld binnen om extra uitgaven te financieren, nu voor defensie, maar ook voor huisvesting en zorg.

DNB heeft een grote onderzoeksdienst en die publiceerde in de afgelopen paar jaar 25 studies over het klimaat. Allemaal overbodig want – als gezegd – zeker een zorg maar niet speciaal voor een centrale bank. Maar willen we begrijpen waarom de productiviteit stagneert, dan leren we meer van Telegraaf-columnist Annemarie van Gaal, die bijna iedere week komt met kritiek op overbodige regels en bureaucratie die de productiviteit belemmeren. DNB schrijft amper één keer per jaar iets over productiviteit. Laat Sleijpen bij voorbeeld profiteren van zijn Amerikaanse collega bij de Federal Reserve Bank in Washington.

Geen Balkenende-norm

En dan tot slot het salaris. Bij DNB gaat president Sleijpen ruim twee keer zoveel verdienen als zijn collega Charles Powell, de president van de centrale bank in de Verenigde Staten. Nog negentien andere functionarissen bij DNB verdienen ook meer dan Powell (en meer dan onze eigen ‘Balkenende-norm’) die kennelijk niet geldt voor DNB . En hun pensioenopbouw is door het eigen DNB-pensioenfonds ook niet met twintig procent gekort, zoals bij ABP en het Pensioenfonds Zorg & Welzijn (PFZW). Vergeef het, als met het vertrek van Knot en de komst van Sleijpen maar dit mag veranderen:

– minder bureaucratie bij het toezicht en helemaal geen onzin meer over het registreren van CO2-uitstoot;

– een serieuze studie naar de stagnerende productiviteit, ook als de uitkomsten negatief uitpakken voor onze politici met hun te makkelijke kreten over de ‘transitie’;

– eindelijk eerlijke voorlichting over kosten en baten van de nieuwe pensioenwet, inclusief de echte kosten van het zogenoemde ‘invaren’.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!