Nieuw directoraat-generaal DG MENA zet achterdeur van de EU open voor migratie uit Noord-Afrika en Midden-Oosten

LodeGoukens 30-10-25_BEELD
Stefano Sannino, hoofd van het directoraat-generaal voor het Midden-Oosten, Noord-Afrika en de Golf (DG MENA; op de foto links naast de vlag), op bezoek in Tunis om het Tunesisch-Europese partnerschap te bespreken, 26-28 februari 2025. Beeld: south.euneighbours.eu.

De Europese Commissie beschouwt het Midden-Oosten en Noord-Afrika als een prioriteit, vertelde ze in het Europees Parlement. Ze gaat massaal studentenvisa uitdelen aan die landen waar nu al de meeste illegale migranten vandaan komen en waar het uitwijsbeleid faalt. Bovendien gaat de Commissie in die landen met geld strooien. 

De Europese Commissie scharrelde 42 miljard euro bij elkaar uit andere budgetten om ze te geven aan een nieuw departement voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Omdat het snel moest gaan namen ze een hele afdeling van een ander departement en maakten daar een zelfstandig directoraat-generaal van. Een DG is het equivalent van een ministerie. 

Mena betekent Midden-Oosten en Noord-Afrika 

Naast 42 miljard euro voor landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika gaat de Europese Commissie studentenvisa uitdelen in die landen. Studenten die hoogstwaarschijnlijk nadien niet terug zullen keren naar Marokko, Tunesië, Syrië, Irak enzovoort. Dat maakt dat het gloednieuw opgerichte DG MENA een achterpoort in het migratiebeleid van de Europese Unie wordt. 

DG Mena staat voor Middle East and North-Africa. Pas op 1 februari 2025 opgericht, maar nu al belooft het landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika volop EU-geld met een Pact voor de Middellandse Zee. De landen die zullen profiteren van dit Pact zijn Algerije, Bahrein, Egypte, Irak, Iran, Israël, Jordanië, Koeweit, Libanon, Libië, Marokko, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië, Syrië, Tunesië, de Verenigde Arabische Emiraten en Jemen. Via deelname aan het Erasmus+-programma voor studentenuitwisseling kunnen studenten uit die landen een semester of een jaar in de EU komen studeren. Op kosten van de Europese Commissie. 

Veel ruchtbaarheid gaven de EU-ambtenaren niet aan de oprichting van DG MENA. Het gebeurde in grootse stilte. Al is het wel bizar dat het Midden-Oosten en Noord-Afrika ineens een belangrijk Europees beleidsterrein werd. Normaal worden die beleidsterreinen thematisch gekozen, zoals mededinging, handel, landbouw, economie en financiën… 

De afgelopen jaren kwamen daar steeds meer ideologische DG’s bij zoals een DG voor klimaatactie (die klimaatlobbygroepen financierde) en de DG ECHO (voor humanitaire hulp via subsidies aan vluchtelingen-NGO’s en intergouvernementele organisaties zoals Unicef, UNHCR en IOM). Een andere trend waren DG’s die gingen over zaken die helemaal geen bevoegdheid zijn van de Europese Unie zoals de DG Defensie en de DG Onderwijs, sport en cultuur. 

Europees Parlement niet betrokken 

Kortom de DG’s binnen de Commissie worden in snel tempo gepolitiseerd. Nu komt daar een aparte DG bij voor landen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Landen die de meeste ongewenste migranten leveren aan de EU. Zowel via illegale migratie als via gezinshereniging. Een fenomeen dat ter rechterzijde van het politieke spectrum ‘omvolking’ genoemd wordt. 

Kan dat zomaar? Hebben de Europese Raad en het Europees Parlement hier dan mee ingestemd? Het Europees Parlement is slechts betrokken bij het Pact van 42 miljard euro in die zin dat de Commissie het parlement informeert. De betrokkenheid zou groter worden bij het uitrollen van het Actieplan, voorjaar 2026. Maar in geen enkel stadium krijgt het parlement meer dan een voorbereidende, adviserende en controlerende rol. Nochtans is er een consulatieverplichting, maar volgens de Commissie geldt die niet voor het opzetten van DG’s of het uitwerken van plannen, maar enkel na het presenteren van de wetsvoorstellen. 

Mena-landen zijn zorgenkind 

Uit parlementaire vragen over het Pact bleek dat de Commissie ‘mena’ als een van haar prioriteiten ziet. Het Pact wordt gepresenteerd als een politieke en strategische samenwerking, maar niet als een volledig wetsinstrument waarbij het parlement bijvoorbeeld medebeslisser is, zoals bij gewone EU-wetgeving. 

Nu zijn de mena-landen wel degelijk een zorgenkind van de Europese Unie. In 2006 was de helft van alle migranten in de toenmalige EU (van 15 lidstaten) afkomstig uit Marokko. Alle mena-migranten in totaal waren toen goed voor ongeveer 7 procent van alle migranten in Nederland. De belangrijkste groep zijn de Marokkanen. In Nederland wonen meer dan 420.000 Nederlanders van Marokkaanse afkomst. Dit aantal is gestegen van ongeveer 350.000 in 2010 naar 410.000 in 2020, en verder naar meer dan 420.000 in 2024. Ongeveer 60% van deze groep is in Nederland geboren. 

Betrouwbare cijfers? 

Over die cijfers valt het nodige te zeggen. In totaal ging het in 2006 over 3 miljoen mena-migranten in de toenmalige EU waarvan 202.802 in Nederland. Een andere studie in 2005 stelde vast dat Europa de belangrijkste ontvanger van mena-migranten was. Exact de helft van wie emigreerde uit een mena-land ging naar Europa. Die studie telde tussen de 5 en de 6,4 miljoen mena-migranten in de EU. Bijna het dubbele dan de officiële cijfers. 

Welke cijfers zijn betrouwbaar? Voor de hele EU zou het gaan om meer dan 2,5 miljoen mensen van Marokkaanse origine. Maar dit cijfer kan niet kloppen want alleen al in Spanje telt men er 800.000 en in Frankrijk ongeveer 1.514.100. In Frankrijk spreekt men van Maghrebins want daar woonden in 2023 ook nog eens 892.000 mensen geboren in Algerije. In 2020 telde de Belgische bevolking 100.000 mensen van Algerijnse afkomst, waarvan een groot deel de Belgische nationaliteit had. Wie kan rekenen ziet meteen dat de cijfers niet kunnen kloppen. 

De EU was zich twintig jaar geleden al bewust van het probleem. Dit leidde in 2008 tot een terugkeerrichtlijn van de Europese Commissie. Die verplichte lidstaten om illegalen uit derde landen terug te sturen, maar rekening te houden met de familiale en gezondheidstoestand. De terugkeerbesluiten van derdelanders groeiden nadien uit tot een nieuw probleem. 

In 2023 vaardigden de EU-landen 484.160 terugkeerbesluiten uit. Het aantal niet-EU-burgers dat daadwerkelijk terugkeerde was 111.185 personen. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) zijn de grootste groepen asielzoekers in Nederland afkomstig uit landen als Syrië, Turkije, Irak, Eritrea en Jemen. Drie van de vijf zijn mena-landen. 

DG Mena gaat juist die landen waar de meeste illegale migranten of asielzoekers vandaan komen en waar het terugsturen quasi onbegonnen werk is, geld en migratiemogelijkheden bieden. 

Sterke migratiewens in mena-landen 

De toestroom blijft groot. Het rapport Migration in the Middle East and North Africa door een onderzoeker van Princeton University wees in 2024 uit dat in alle mena-landen een migratiewens bestaat. Die kan significant verschillen. In Tunesië wil 46% van de bevolking naar Europa. In Jordanië wil 42% elders gaan leven en in Libanon is het 38%. Meestal kiezen ze eerst voor Canada of de Verenigde Staten en pas dan voor Europa. Bij de Palestijnen gaat het om 25%. Zelfs in de rijke oliestaat Koeweit waar de migratiewens het laagst is heeft nog altijd 16% een migratiewens. 

Volgens diezelfde studie wil meer dan één op drie Marokkanen (35%) naar Europa uitwijken. Een groot aantal van de potentiële mena-migranten is bereid dit op illegale manier te doen. In Marokko zou liefst 53% illegale migratie overwegen. 

Toch is mena-migratie niet waar DG MENA iets aan wil doen. Wel zet het de achterdeur open. Op 16 oktober kon Stefano Sannino als directeur-generaal bij het Directorate-General for the Middle East, North Africa and the Gulf van de Europese Commissie zeer trots melden dat de eerste grote resultaten binnen waren: een budget van 42 miljard euro om uit te delen in de landen van DG MENA en een plan om die landen op te nemen in het Erasmus+-programma voor studentenuitwisseling. Zo gaat DG MENA een Mediterrane Universiteit oprichten met vestigingen in de regio. 

Van student tot arbeidsmigrant 

DG MENA lijkt een achterdeur om migraten uit mena-landen vlotter binnen te laten in de EU. Zo stond in het Pact voor de Middellandse Zee amper één paragraaf over migratie en dan nog helemaal achteraan. De auteurs stellen daarin dat ‘migratie een globale realiteit is’. Het beheer van de migratie zou een gedeelde verantwoordelijkheid zijn. DG MENA gaat samenwerken met de vluchtelingenorganisaties van de Verenigde Naties, namelijk het VN-agentschap United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR) en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM). Beide voorstanders van open grenzen en gezinshereniging.  

IOM ondersteunt migranten die zich willen herenigen met familieleden. Op hun Nederlandse website staat ‘Wij faciliteren arbeidsmigratie door het matchen van talent buiten Europa met de vraag van Nederlands werkgevers. Arbeidsmobiliteit is een internationaal fenomeen: meer dan tweederde van het wereldwijde aantal migranten is arbeidsmigrant. Arbeidsmobiliteit heeft, mits goed gemanaged, veel voordelen voor migranten, voor landen van herkomst en voor de Europese economieën.’ 

Binnenkort noemt de overheid een student uit een mena-land die hier illegaal blijft leven wellicht officieel een arbeidsmigrant. 

Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zowww.wyniasweek.nl/doneren/. Hartelijk dank! Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw publicabele reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!