Om de democratische rechtsstaat te behouden, moeten we onze westerse waarden werkelijk gaan huldigen en handhaven

maaike
De Haagse Schilderswijk, 27 november 2024. Foto ANP/ HH / Jean-Pierre Jans

Een oude traditie aan het einde van een jaar is nadenken over het verleden en over de toekomst. Waar komen we vandaan en waar gaan we naartoe?

Je kunt het heden alleen begrijpen als je tenminste een globaal idee hebt van wat aan dat heden vooraf ging. Helaas zijn velen nogal selectief in het herinneren. Bepaald onrecht – slavernij, de Nakba, kolonialisme – moet bijna obsessief herinnerd en ‘goedgemaakt’ worden, ander onrecht mag niet of nauwelijks bestaan. In het terugdenken en vooruitkijken dacht ik vooral aan een onrecht in Nederland waar niet van geleerd is, en dat nog steeds doorgaat. Een onrecht dat onze toekomst als land zal bepalen.

Een zorgvuldig aangekweekt afgrijzen

In 2021 deed ik een poging om dat onrecht onder de aandacht te brengen. Het was natuurlijk niet politiek correct, en de woorden die ik nodig had om het te omschrijven waren al taboe verklaard. Onderschat de definitiemacht van de gevestigde orde niet. Wie de betekenis van woorden vaststelt, wie de heilige huisjes op mag richten en de taboes mag bepalen, kan morele superioriteit claimen en het dominante narratief handhaven.

Het onrecht dat ik onder de aandacht wilde brengen kwam voort uit de derde demografische transitie. Zegt u dat niets? Ik zal het uitleggen. De derde demografische transitie is een concept uit de demografie dat verwijst naar ingrijpende veranderingen in de bevolkingssamenstelling door internationale migratie, bovenop eerdere demografische veranderingen. Als u dat nog steeds niets zegt, er zijn mensen die er een simpele term voor bedacht hebben: omvolking. Als u nu in afgrijzen dit artikel weg wilt leggen, besef dan waar uw afgrijzen vandaan komt: dat is zorgvuldig aangekweekt.

Wetenschappers, politici en opiniemakers hebben met grote toewijding gewerkt aan het taboeïseren van deze term, waarmee ze op de korte termijn succesvol zijn geweest in het monddood maken van mensen die slachtoffer werden van dit onrecht. Op de lange termijn helpen ze hierdoor dit onrecht in stand te houden.

Overigens zal ik voor de zekerheid maar meteen mijn bewijs van goed gedrag overhandigen: ik heb altijd gewezen op het feit dat niet alleen inheemse Nederlanders hier slachtoffer van werden, maar ook immigranten. En natuurlijk heb ik de complottheorieën die de censuurliefhebbers hier graag aan verbinden altijd verworpen. De strijd om dit woord is een klassenstrijd, maar dankzij de succesvolle framing beseffen velen dit niet meer.

Schilderswijk

Zelf ben ik geboren in de Haagse Schilderswijk en ik weet uit eigen ervaring wat daar gebeurd is, vandaar dat ik deze wijk als onderwerp voor mijn eerste boek koos. Voor zover ik weet ben ik nog steeds de enige in Nederland die de moeite heeft genomen om te documenteren hoe de omvolking van een wijk tot stand kwam. En dat terwijl zoveel Nederlandse wijken dit lot al ondergingen, en nog veel meer wijken nu in ditzelfde proces zitten. Het was dan ook niet voor niets dat het slothoofdstuk van mijn boek de titel droeg ‘Scenario voor Nederland?’

Hierbij een citaat uit dat slothoofdstuk: ‘Met dit boek wil ik een monument oprichten voor al die mensen die vertrapt zijn en niet gehoord werden. Daarnaast wil ik de angst van veel Nederlanders voor verdere omvolking bespreekbaar maken. En vooral wil ik de onderliggende patronen zichtbaar maken. Mensen staren zich vaak blind op de deelproblemen: criminaliteit, segregatie, discriminatie of extremisme. Maar al deze zaken worden een probleem omdat er in de kern van onze democratie iets mis gaat. Wat is die kern?’

Democratie

Het oprichten van dat monument is gelukkig geslaagd. Talloze lezers uit het hele land schreven mij ontroerende brieven met hun eigen verhalen, en nog steeds druppelen reacties binnen van mensen die dankbaar zijn om verwoord te zien wat zij meemaakten. Maar het bespreekbaar maken van de angst voor verdere omvolking? Dat bleek kansloos te zijn. De taboes wegen zwaarder, en bovendien zou het werkelijk aanpakken van dit onrecht te pijnlijk zijn voor de Nederlandse gevestigde orde. Het zou om te beginnen erkenning van gemaakte fouten vergen, vervolgens zou het werkelijk bijsturen van bestaand beleid strijdig zijn met de belangen van deze mensen, en tenslotte zou dit alles Wilders in de kaart spelen.

Het was niet voor niets dat ik in datzelfde citaat schreef over de onderliggende patronen. In de kern van onze democratie gaat iets mis, en dat ‘iets’ is nog steeds en steeds erger mis aan het gaan. Eigenlijk is het twijfelachtig of we nog een democratie hebben. Degenen die in onze politiek en media het hardst roepen dat zij de ware democratie verdedigen – nog zo’n stukje definitiemacht – verdedigen niet de democratie, maar een systeem waarin hun kaste altijd aan het langste eind trekt.

Eduard Bomhoff schreef onlangs een behartenswaardig stuk over de manier waarop de Raad van State voorkomt dat democratisch gekozen anti-establishment partijen iets kunnen veranderen aan de koers van dit land. Eerder was bij Bart Nijman al een uitgebreid overzicht te lezen – gebaseerd op een scherpe twitterdraad van EO-journalist Hildebrand Bijleveld – waaruit duidelijk werd hoe de gevestigde orde had weten te voorkomen dat het ‘populistenkabinet’ iets voor elkaar zou krijgen. Ondanks alle – deels terechte – verwijten over incompetentie bij de kersverse regeringspartijen, was dergelijke incompetentie bij de oude partijen nooit zo’n probleem. Blijkbaar is de macht achter de schermen bepalender voor succes dan de competentie van bewindslieden.

Is dit democratisch? Nee. Is dit in het landsbelang? Ook niet. Het is wel in het belang van degenen die vanachter die schermen een ijzeren greep houden op het beleid. Hun mening kunnen we dagelijks lezen en beluisteren via officiële kanalen en via gedienstige media. De mantra’s over onze pluriforme media kunnen niet verhullen dat elke Nederlander feilloos weet wat de ‘juiste’ mening is over een grote verscheidenheid aan onderwerpen, zoals het klimaatbeleid, de EU, Trump, de Palestijnse kwestie, en in het bijzonder de gevolgen van grootschalige immigratie uit landen die cultureel op grote afstand staan.

Islamisering

Dat wil niet zeggen dat in de gevestigde media de gevolgen van de islamisering van Nederland (ai, alweer een besmet woord…) nooit aan de orde komen. NRC en Nieuwsuur hebben al meerdere keren verslag gedaan van zorgwekkende ontwikkelingen in het islamitisch onderwijs, zowel bij Koranscholen als bij het groeiende aantal islamitische scholen. Toch blijft deze verslaggeving zonder gevolgen. De verontwaardiging laait even op… en ebt weer weg. Diversiteit is immers heilig verklaard, en een kritische blik op de islam geldt al snel als bekrompen.

En waar sommige echte journalisten binnen deze media af en toe grondig onderzoek doen naar dergelijke misstanden, verdrinken hun verontrustende bevindingen in de stroom van feelgood-berichten van collega’s die het blijkbaar als hun missie zien om de islam te promoten. Dit varieert van eindeloze empathische verhalen over de Ramadan tot regelrechte bekeer-tv bij de NPO.

Ahmed Al-Ahmed

De sussende geluiden over ‘niet alle moslims’ hebben weinig met de realiteit te maken. Ja, er zijn goede moslims, denk maar aan Ahmed Al-Ahmed die met gevaar voor eigen leven een jihadist ontwapende die bezig was Joodse bezoekers van een Chanoekafeest af te slachten. Zijn daden zijn uitbundig gevierd in westerse media, en terecht. Het is de vraag of diezelfde media ook verslag doen van de bedreigingen die Al-Ahmed kreeg van medemoslims die hem als verrader beschouwen. Vaak horen we dat een minderheid het voor de meerderheid verpest, maar soms lijkt het alsof het eerder andersom is: de meerderheid die het voor een minderheid verpest.

Overmatige tolerantie

Want het gaat niet alleen om moslims die oververtegenwoordigd zijn in de criminaliteit, het gaat juist vaak om moslims die op het eerste gezicht keurige burgers zijn, maar voor wie de westerse waarden niet tellen. Vorige week besprak ik de indoctrinatie van islamitische kinderen in Nederland met ideeën die lijnrecht tegenover onze westerse waarden staan. Degenen die deze kinderen indoctrineren, doen dat keurig binnen de kaders van onze democratische rechtsstaat, die hen daar alle ruimte voor geeft.

Zoals ik in mijn boek over de Schilderswijk liet zien, heeft Nederland vanaf het allereerste begin geweigerd om aanpassing aan die westerse waarden te eisen. Dit citaat is van een Haags CDA-raadslid in 1977: ‘Wij zijn van mening dat de vrijheid van immigranten om hun eigen leefwijze aan te houden en hun eigen cultuur te beleven zoveel mogelijk moet worden gerespecteerd. Het kan zeker niet de bedoeling zijn onze eigen cultuur aan hen op te dringen.’

Dit was destijds de gangbare opvatting, en helaas zit deze overtuiging nog steeds diep bij veel leden van onze gevestigde orde. Zelfs als men inmiddels met de mond belijdt dat nieuwkomers zich aan moeten passen – D66 won er net de verkiezingen mee – dan nog gelooft men diep van binnen in cultuurrelativisme. Alsof het imperialistisch, neokoloniaal of racistisch zou zijn om westerse waarden superieur te vinden.

Westerse waarden

En dat terwijl deze mensen in feite heel goed beseffen dat onze westerse waarden wel degelijk superieur zijn. Dit is vooral te merken als streng christelijke Nederlanders die waarden naar hun mening niet (voldoende) huldigen; dan regent het veroordelingen vanuit precies dezelfde kaste die verlegen zwijgt als islamitische Nederlanders in gebreke blijven.

Heb als zwaar gereformeerde niet het hart om homoseksualiteit zondig te vinden, want dan herinnert heel fatsoenlijk Nederland zich hoe belangrijk homorechten zijn. Maar discriminatie en zelfs agressie tegen homoseksuelen vanuit de islamitische gemeenschap veegt men liever onder het tapijt. Hetzelfde geldt voor de gelijkheid van man en vrouw. Dezelfde lieden die de SGP bespotten vanwege het vrouwenstandpunt van deze partij, zijn uitermate tolerant als het gaat om de verplichte hoofddoek bij islamitische meisjes en vrouwen. Er zijn onder hen zelfs mensen die beweren dat het dragen van de hoofddoek een uiting van feminisme is.

Uit alles blijkt dat deze witwassers van de islam wel degelijk het belang beseffen van vrouwenrechten, homorechten, vrijheid van meningsuiting en gelijkheid voor de wet. Totdat de islam in beeld komt. Dan valt vrijheid van meningsuiting ten prooi aan de lange tenen van radicale moslims – geen Mohammedcartoons! – en blijkt niet iedereen even gelijk voor de wet. In feite zijn deze cultuurrelativisten zelf de grootste bedreiging voor onze democratie. Zij verhinderen de meerderheid van Nederland om democratisch de koers van ons land te bepalen, en zij leveren de westerse waarden in als die de islamitische waarden in de weg zitten.

Leren van het verleden

Als wij nog iets willen behouden wat lijkt op een democratische rechtsstaat, zou alsnog serieus werk gemaakt moeten worden van wezenlijke integratie. Van het werkelijk huldigen van de westerse waarden en het afwijzen van waarden die daar strijdig mee zijn. Dat is al bijna een onmogelijke opgaaf na decennia van verwaarlozing, en als de instroom op deze manier doorgaat, is het helemaal hopeloos. Hiermee vertel ik natuurlijk niets nieuws. Maar Nederland heeft in feite geen nieuwe boodschap nodig, Nederland heeft nodig dat de antidemocraten die een koerswijziging in de weg staan deze blokkade stoppen.

Tot nu toe weigeren zij te leren van het verleden. Zij klampen zich aan elkaar en aan hun illusies vast, en leggen steeds dwingender hun narratief op als de enige acceptabele weergave van de realiteit. Zij weigeren zelfs te erkennen wat de recente Nederlandse geschiedenis is. Liever grijpen ze terug op een ver verleden waar ze zelf geen waarneembare relatie mee hebben, dan dat ze zich werkelijk rekenschap geven van wat hier de laatste vijftig jaar gebeurd is. En zolang ze hun ogen daarvoor sluiten, zullen ze er niet van leren. En zullen ze zich vastklampen aan het versteende systeem waarin zij en hun naasten het op dit moment nog goed hebben.

Dit suïcidale kortetermijndenken gaat ten koste van alle Nederlanders.

Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank!

Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!