Qua huiselijk en ander geweld staat de islamitische wereld er allerminst beter voor dan de zuiplappensamenlevingen van West-Europa

Smits
Oer-Amsterdamse bierbrouwer Heineken is hoofdsponsor van de viering van het 750-jarig bestaan van de hoofdstad in 2025. Beeld: mapio.net.

De fractievoorzitter van moslimpartij Denk in de Amsterdamse gemeenteraad heeft ernstige bezwaren tegen brouwerij Heineken als hoofdsponsor van de viering van het 750-jarig bestaan van de hoofdstad in 2025. Aan de oprechtheid van zijn argumenten valt ernstig te twijfelen, maar onbedoeld legt hij een heel belangrijke kwestie bloot: hoe lastig het is om beleid te baseren op de resultaten van wetenschappelijk onderzoek.

In het Frans heet hij een emmerdeur, de Engelsen noemen hem party pooper, killjoy of spoilsport, maar wij zeggen spelbreker of gewoon Sheher Khan. Heeft de organisatie van de festiviteiten rond de 750-ste verjaardag van de hoofdstad net haar eerste hoofdsponsor gestrikt, probeert deze Denk-politicus het feestje meteen weer te verpesten.

Slecht signaal

De sponsor in kwestie is de oer-Amsterdamse bierbrouwer Heineken. Maar de almaar uitdijende, inmiddels op de biermarkt oppermachtige Gele Vlek kan bij Khan, een feestneus waar Khomeini nog een puntje aan kan zuigen, beslist niet door de beugel. Heinekens sponsorschap is een heel slecht signaal, stelt hij volgens Het Parool: ‘We komen steeds meer tot de conclusie dat alcohol zware gevolgen heeft; van ziektes als kanker tot maatschappelijke en psychische problemen. De kosten voor de samenleving zijn groot’.

Nu krijg je, als je alles moet geloven wat je ziet, tegenwoordig zo ongeveer overal kanker van, dus dat is niet zo’n sterk argument. Maar toch, het Amsterdamse College had Khan al beloofd alcoholgebruik onder Amsterdammers, en dan vooral de jongeren, te zullen ontmoedigen. Daarom riep hij Burgemeester en Wethouders ontstemd toe: ‘Als je weet hoe schadelijk alcohol is en je beleid is om het te denormaliseren, ga je niet bij het allergrootste evenement Heineken als hoofdsponsor nemen.’

Daar zit wat in, zou je zeggen. Maar toch stinkt er iets aan Khans bekommernis om het welbevinden van Amsterdammers op juist dit punt. Als rechtgeaarde moslim is ieder alcoholgebruik hem een gruwel. Het kan Khan dus evengoed gaan om het langs deze omweg breder in de Nederlandse samenleving ingang doen vinden van een van de kroonjuwelen van de moslimcultuur – een vorm van sluipende islamisering dus.

Vergeet niet dat een van de eerste daden van de eerste Tweede Kamerleden van zijn partij, Tunahan Kuzu en  Selçuk Öztürk, was om tijdens een plenaire zitting van de Tweede Kamer midden in de vergaderzaal ostentatief te gaan liggen bidden. Daarmee gaven ze Denks niet mis te verstane visitekaartje af: een dikke opgestoken middelvinger naar het primaat van de seculiere Nederlandse rechtsorde.

Ramses Shaffy

Maar goed, laten we de vrome volksvertegenwoordiger daarop niet vastpinnen en kijken naar de inhoud van zijn bezwaar. Het is duidelijk dat Khan zijn hartenkreet mede baseerde op een fikse berg wetenschappelijk onderzoek. Dat alcoholgebruik negatieve effecten op de lichamelijke en geestelijke gezondheid van de drinker heeft, en vaak ook negatieve gevolgen voor anderen om hem (of haar, uiteraard) heen, staat genoegzaam vast.

Onder invloed van alcohol overschatten mensen zichzelf nogal eens, net als alle andere druggebruikers (behalve rokers) dat doen. Dat kan ernstige, zelfs fatale gevolgen hebben. Drinkers worden ook nogal eens onredelijk of zelfs agressief, met alle narigheid van dien. Van structurele dronkenschap kan depressie komen en sociaal isolement. Flink drinken kan tot ernstige lever-  en zelfs hersenschade leiden – Ramses Shaffy, een groot drinker, was in zijn nadagen een afschrikwekkend voorbeeld van wat drank allemaal in een mens kapot kan maken. Uit de medische hoek klinken dan ook regelmatig alarmerende oproepen om drankgebruik te beperken en de jeugd van alcohol weg te houden. 

Hoe noordelijker hoe moeizamer de omgang met alcohol

Het lijkt een duidelijke zaak: alcohol is funest, dus verbieden die hap! Maar wacht, zo redeneert een politicus. Een goede wetenschapper doet voordat hij zulke conclusies trekt een double-check: hoe staat het ervoor in samenlevingen waar alcoholconsumptie al bemoeilijkt wordt of zelfs verboden is?

Allereerst zien we, als we naar Europa kijken, duidelijke attitudeverschillen. Ruwweg: hoe noordelijker, hoe moeizamer men met alcohol omgaat en hoe hoger de ontmoedigende accijnzen. Maar ook: hoe groter de kans op excessief zuipen.

De aantallen Britse en Italiaanse toeristen in Khans Amsterdam zullen elkaar niet veel ontlopen, maar anders dan straalbezopen Britten die kotsend in een portiek liggen, moet je Italianen die toeterlazerus over straat zwalken met een lantaarntje zoeken. Ik herinner me ook hoe in de jaren ’70 Noorse Starfighterpiloten bij NAVO-oefeningen naar Nederland vlogen met een jerrycan achter hun schietstoel, die ze in de PX op Volkel voor een habbekrats volgooiden met alles waar maar alcohol in zat, voor een duchtig feestje thuis.

Dronken worden, daar gaat drinken in Scandinavië en Groot-Brittannië om. Een zuid-Europeaan schaamt zich er juist voor om in kennelijke staat te verkeren. Nederland zit daar ergens tussenin.

Alledaags geluk

Het kleinste percentage dagelijkse drinkers vind je volgens Eurostat in Letland en Litouwen, de landen met vrijwel de hoogste alcoholconsumptie per hoofd van de bevolking. Het hoogste percentage treffen we juist in Portugal, qua consumptie een goede middenmoter. Het lijkt dus alsof hogere accijnzen en een alcoholvijandiger moraal eerder het extreem schadelijke bingedrinken bevorderen dan een gezondere, ontspannener omgang met het riskante genotmiddel.

Dan is er het punt dat alcohol ook positieve eigenschappen heeft. Veel mensen ontlenen hun alledaags geluk deels aan hun borreltje en de sociale contacten die daarmee gesmeerd worden. Dat is goed voor hun geestelijk en lichamelijk welzijn, en daarmee zelfs voor de zorguitgaven.

Maar nog verwarrender wordt het als we naar de islamitische wereld kijken, inclusief de Europese diaspora. Er wordt daar inderdaad dramatisch veel minder gedronken, maar je kunt niet stellen dat dat een positieve invloed heeft. Qua huiselijk en ander geweld waarbij alcohol een rol heet te spelen staat de umma er allerminst beter voor dan de zuiplappensamenlevingen van West-Europa. Zelfs het verkeer is er niet veiliger. Ook zijn moslims in de westerse diaspora bijna overal oververtegenwoordigd in de misdaadstatistieken en staat de islam nergens bekend om zijn ruimhartige respect voor andersdenkenden en menselijke rechten en vrijheden, zelfs in eigen kring.

Hoe kan dat nou? Waarom verdwijnen belangrijke, wetenschappelijk bewezen kwalijke effecten van alcohol niet als je het gebruik ervan beperkt of verbiedt? Dat komt doordat wetenschappelijk onderzoek om goede redenen altijd heel precies over één heel specifiek aspect van een verschijnsel gaat, zonder rekening te houden met alles eromheen.

Politicus, pas op met wetenschappelijk onderzoek

En minstens zo belangrijk: de meeste gevonden effecten en conclusies daaruit zijn niet omkeerbaar. Dat weten we ook eigenlijk best, we kennen voorbeelden te over. Zo ontstaat RSI wel vaak door muisgedrag, maar verdwijnt de kwaal niet altijd vanzelf als je met dat gedrag stopt. En van te veel eten word je dik, maar de dikkerd die minder gaat eten valt lang niet altijd zomaar af.

De slotsom is dat resultaten van wetenschappelijk onderzoek op zichzelf in de praktijk niet zo veel zeggen. Zelfs als je ze combineert, vormen ze niet vanzelf een samenhangend en inzichtgevend ‘plaatje’. Agressie tussen mensen hangt blijkbaar van zo veel factoren af, dat een eventueel positief effect van een alcoholverbod in dat mer à boire verdrinkt. Dat is iets waarvoor politici en beleidsmakers veel meer oog zouden moeten hebben dan nu het geval is.

Rik Smits is taalkundige en freelance wetenschapsjournalist.

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de lezers, kijkers en luisteraars. Bent u al donateur? Hartelijk dank!