Rampzalig: Nederland gaat aan de warmtenetten

aeb-exterieur-nachtfoto

Nederland wil niet zozeer minder broeikasgas. Nederland wil vooral minder aardgas, want het middel is gek genoeg tot doel verheven. En dus moeten er alternatieven komen. Huiseigenaren moeten voor veel geld warmtepompen aanschaffen, die alleen maar werken als de huizen tegen hoge kosten geïsoleerd worden (en het buiten niet te koud is). Nog een alternatief: warmte via pijpleidingen de huizen binnenbrengen. Maar de eerste rampen met de warmtenetten tekenen zich nu al af. Het zijn slechts de voorboden van de rampen die nog gaan komen, want luchtfietserij is de nieuwe wijsheid.

In Zuid-Holland zijn twee D66-politici afgetreden die de aanjagers waren van een ambitieus plan: het noodlijdende Warmtebedrijf Rotterdam èn het klimaat redden door warmte uit Rotterdam via een pijpleiding naar Leiden transporteren. Maar niet alleen de Zuid-Hollandse D66-gedeputeerde en de Rotterdamse D66-wethouder zijn weg. Er zijn grote bedragen doorheen gejaagd, maar de Leidse burgers die per 1 januari 2020 Rotterdamse warmte is beloofd moeten maar afwachten hoe hun huis dan wordt verwarmd.

In Amsterdam zijn de problemen minstens zo groot. Het Afval Energiebedrijf (AEB) is de grootste afvalverbrander van Nederland, maar heeft vanwege technische problemen vier van de zes verbranders moeten sluiten. Het zorgt niet alleen voor grote financiële problemen voor het AEB, dat bij de bouw in 2007 al 450 miljoen euro kostte en waar sindsdien al voor honderden miljoenen moest worden bijgeplust.

Dat het AEB – een volledige dochter van de gemeente Amsterdam – maar op 30 procent van de capaciteit kan draaien, had meteen tot gevolg dat het Amsterdamse vuil niet meer door Amsterdam zelf verwerkt kon worden: een deel wordt bij Zaandam en bij Lelystad gestort, een deel wordt elders in het land – zoals het Friese Harlingen – verbrand en weer een ander deel – smerig rioolslib – wordt in het Noordzeekanaal gedumpt.

Het heeft ook tot gevolg dat Amsterdam, dan wel Nederland als geheel opgezadeld zit met geïmporteerd – vooral Engels – huisvuil. Want sinds 2011 is Nederland groot-importeur van buitenlands vuil: uit Italië, Duitsland, België en Ierland, maar vooral uit Engeland.

Dat gaat ook nog op een koopje voor die vuil-exporteurs, want de 12 Nederlandse afvalverbranders hadden tot deze zomer overcapaciteit. Zonder de buitenlandse vuilaanvoer – een kwart van het totaal – kunnen ze hun vuren niet gaande houden. En dus betalen de Engelsen minder dan de Nederlanders voor hun vuil, ook omdat het kabinet de vuilimport tot dusver belastingvrij laat passeren.

Het AEB bleek te mooi om waar te zijn

In het geval van het AEB was het Engelse afval extra nodig, omdat de afvalverbranding in het westelijk havengebied doorging voor een win-win-win-machine: het AEB verbrandt op een duurzame manier afval, het levert op een duurzame manier stroom en het produceert op een duurzame manier warmte. Zoiets moois is meestal te mooi om waar te zijn en dat bleek ook.

Want al het moois dat het AEB kan is ondertussen wel contractueel vastgelegd: het AEB moet stroom en warmte maken en daarvoor heeft het AEB ook Engels afval nodig en dat is ook weer in contracten vastgelegd. Nu kan het AEB bijna niets, behalve een deel van het Amsterdamse huisvuil verbranden. Bij het AEB wisselen de directeuren elkaar af en nagenoeg de hele Raad van Commissarissen stapt nu ook op.

Een kleine geldinjectie van de gemeente Amsterdam en de banken (16 miljoen) bij het AEB is zeker onvoldoende. De opgestapte commissarissen dachten eerder aan 150 miljoen. En de dieselaggregaten staan al klaar die in september voor de warmte moeten zorgen voor de 35.000 Amsterdamse huishoudens die het AEB anders in de kou zou laten staan.

En dit is nog maar het begin

De Zuid-Hollandse problemen en de Amsterdamse problemen met afvalverbranding ten behoeve van warmte (en stroom) zijn op zichzelf al dramatisch. Maar het wordt nog veel dramatischer, als we beseffen dat de problemen in Zuid-Holland en Amsterdam model staan voor hoe het klimaatbeleid van Nederland voor de komende decennia is ingericht.

Dat klimaatbeleid wordt aangejaagd door het gasbeleid. Op volstrekt irrationele gronden schaft Nederland het verbruik van aardgas af, waar elders ter wereld het aardgas als oplossing geldt. Het afschaffen van het aardgas heeft in de hoofden van Nederlandse politici en ambtenaren de plaats ingenomen van het verminderen van broeikasgassen. Het middel is tot doel geworden.

Van de gaspijp naar de warmtepijp

Hoe dan ook: zo moeten de woningen dus als eerste van het gas af. Nieuwbouw mag al een jaar niet meer aan het gasnet worden aangesloten, bestaande bouw moet deels (1,5 miljoen in 2030, de andere 6,5 miljoen voor 2050) van het gasnet worden afgekoppeld.

Voor de actiegroepen (zoals Milieudefensie) die achter dit idee zitten zit daar een strategisch concept achter. Het idee is: als het gasnet wordt ontmanteld, wordt het gaandeweg onmogelijk ooit – om wat voor reden dan ook – weer op grote schaal aardgas in Nederland te distribueren. Dat activistische concept gaat het klimaatbeleid te boven. Het is een anti-kapitalistisch concept, verpakt in klimaatidealen.

De warmtenetten die hele wijken van warmte voorzien zijn precies het tegenovergestelde: een collectivistische voorziening, waar eigenlijk niemand zich aan kan onttrekken, van overheidswege op monopolie-basis gefaciliteerd en voorgeschreven.

Het hele klimaatbeleid van het kabinet RutteDrie is al doortrokken van dwang en plicht en het afnemen van keuzevrijheid, maar dat geldt bij uitstek van de warmtenetten. Je hebt geen keus en de overheid en de monopolist – vaak allebei – bepaalt ook de prijs.

Warmte moet het gas doen vergeten

Tot dusver waren die warmtenetten een betrekkelijk marginaal fenomeen: 400.000 Nederlandse woningen zijn er van afhankelijk. Maar het kabinet RutteDrie moet als onderdeel van het klimaatbeleid en het daarin verpakte oplopende gasverbod voor woningen wel alternatieven steunen en één daarvan zijn de warmtenetten. In 2030 moet het aantal warmtenetwoningen verdubbeld zijn.

Dat is op zich al gek, want warmtedistributie is helemaal niet zo klimaat- en milieuvriendelijk en al helemaal niet kosteneffectief als je de uitstoot van broeikasgas CO2 wilt verminderen. Ieder kind leert op school – of zou op school moeten leren – dat het energieverlies van warmte bij transport en distributie vele malen hoger is dan bij stroom en nog veel hoger dan die van aardgas. Als er bij warmte tientallen procenten verloren gaan is dat bij aardgas eerder een half procent. Bij een warmtepijp van Rijnmond naar Leiden (40 kilometer) zal het warmteverlies wellicht nog groter zijn.

Maar die warmte is helemaal niet schoon

En dan de oorsprong van die warmte. Dat kan aardwarmte zijn – daar hebben we het nu niet over, al is die ook allesbehalve zonder problemen. Die ‘restwarmte’ waar het hier nu over gaat is een bijproduct van een doorgaans als vies beschouwde industrie: het verbranden van afval, hout of de warmteproductie in chemische fabrieken en raffinaderijen.

Kortweg gezegd: om het aardgasnet te kunnen ontmantelen worden allerlei veel viezere bedrijfstakken eindeloos in leven gehouden, omdat anders de warmtenetten geen warmte kunnen leveren. Tel uit je winst: echte duurzaamheid legt het af, omdat vuile productie op cynische gronden in leven wordt gehouden. Is dat de innovatie waar Nederland koploper in wil zijn?

Ook zoiets: als het de overheid lukt om de Nederlanders minder afval te laten produceren hebben de afvalverbranders te weinig afval om warmte (en stroom) te produceren, zodat ze weer extra afval moeten importeren uit het buitenland om aan hun verplichtingen te voldoen.

Nu al zorgt de verbranding van buitenlands afval voor ongeveer evenveel extra CO2-uitstoot in Nederland als minister Kajsa Ollongren (D66) met het gasverbod in 2030 aan minder CO-uitstoot door huishoudens wil zien te bereiken. Het warmtenet is dus niet schoon, het is vuile warmte. En de gekte regeert.

Kleine rampen worden een nationale ramp

Het is een van de vele tekenen dat het Nederlandse klimaatbeleid aan elkaar hangt van de kostbare misverstanden. De provinciale en gemeentelijke rampen in Zuid-Holland en Amsterdam komen uit de koker van amateuristische politici, die hun burgers opzadelen met idealistisch ogende, maar ondoordachte oplossingen die gigantische problemen blijken te zijn.

Het zijn de voorboden van meer rampen, maar dan op veel grotere schaal. Wat Zuid-Holland en Amsterdam doen met hun afvalverbranding en hun warmtenetten doen de Rutte-kabinetten en vooral RutteDrie op Nederlandse schaal. Het is nu al voorspelbaar: aftredende ministers, kabinetscrises, parlementaire enquêtes. Maar, ja dan zijn de rampen al weer geschied.