Reconstructie: de reusachtige puinhoop die prins Bernhard en zijn Wereld Natuur Fonds aanrichtten in Afrika

WW gastauteur Van Vliet 14 oktober 2023
Prins Bernhard (1997). Foto: ANP

Z.M. koning Willem-Alexander en H.M. koningin Máxima gaan volgende week op staatsbezoek in Zuid-Afrika. Het is hun eerste formele bezoek als koninklijk paar aan het continent. Willem-Alexander was in 1996 voor het laatst in Zuid-Afrika, met zijn ouders. Hij was toen 28 en Nelson Mandela was net twee jaar president.

Het staatsbezoek valt samen met een handelsmissie. Den Haag probeert onder meer waterstofbelangen veilig te stellen in de derde economie op het continent. Willem-Alexander en Máxima worden woensdag in de bestuurlijke hoofdstad Pretoria ontvangen door president Cyril Ramaphosa en vliegen dan op vrijdag door naar Kaapstad, waar het slavernijmuseum en de botanische tuin van Kirstenbosch worden aangedaan.

Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst gaat de koning in Kirstenbosch in gesprek met experts van het Wereld Natuur Fonds (WNF) over het belang van biodiversiteit en natuurbescherming. Dat is niet meer dan gepast, want de Oranjes en het WNF gaan ver terug. Opa Bernhard himself stond aan de wieg van de club.

Kijken én knallen: Bernhard was een echte natuurliefhebber

Juliana verdomde het in haar tijd als koningin (1948-1980) om Zuid-Afrika te bezoeken zolang er apartheid bestond, maar Bernhard zag in de scheiding der rassen geen bezwaar voor een bezoekje. ‘Over deze uiterst moeilijke materie kun je pas meepraten als je er ten minste een paar jaar zelf hebt geleefd en over het vraagstuk veel hebt gelezen,’ vond hij.

In 1953 vergezelde de prins-gemaal PvdA-premier Willem Drees op een bezoek aan de Unie van Zuid-Afrika. Namens het kabinet in Den Haag lobbyden ze bij president D.F. Malan voor aanvullende landingsrechten voor de KLM en voor betere voorwaarden voor investeringen en immigratie vanuit Nederland. Die kwamen er.

Bernhard ging dat jaar voor het eerst op safari – in Tanganyika, tegenwoordig Tanzania. Hij raakte ingenomen met dit deel van de wereld; het zou zijn vaste vakantiebestemming worden. De prins was een uitgesproken natuurliefhebber (kijken én knallen) en zag in de daaropvolgende jaren hoe de aantallen olifanten en neushoorns aan de rivieroevers slonken, wat hem zeer aan het hart ging.

In 1961 bracht hij samen met de Britse natuurbeschermer Peter Scott een club van invloedrijke vermogenden bijeen die een fonds vulden dat de naam World Wildlife Fund kreeg – het WNF. Bernhard werd de eerste internationale president, tot 1976. Hij moest toen terugtreden vanwege de Lockheed-affaire.

In die vijftien jaar leverde hij significante bijdragen aan de bescherming en het beheer van flora en fauna wereldwijd. Diverse natuurparken danken hun bestaan aan hem; de handelsovereenkomst CITES (ter bescherming van bedreigde dier- en plantensoorten, door 183 landen ondertekend) behoort tot de pronkstukken uit zijn nalatenschap.

Een andere inspanning van de prins, minstens zo significant, was Operation Lock – een paramilitair fiasco in zuidelijk Afrika. Deze in Nederland relatief onbekende bladzijde in de geschiedenis van de Oranjes werd in 2015 nauwgezet in boekvorm gereconstrueerd door de Britse zoöloog John Hanks. Hanks was een spil in de operatie en wilde in zijn memoires een einde maken aan de samenzweringstheorieën en lasterlijke beschuldigingen aan zijn eigen adres en dat van Bernhard.

De stropers moesten met eigen middelen worden bestreden

Operation Lock was een clandestiene commando-operatie die volgens Hanks – destijds hoofd-Afrika bij het WNF – werd geïnitieerd door Bernhard. De Schavuit van Oranje had zijn officiële taken bij het WNF neergelegd (de Britse prins Philip nam het stokje over) maar bleef zich achter de schermen inspannen om het agressieve stropen van neushoorns in zuidelijk Afrika een halt toe te roepen.

Naar zijn mening moesten de stropers met gelijke middelen worden bestreden. De zwarte neushoorn stond op dit punt in de geschiedenis op het randje van uitsterven door de illegale handel in neushoornhoorn, gedreven door de vraag naar traditionele geneesmiddelen in China en hoornen heften in Noord-Jemen.

Op 3 november 1987, schrijft Hanks in Operation Lock and the War on Rhino Poaching, komt in Hôtel de la Paix in Lausanne een WNF-delegatie bijeen op uitnodiging van de voormalige Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de Vluchtelingen, prins Sadruddin Aga Khan. Hanks presenteert daar een paper waarin hij pleit voor een continentale aanpak van neushoornbeheer.

Schilderijen uit de privé-collectie van Juliana zorgden voor de financiering

Khan is voorstander, en John Hanks en Bernhard reizen namens het WNF af naar Zambia om te lobbyen. In hoofdstad Lusaka, aan de bar van het Ridgeway Hotel, deelt Bernhard met Hanks zijn onvrede over de inspanningen van het WNF. Hij wil gespecialiseerd onderzoek laten verrichten naar de handel in hoorn: precies en gevaarlijk werk waartoe hij geen enkele ngo geschikt acht. Daar heb je geen kantoorklerken, maar militairen voor nodig. Die avond wordt in Lusaka het zaadje voor Operation Lock geplant.

Bernhard financiert zijn pet project met de opbrengst van twee zeventiende-eeuwse schilderijen uit de privécollectie van Juliana, De verkrachting van Europa door Elisabetti Sirani en De heilige familie van Bartolomé Esteban Murillo. Ze gaan voor 610.00 pond onder de hamer in Sotheby’s in Londen. De opbrengsten zijn officieel bestemd voor het WNF, maar 500.000 pond vloeit op Bernhards verzoek naar zijn privérekening.

Met dat geld en een riante bijdrage van de Zuid-Afrikaanse tabaksmiljonair Anton Rupert (ooit lid van de geheime apartheidgezinde Broederbond, tevens WNF-trustee) wordt in januari 1988 in een buitenwijk van Pretoria een commandobasis ingericht van waaruit een team van Britse huurlingen onder leiding van de Britse luitenant-kolonel Ian Crooke zal opereren. Hanks tekent op verzoek van Bernhard voor geheimhouding, opdat zijn collega’s in Zwitserland niets te weten zullen komen.

Charles De Haes, directeur-generaal van WNF International (en Bernhards voormalige persoonlijk assistent), is wel op de hoogte. Op 12 januari 1989 schrijft De Haes een brief aan een medewerkster waarin hij erop aandringt dat Bernhard 500.000 pond krijgt ‘voor een speciaal project’.

Operation Lock wordt een zooitje. Het commando verzamelt weliswaar inlichtingen en leidt met succes anti-stroopeenheden op, maar infiltreert ook de handel en koopt zelf partijen hoorns op, die weer doorverkocht worden. Het grootste probleem, schrijft Hanks, is de samenwerking met de Zuid-Afrikaanse inlichtingendiensten en met het Zuid-Afrikaanse leger, dat samenwerkt met terreurbewegingen in Angola en Mozambique – die hun operaties financieren door handel in hoorn en ivoor. Bestrijden aan de voordeur, aanmoedigen via de achterdeur.

Kolonel Crooke begint tot overmaat van ramp samen te werken met Craig Williamson, actief in de Zuid-Afrikaanse veiligheidsraad. Williamson zal worden ontmaskerd als het brein achter bomaanslagen en huurmoorden op antiapartheidsactivisten in verre buitenlanden (onder de doden een moeder en haar zesjarige dochter). ‘Op dit moment waren noch ik noch prins Bernhard op de hoogte van de ontmoeting tussen Crooke en Williamson,’ schrijft Hanks. De Afrikaanse praktijk laat van hun goede bedoelingen geen spaan heel.

De kosten lopen op tot bijna 800.000 pond

Het geld raakt op en eind 1989 wordt de stekker uit Operation Lock getrokken. De totale kosten lopen op tot iets onder de 800.000 pond, grotendeels verstrekt door Bernhard. Latere donaties kwamen volgens Hanks vanuit de stichting van de Britse oorlogsveteraan David Stirling.

Hanks vertrekt in 1990 bij het WNF om een fundamenteel verschil van mening met directeur-generaal De Haes over een totaalverbod op ivoorhandel, waarop WNF-donateurs aandringen. (De Haes is voor een verbod, Hanks tegen. Hij vreest dat een verbod de samenwerking met Afrikaanse leiders in de weg zal komen te staan). Hanks herinnert zich: ‘Wat me al snel duidelijk werd, was dat veel van het beleid van ngo’s in die tijd werd beïnvloed door fondsenwervers in plaats van door goede wetenschap en het advies van experts in het veld.’

In juli 1989 licht de Reuters-correspondent in Nairobi het deksel van de doofpot. Een Ierse journalist, Kevin Dowling, springt bovenop de onthullingen en maakt voor het Britse Channel 4 een documentaire. De film komt er niet, volgens Dowling omdat de directeur van Channel 4 voor uitzending een telefoontje van de rechterhand van prins Philip kreeg.

WNF-directeur De Haes heeft Hanks dan al voor de bus geduwd door hem een verklaring te laten ondertekenen waarin hij alle verantwoordelijkheid neemt voor Operation Lock. ‘Ik ondertekende en accepteerde het om Prins Bernhard en de goede naam van het WWF te beschermen.’

In Nederland brengt Stephen Ellis, hoofd van het Afrika-Instituut van de Universiteit van Leiden, het nieuws van de avonturen van Bernhard en het WNF naar buiten in de Volkskrant. De publicatie leidt tot consternatie, maar die ebt gauw weer weg. Ellis verwijt dat gebrek aan belastingstelling tegenover René Zwaap in De Groene Amsterdammer aan de coup tegen Boris Jeltsin, die diezelfde week plaatsheeft in Moskou.

Ook de verschijning van Hanks’ memoires in 2015 blijft in Nederland nagenoeg onopgemerkt. Zwaap verklaart na al die jaren tegenover Wynia’s Week: ‘Tja. Dat is de Nederlandse pers.’

‘Forget the Volkskrant’

John Hanks en prins Bernhard bleven op goede voet verkeren tot aan Bernhards dood in 2004. Vlak na de Volkskrant-publicatie in 1991 schrijft de prins-gemaal zijn oude WNF-kameraad: ‘Sincerest thanks for you letter and please thank all my friends who signed the beautiful birthday present. I was very touched and deeply grateful. I suggest you forget the Volkskrant – not worth it.’

Kevin van Vliet is voor Het Financieele Dagblad en Trouw correspondent in Kaapstad. In mei verscheen bij uitgeverij Prometheus zijn roman ‘Bobbejaanskloof’.