Tennet. Wordt een onbekend staatbedrijf een miljardensprookje?

tennet
Het netwerk van het Nederlandse staatsbedrijf Tennet in Nederland en in Noord- en Oost-Duitsland. Tennet lijkt het Duitse deel kwijt te raken.

Het misschien wel minst bekende Nederland staatsbedrijf kan over een paar weken een kapitale knaller worden voor de schatkist. Zomaar miljarden verdienen? Hoe dan? Wie straalt in dit ‘sprookje’ van de lage landen? En is het wel allemaal goud wat er blinkt?

Kijk, dat is Tennet, het Nederlandse staatsbedrijf dat het hoogspanningsnet exploiteert. Via dat net komt de stroom van de elektriciteitsproducenten bij een aantal grote ondernemingen en bij de regionale energiebeheerders. Zij leveren de elektriciteit vervolgens aan kleinere bedrijven en aan u en mij.

In 2009 kocht Tennet voor 885 miljoen euro een vergelijkbaar, maar veel groter net dat zich uitstrekt van Noord-West tot Zuid-Duitsland. In Nederland hadden buitenlandse opkopers dat niet voor elkaar kunnen krijgen. De water-, stroom- en gaspijpleidingeninfrastructuur is in Nederland een staatszaak.

Tennet en het kabinet Balkenende-IV van CDA, PvdA en ChristenUnie waren destijds best in hun nopjes met de overname. Toch polste Nederland een paar jaar geleden de Duitse regering over een participatie in het Duitse net van Tennet. De investeringen van Tennet in het versterken en vernieuwen van het Duitse net en de aansluiting van windmolenparken op zee groeiden Nederland namelijk boven het hoofd.

Recente cijfers spreken boekdelen: tot 2030 gaat het om 60 miljard euro aan investeringen. Als alle Nederlandse en Duitse plannen voor de energietransitie ook echt uitgevoerd worden is dat zelfs 90 miljard euro. Tennet kan veel geld lenen, maar Nederland moet wel zorgen dat het staatsbedrijf genoeg kapitaal heeft. Prijzig. Daarom polste Nederland de buren: meebetalen?  

De Duitsers vragen er nu zelf om

De Duitsers reageerden niet enthousiast. Hoge kosten, kleine voordelen. Resultaat: een patstelling in de onderhandelingen die overging in windstilte. Toen viel, bijna een jaar geleden, Rusland Oekraïne binnen. Gazprom, het Russische staatsbedrijf, staakte na een tijdje de gasuitvoer naar Duitsland en West-Europa. Oplevende economisch nationalisme deed de rest.

Duitsland wil weer baas worden in eigen infrastructuur. Het wegvallen van Russisch gas heeft de Duitse industriepolitiek op zijn kop gezet. Duitsland wil niet een minderheidsbelang in het hoogspanningsnet, nee, Duitsland wil het helemaal, onthulde NRC vorige week.

En dan is Nederland, in weerwil van eigen strategische en Europese samenwerkingsijver, opeens gewoon weer koopman. Hoeveel wilt u betalen, Herr Doktor Scholz?

Uitverkoop

Tennet mag dan niet zo bekend zijn als staatsbedrijven als de NS, Schiphol, Gasunie, Holland Casino of ABN Amro (56 procent staatsbezit), het is wel zaak dat de Tweede Kamer verder kijkt dan tekenen bij het kruisje. De vraag is of hier sprake is van de uitverkoop van Nederland, aflevering 856, na Nuon, Essent, Eneco, KLM, Hoogovens en nog een hele trits bekende bedrijfsnamen. Of is hier eerder juist eerder sprake geweest van de uitverkoop van Duitsland en wil de Duitse regering dat nu ongedaan maken? 

Eerst de Haagse kant van de verkoopplannen. Staatsbedrijven zoals Tennet hebben jarenlang de vrije hand gehad bij hun buitenlandse expansie. In Den Haag vonden achtereenvolgende ministers het prima dat de NS ook treinen liet rijden in Engeland, Schotland en Duitsland.

Of dat Schiphol ook participeerde in buitenlands luchthavens. Of dat de Gasunie ook investeerde in de Nordstream gaspijpleiding van Rusland naar Duitsland en Duitse gasleidingen kocht. Inmiddels is dat veranderd. Dus past de verkoop van de Duitse dochter van Tennet wel in de nieuwe soberheid voor staatsbedrijven.

Hoezo Europees?

Wat wél bevreemding wekt, is de politieke keus voor een nationale oplossing. Nederland houdt het Nederlandse deel, Duitsland koopt het Duitse net terug. Tennet wordt gewoon in twee, aparte bedrijven gesplitst. Maar hoe zit het dan met de gretig beleden noodzaak van Europese samenwerking? Hier ligt een kans voor open doel om een gezamenlijke, grensoverschrijdende onderneming te smeden die een hoofdrol speelt in de Europese energie-infrastructuur. Het begin is er al: in de top zitten twee Duitsers en twee Nederlanders.

Maar politici kiezen voor nationale Alleingang. Hoe ahistorisch. In 1951 legde een energiepact, de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de basis voor Europese eenwording. Wat de grondleggers daarvan in 1951 op touw zetten, durven hun nazaten nu kennelijk niet.

Er zal bij Tennet na de Duitse verkoop vast wel een vorm van Nederduitse samenwerking komen, met overlegtafels of vergelijkbare poldertaal, maar geen concreet Duits-Nederlands concern. Anders gezegd: Duitse en Nederlandse regeringspartijen profileren zich wel als fans van Europa, maar als het er écht toe doet is het: eigen paspoort eerst.

Als verkoop van de Duitse Tennet-activiteiten aan de orde komt, is het daarom nodig eerst te onderzoeken wat de politieke of strategische meerwaarde is van verkoop. Daarna komt het geld vanzelf wel aan bod.

Tennet houden? Het bedrijf was in 2021 de op één na beste melkkoe onder de Nederlandse staatsbedrijven. Het Ministerie van Financiën kreeg als eigenaar 141 miljoen euro dividend. Alleen Gasunie betaalde meer (281 miljoen euro).

25 miljard – of meer?

Het Duitse net van Tennet verkopen? De Duitse bezittingen staan voor rond 25 miljard euro in de boeken. Zo hoog zal de opbrengst op de verkoop niet uitvallen. Ook de schulden (hoogte onbekend) moeten terugbetaald worden. Vergelijk het maar met de verkoop van een huis. De koper betaalt je de volle som, maar daarna moet je nog wel de hypotheeklening aflossen.

Maar met het saldo van verkoopopbrengst en schuldaflossingen van het Duitse Tennet-net moet minister van Financiën Sigrid Kaag (D66) niet voetstoots akkoord gaan. De Duitsers worden weer de baas van hun eigen stroomnet, daar betalen ze een overnamepremie voor. Daar komt bij dat Nederland daar de laatste jaren miljarden euro in heeft geïnvesteerd. Dat is een premie waard voor goed huisvaderschap. Knijp er een bonus uit voor de schatkist.

Menno Tamminga was jarenlang redacteur en economisch columnist van NRC Handelsblad. Sinds augustus 2022 staan zijn wekelijkse columns in Wynia’s Week.

Wynia’s Week is onafhankelijk en ongebonden. Dat wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee? Dat kan HIER. Hartelijk dank!