‘Thüringen’ toont: de Duitse democratie is in gevaar

thomas-kemmerich-ve-hocke
‘De foto’: De liberaal Thomas Kemmerich (links) werd (voor even) gekozen tot minister-president van Thüringen en wordt gefeliciteerd door de Thüringse AfD-leider Björn Höcke.

In de Duitse deelstaat Thüringen zorgden de stemmen van de uiterst rechtse AfD er samen met die van CDU en FDP voor dat een FDP’er tot premier werd gekozen. Het werd een gigantische rel, omdat de Duitse gevestigde partijen niet geacht worden samen te werken met extreemrechts – en dat terwijl de Thüringse AfD ook nog eens geleid wordt door de hoogst omstreden Björn Höcke.

Journalist Alexander Horn stelt dat de Thüringse kwestie illustreert dat de Duitse democratie in gevaar is: ‘De kiezers staan inmiddels in zo’n kwaad daglicht dat het legitiem lijkt om hun politieke invloed te beperken. Zo wordt de democratie ondermijnd.’ Onderstaand verhaal werd eerder gepubliceerd in Tichys Einblick. De vertaling is van Willy Hemelrijk.

De Grüne minister-president van de deelstaat Baden-Württenberg opende na de politieke aardbeving in Thüringen de aanval op de AfD. Die partij wil volgens hem een einde maken aan de democratie. ‘De AfD heeft een plan, een perfide plan, en voert dat heel strategisch en gericht uit: ontwrichting van het politieke systeem en uitholling van de democratie.’ De Thüringse fractievoorzitster van Die Linke stelt zich eveneens op dat standpunt. Ze meent dat het de bedoeling van de AfD is ‘om de democratische instituties kapot te maken.’ Ook de leider van de liberale FDP is ervan overtuigd dat de AfD eropuit is ‘chaos te stichten in de democratie, en het politieke landschap te vernietigen.’

‘Democratie die het fascisme aan de macht helpt’

De weggestemde Thüringse minister-president Bodo Ramelow van Die Linke vindt ook dat de democratie gevaar loopt. Hij onderbouwt dat standpunt door de overwinning die zijn opvolger Kemmerich dankzij de AfD-stemmen wist te boeken, op één lijn te stellen met de machtsgreep van de nationaal-socialisten in de jaren dertig. Iets dergelijks valt ook te lezen in de Frankfurter Rundschau: de democratie zelf kan het fascisme in het zadel helpen, want de kiezers en wie zij kiezen zijn niet te vertrouwen. Net zoals nu gebeurd is, hebben namelijk ook destijds ‘formele democratische beslissingen de weg bereid voor de vijanden van de democratie.’ Net als bij Hitlers benoeming tot rijkskanselier hebben namelijk nu de AfD-afgevaardigden uit de hoek van de ‘fascist’ Björn Höcke ‘langs de constitutioneel gebaande weg’ succes weten te behalen.

CDU en FDP halen deze historische vergelijking niet van stal, maar ook zij laten er geen twijfel over bestaan dat  het hek van de dam is en dat er acuut gevaar dreigt voor de democratie. FDP-leider Christian Lindner verontschuldigde zich voor het feit dat zijn eigen regionale partijgenoot Kemmerich was gekozen, een ‘ernstige fout’, en bondskanselier Merkel zag in Kemmerichs overwinning een ‘slechte dag voor de democratie’ en zelfs een ‘onvergeeflijke’ fout.

Beperkte democratie

De uiterst nerveuze reacties van de linkse partijen, maar ook van de christen-democraten en van de media, kunnen we alleen begrijpen als we ons realiseren wat het concept democratie in Duitsland inhoudt. De Britse publicist Daniel Ben-Ami legt uit dat het ‘begrip “vertegenwoordigende democratie” niet de kern raakt van deze regeringsvorm, die zich in de loop van de afgelopen eeuw in grote delen van Europa heeft ontwikkeld. “Beperkte democratie” zou veel passender zijn, want daarmee wordt uitgedrukt dat de bevolking en soms ook de parlementsleden ver bij de besluitvorming vandaan worden gehouden.’

De staatkundige structuur van de Duitse staat gaat uit van een formele democratie, maar daarbinnen is de invloed van de kiezers beperkt. Deze stand van zaken ontleent zijn legitimiteit grotendeels aan het feit dat de kiezer – met in het achterhoofd ook de Duitse geschiedenis – moreel en intellectueel nog niet rijp geacht wordt om de democratie te hoeden.

 Daarom is een staatkundige structuur inclusief scheiding der machten opgezet die ten doel heeft de formele democratie te beschermen. Ook het breed geaccepteerde concept van de ‘weerbare democratie’ komt hieruit voort. Dat houdt in dat democratieën de mogelijkheid moeten hebben zich met militante en ondemocratische maatregelen te verdedigen, bijvoorbeeld door inperking van de vrijheid van meningsuiting.

Meer dan helft van Thüringse kiezers zou sceptisch of afwijzend staan tegen democratie

Vanuit dit perspectief en vanuit het standpunt van de gevestigde partijen bezien leggen de deelstaatverkiezingen in Thüringen een probleem bloot dat kenmerkend is voor de democratie, want bijna een kwart van de kiezers (AfD) of, vanuit een ander perspectief, meer dan de helft (AfD en Die Linke bij elkaar) stemde op partijen die afwijzend of sceptisch tegenover de democratie staan en dus als extremistisch te boek staan.

Tot verbijstering van de politieke tegenstanders heeft de grote populariteit van de AfD niet te lijden gehad van het gerucht dat diezelfde tegenstanders en de media aanhoudend verspreid hebben, namelijk dat de AfD-partijleider in Thüringen, Björn Höcke, na een gerechtelijk vonnis tot ‘fascist’ mag worden bestempeld. De stembusuitslag in Thüringen lijkt dus te bevestigen dat de kiezers in potentie een gevaar voor de democratie zijn. 

Door de overwinning van Kemmerich heeft dit probleem er nu tot veler verdriet toe geleid dat het ‘hek van de dam is’, want de volgende dijk die deze problematische invloed van de kiezers had moeten keren, heeft niet gewerkt. Nu hebben namelijk niet alleen de kiezers maar ook de afgevaardigden van de democratische partijen in het deelstaatparlement zich in democratisch opzicht onbetrouwbaar betoond.

En dat ondanks de zorgvuldigheid waarmee de partijen zelf bepalen wie er op hun kieslijsten komen, om zo vooraf te kiezen wie er het volk mag vertegenwoordigen. Daar kwamen in de aanloop naar de verkiezingen voor de regionale minister-president nog de expliciete, in heel Duitsland breed gedragen partijbesluiten bij, en de waarschuwingen van de verschillende partijbesturen, waarschuwingen die de Thüringse deelstaatafgevaardigden van de CDU en de FDP in de wind hebben geslagen.

Antidemocratische krachten

In Thüringen, of eigenlijk in heel Duitsland, zou de democratie door politiek extremisme acuut in gevaar zijn, maar die bewering is nergens op gebaseerd. Deze uitspraak dient in de eerste plaats om politieke tegenstanders door stigmatisering te isoleren en in geen geval de politieke discussie met ze aan te gaan. Antidemocratisch extremisme is namelijk in Duitsland slechts een politiek randverschijnsel zonder enige invloed. De AfD en die Linke streven geen van beide naar afschaffing van de democratie.

Nog belangrijker is echter dat het merendeel van de mensen die op die twee partijen gestemd hebben, zeker ook niet warmlopen voor een nog verdere indamming van de toch al beperkte democratie. De kiezers wenden zich tegenwoordig juist af van partijen die hun politieke stem geen ruimte geven. De afgelopen jaren stijgen in heel Duitsland de opkomstpercentages bij de verkiezingen, ook deze maand in Thüringen.

De kiezers blijken politiek geïnteresseerd te zijn en willen een actievere rol spelen in de politiek. De zwijgende minderheden van vroeger spreken zich tegenwoordig duidelijk uit, ook wanneer hun nu openlijk beleden opvattingen lang niet bij iedereen in goede aarde vallen. De maatschappelijke discussie – voor zover die de ruimte krijgt – leidt tot meer controverse en vaak ook tot confrontaties, en dat mag ongemakkelijk zijn en tot veel stress leiden, voor de onafhankelijke meningsvorming van alle kiezers is het een welkome ontwikkeling.

De democratie loopt gevaar door de verdedigers van de democratie

Toch is de democratie wel degelijk in gevaar, want haar fundament wordt ondergraven. Vaak echter gaat de dreiging – vrij ongemerkt – juist uit van de mensen die zichzelf beschouwen als de hartstochtelijkste verdedigers van die democratie, of zich daar althans voor uitgeven. Hun meestal volstrekt ongedifferentieerde en mateloos overdreven verwijten over uit de hand lopende vijandigheid jegens de democratie, extremisme of zelfs fascisme, legitimeren onderdrukking van onwelgevallige politieke meningen. Dat is schadelijk voor de democratie. Politieke opvattingen worden op die manier ernstig gestigmatiseerd, en dan lijkt het legitiem om ze in het kader van de ‘weerbare democratie’ te onderdrukken, en dus niet langer als vrije meningsuiting te tolereren. Zo worden standpunten uit het publieke debat verbannen.

Tolerantie ten opzichte van afwijkende meningen – hoe verkeerd of ondemocratisch of hatelijk die andere meningen ook mogen zijn – biedt ruimte aan publieke controverse. Alleen zo kunnen alle kiezers de verschillende argumenten tot zich nemen en zich een eigen, niet door politieke beïnvloeding ingegeven mening vormen. Openlijke strijd is de onmisbare basis van waaruit de kiezers hun keuze kunnen maken – met verstand van zaken en soeverein. Zo leggen zij het fundament voor de democratie en bepalen de politieke ontwikkeling. Als hun de mogelijkheid wordt ontnomen om meningen uit te wisselen en zich in vrijheid een mening te vormen, worden zij gedegradeerd tot jaknikkers.

Die tolerantie ten aanzien van politieke tegenstanders had de Pools-Duitse revolutionaire Rosa Luxemburg in gedachte toen zij in haar kritische beschouwing over de Russische revolutie schreef: ‘Vrijheid is altijd alleen maar de vrijheid van andersdenkenden.’ Deze vrijheid van andersdenkenden heeft bij veel mensen niet de hoogste prioriteit. Dat komt vooral doordat we er in een beperkte democratie vanuit gaan dat niet de kiezers de democratie moeten hoeden, maar dat dat in eerste instantie een taak is voor de overheidsorganen waarin de democratische elite de dienst uitmaakt.

Onrijpe kiezers

De op dit moment dominante politieke cultuur versterkt de reserves ten aanzien van de kiezers nog eens extra. Achter het overdreven afweermechanisme tegen vermeende of daadwerkelijk extreme antidemocratische meningen schuilt het vermoeden dat die kiezers daar bijzonder ontvankelijk voor zijn en zich er gemakkelijk toe laten verleiden. Dat beeld van de kiezer kwam naar voren in het debat na de dood van de Kasselse politicus Walter Lübke, die in juni 2019 door rechts-extremisten werd vermoord. De CDU dichtte de AfD-stemmers een laag moreel niveau toe, want die zouden welbewust rechts-radicale haat en opruiing op de koop toe nemen.

Er was, aldus de CDU, door verbale aanvallen een stemming gecreëerd die, zoals in het geval van Lübke, tot moord kon leiden. Wie dan nog op de AfD stemde, nam het uitmoorden van personen met een onwelgevallig standpunt voor lief, zelfs als je met die stem in je recht stond en slechts je politieke mening naar voren bracht: ‘De propagandisten van haat en uitsluiting hebben met hun woorden de weg bereid voor geweld. Wie de AfD steunt moet weten dat hij daarmee bewust ook rechts-radicale haat en opruiing, extreme polarisering en persoonlijke aantijgingen op de koop toe neemt. En we weten hoe zulke persoonlijke aantijgingen uiteindelijk tot doodsbedreigingen, gewelddadigheden en zelfs moord kunnen leiden.’

Gekleineerde kiezers

Het kleineren van kiezers en de door hen gekozen vertegenwoordigers tast de democratie aan. In de grondwet mag dan staan dat de politieke macht bij de kiezers ligt, hun vermogen om democratisch en verstandig te handelen wordt echter ernstig in twijfel getrokken en zelfs uitgehold. De gevestigde partijen richten hun aantijgingen van antidemocratisch extremisme aan het adres van de ‘extreme’ partijen, maar besmeuren daarmee ook de mensen die op die partijen stemmen.

Het is dus geen verrassing dat er ondertussen druk overlegd wordt over de mogelijkheid om de verkiezingsuitslag in Thüringen te negeren en een technocratenregering te benoemen, bijvoorbeeld onder leiding van de Thüringse voorzitter van het Constitutionele Hof, zoals de FDP nu voorstelt. Logischerwijs is de volgende stap de door iedereen zo gewenste nieuwe verkiezingen uitschrijven. En dan net zo vaak opnieuw tot de kiezers in Thüringen tot bezinning komen en de uitslag de partijen goed uitkomt. Mocht ook dat niet lukken, dan is het misschien niet meer ondenkbaar dat de al voorgestelde technocratenregering ‘om de democratie te behoeden’ niet alleen als tussenoplossing geïnstalleerd wordt. De Duitse democratie is wel degelijk in gevaar, maar de dreiging komt niet uit extremistische hoek. Ondermijning van de democratie vindt plaats door de kiezers in zo’n kwaad daglicht te stellen dat het legitiem lijkt om hun politieke invloed te beperken.