Verdwalen in eindeloze vragensets als je een simpel schuurtje wil bouwen: de nieuwe Omgevingswet is een drama

Gastauteur
Bij werkzaamheden aan of rondom huis en tuin moet worden nagegaan of beschermde plant- en/of diersoorten verstoord worden. Beeld: YouTube.

*Door Marinus den Hartogh en Quinten Pluymaekers

Per 1 januari is de Omgevingswet in werking getreden. De ontwikkeling van die wet ging gepaard met grote ambities en veel goede bedoelingen, geheel in de stijl van de kabinetten-Rutte. De nieuwe wet zou zorgen voor een ‘inzichtelijk omgevingsrecht’ en meer doelmatige en snellere procedures. Mede hierdoor stemde een grote meerderheid in de Tweede Kamer – van SP tot PVV – voor deze wet.

Het is de vraag wat er van de beloofde verbeteringen in de praktijk terechtkomt. Wij zien op het eerste gezicht vooral veel parallellen met de stikstofcrisis, waar het venijn in de uitvoering zit, grotendeels afhankelijk gemaakt van een daarvoor ongeschikt digitaal stelsel.

Digitale werkelijkheid

De Omgevingswet komt in de praktijk erop neer dat democratisch vastgestelde bestemmingsplannen in acht jaar uitgefaseerd worden en vervangen worden door meer abstracte normen waarbij een computerprogramma (het Digitaal Stelsel Omgevingswet, DSO) of de rechter uitsluitsel geven over de vraag of een activiteit een vergunning krijgt of niet. Onder meer de Raad van State en IT-experts hebben grote zorgen geuit over de stabiliteit, functionaliteit en gebruiksvriendelijkheid van het DSO. Toch is dit het systeem waar iedereen nu van afhankelijk is: van het plaatsen van een dakkapel of zonnepanelen op uw huis tot de bouw van een nieuwe fabriek.

Een bekend probleem van het digitale stelsel DSO is dat er fouten zijn opgetreden bij het overbrengen van de inhoud van bestaande bestemmingsplannen naar het digitale systeem. Uit een eerste grove schatting uit de praktijk is dit bij 10 procent van de bestemmingsplannen het geval. Zo zijn bepaalde functieaanduidingen (bijgebouw, erf) niet correct overgenomen. Dit heeft als gevolg dat de rechtspositie van perceeleigenaren veranderd kan zijn zonder dat zijzelf of de gemeente dat weten.

Een ander probleem is de gebruiksvriendelijkheid van het digitale systeeem. Alle Rijks- en provincieregels die betrekking hebben op de leefomgeving zijn in het DSO opgenomen. Je moet dus behoorlijk wat vragen beantwoorden om te checken of de door jou gewenste verandering wel vergunningvrij is.

Een goed voorbeeld is de BeSI-check (Beschermde SoortenIndicator). Bij werkzaamheden aan of rondom huis en tuin, zoals het plaatsen van zonnepanelen, moet je nagaan of beschermde plant- en/of diersoorten verstoord worden. Zodra ook de gemeentelijke regels in het DSO zijn opgenomen, zullen mensen naar verwachting meer dan een uur bezig zijn met het invullen van vragen om te controleren of een bepaalde activiteit vergunningvrij is. Het komt ook voor dat het systeem geen ja- of nee-antwoord geeft, omdat niet alle vragen zouden zijn beantwoord, terwijl dit wel het geval is.

Grote praktische problemen

De Omgevingswet verplicht je om je telefoonnummer en emailadres door te geven bij een vergunningaanvraag. Echter, op grond van de privacywetgeving mag dit geen verplicht veld zijn bij het invullen van een DSO-formulier. Veel mensen vullen dan ook hun telefoonnummer en mailadres niet in. De gemeente concludeert dan vaak dat de aanvraag niet compleet is en daarmee ook niet-ontvankelijk. De gemeente zal vervolgens een brief moeten sturen met het verzoek de ontbrekende gegevens aan te leveren alvorens de vergunning in behandeling te nemen.

Uitvoering van de Omgevingswet veroorzaakt grote praktische problemen. Wij zien in breder verband een land dat verder tot stilstand komt: waar de vergunningverlening voor woningbouw en energietransitie vertraging oploopt, terwijl burgers die een simpel schuurtje willen bouwen of een zonnepaneel willen plaatsen ’s avonds urenlang achter de pc verdwalen in eindeloze vragensets. Laten we de Omgevingswetcrisis zo snel mogelijk proberen te bedwingen.

*Drs. Marinus den Hartogh en mr. dr. Quinten Pluymaekers zijn respectievelijk fellow en directeur van De Nieuwe Denktank www.denieuwedenktank.nl.

Wynia’s Week verschijnt altijd, twee keer per week. Het zijn de donateurs die dat mogelijk maken. Nog geen donateur? Kijk HIER. Hartelijk dank!