Veroordeling voor ‘gecremeerde kroket’ bedreigt de vrijheid van meningsuiting

BartCollard 28-1-23
Yvonne Coldeweijer (l) en Rachel Hazes. Bron: Ze.nl

De rechtszaak tussen Yvonne Coldeweijer en Rachel Hazes kreeg veel aandacht. De civiele rechter in Amsterdam besloot dat Coldeweijer haar juridische opponent geen ‘gecremeerde kroket’ mocht noemen. Volgens Bart Collard bedreigt zo’n rechtelijke uitspraak de vrijheid van meningsuiting.

Yvonne Coldeweijer van Juice heeft Rachel Hazes een ‘gecremeerde kroket’ genoemd, nadat Hazes Coldeweijer had gedagvaard voor een kort geding. Niet zo spannend, denkt u. De Rechtbank Amsterdam dacht daar anders over en stelde op 23 januari 2023 in haar vonnis: ‘De term gecremeerde kroket is hoe dan ook grievend en beledigend.’

Coldeweijer moest het bericht waar de term in vermeld was binnen 24 uur van haar sociale mediakanalen verwijderen. Zou ze dat niet doen, dan moest zij een dwangsom van 1000 euro betalen – met een maximum van 50.000 euro – voor elk uur na die tijd waarin het bericht niet verwijderd was.

Strafbare belediging

In Nederland is elke opzettelijke belediging strafbaar gesteld in artikel 266 van het Wetboek van Strafrecht. Daarnaast is groepsbelediging – wanneer de uiting gaat over het ras, de godsdienst of levensbeschouwing, de hetero- of homoseksuele gerichtheid, of een lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap van de groep – strafbaar gesteld in artikel 137c van dat wetboek. Het gaat daarbij om uitingen die als onnodig grievend worden gezien.

De vraag is echter wanneer dat het geval is. Is de intentie van pleger leidend? De intentie is echter vaak moeilijk te bepalen. Gaat het om de gevoelens van het vermeende slachtoffer? Maar hoe ga je dan om met het feit dat sommige mensen niet te kwetsen lijken te zijn, terwijl anderen tenen van veertig centimeter lang hebben? Als de mate van krenking leidend is, dan is het hek van de dam.

Een waarheid die je liever niet wilt horen

Of gaat het om meer objectieve kenmerken op basis van een lijst van wat in zijn algemeenheid als onnodig grievend gezien kan worden? Maar hoe komt zo’n lijst dan tot stand? Moet een rechter uit het Gooi a priori gaan bepalen wat de gemiddelde Surinaamse Nederlander als onnodig grievende uitspraken over zijn afkomst zal beschouwen?

Gaat het dan überhaupt om de gemiddelde mens uit een bepaalde groep? Of ligt de drempel hoger en gaat het om uitspraken die de hele groep als kwetsend zal beschouwen? En maakt het dan nog uit of de ene groep weerbaarder is dan de andere?

Ongetwijfeld kwetst u veel veganisten ernstig als u biefstuk eet of een broodje met kaas, als u een glas melk drinkt, leren schoenen draagt en de dierentuin bezoekt. Of als u zegt dat u van die producten of locaties geniet, of wanneer daar afbeeldingen van worden gedeeld. Wellicht meent u dat hier de opzet tot het beledigen ontbreekt, maar dat vermindert het kwetsen niet. Moeten die uitingen daarom strafbaar zijn?

Zoals Hans Teeuwen in het tv-programma Bimbo’s en Boerka’s (2007) zei: ‘Een mening kan beledigend zijn, snap je? Dus het kan zijn dat als ik mijn mening geef dat dat voor iemand anders beledigend is. Bovendien is belediging voor sommige mensen gewoon een waarheid die ze liever niet willen horen.’

De problemen rondom deze strafbaarstelling maken het discutabel dat mensen veroordeeld kunnen worden voor belediging.

Beschuldiging ‘racist’

Columnist Max Pam schreef in de Volkskrant dat hij, toen hij ooit een racist werd genoemd naar aanleiding van een column, naar de rechter stapte. De rechter zou het standpunt toegedaan zijn geweest dat zulke uitspraken tot het publieke debat behoorden. In de woorden van Pam: ‘oké, iemand zo maar een racist noemen mag.’ Terecht beweert Pam dat het dan vreemd is dat Coldeweijer Hazes geen gecremeerde kroket mag noemen. Een racistische tekst schrijven mag niet, maar iemand onterecht en ongefundeerd tot racist verklaren mag wel?

Bij HLF8 verklaarde journalist Wierd Duk op 10 januari 2023: ‘Ik word permanent uitgescholden op sociale media. Een hele catalogus van scheldwoorden, variërend van nazi tot fascist.’ Presentatrice Hélène Hendriks vroeg hem of dat pijn doet. Duk: ‘In het begin is het wel verbazend natuurlijk. Dan denk je: ‘huh? Dat woord past helemaal niet bij mij, want ik zie mezelf niet per se als nazi.’

Strafbaarstelling van smaad

Dat smaad strafbaar moet blijven is wellicht beter te beargumenteren, maar met zo’n strafbaarstelling moet minstens uiterst terughoudend worden omgegaan. Bij smaad gaat het – zoals gesteld in artikel 261 van het Wetboek van Strafrecht – om het opzettelijk aanranden van iemands eer of goede naam ‘door telastlegging van een bepaald feit’.

Indien degene die de smadelijke uitspraak deed er redelijkerwijs van mocht uitgaan dat die uitspraak waar was en dat deze het algemene belang diende is geen sprake van smaad. Evident onware beschuldigingen die iemands goede naam of eer aantasten – denk aan iemand onterecht publiekelijk als een pedofiel aanwijzen – zijn dus strafbaar. Maar hoe ver moet de reikwijdte van de strafbaarstelling van smaad gaan?

Hoe zit dat met de onterechte beschuldigingen aan het adres van Wierd Duk? Duk is evident geen nazi of fascist. Schenden zulke ernstige beschuldigingen zijn eer of goede naam niet? Zijn ze smadelijk? Wellicht. Maar de kanttekening is dat ze doorgaans niet gefundeerd zijn door middel van bronteksten. Überhaupt ontbreekt er vaak een onderbouwing bij zulke beschuldigingen, en als daar al sprake van is dan bevat deze slechts drogredenen of andere niet te volgen hersenspinsels.

Term wordt uitgehold

Zo’n beschuldiging is daarmee niet minder naar en wellicht zelfs schadelijk voor de beeldvorming over, of de reputatie van, een persoon, maar is tegelijkertijd een lege huls. Het zijn niet geloofwaardige beschuldigingen. Desalniettemin heeft een ongefundeerde beschuldiging tot nazi of fascist een smadelijk karakter.

Teveel mensen maken zich schuldig aan gemakzuchtige volgzaamheid, aan het hanteren van een luie, niet-kritische houding. ‘Als Duk voortdurend tot fascist wordt geclassificeerd, dan moet er wel een kern van waarheid in zitten’, zo lijken ze te denken. Zo’n kwalijke beeldvorming kan gevolgen hebben voor de psychische toestand, voor het sociale leven en de werksituatie van degene die valselijk wordt beschuldigd. Maar mogelijk is het ergste van zulke aantijgingen, en de reactie van dit soort mensen, dat ze daarmee de definitie van, bijvoorbeeld, fascisme veranderen. Door allerlei mensen die niet fascistisch zijn voor fascist uit te maken wordt de term uitgehold. Daardoor verliest de term fascisme een deel van zijn ernst.

Verwijder (groeps)belediging uit het strafrecht!

De strafbaarstelling van belediging conflicteert met de vrijheid van meningsuiting. Hoe wordt de grens daartussen bepaald? Zou er überhaupt wel een grens moeten zijn? Dient de vrijheid van meningsuiting het recht om te beledigen te bevatten? Ik meen van wel.

Iemand een gecremeerde kroket noemen dient niet te leiden tot een civielrechtelijke veroordeling. Belediging en groepsbelediging moeten uit het Wetboek van Strafrecht verdwijnen, omdat van deze delicten een ernstig subjectief karakter uit gaat en ze conflicteren met het wellicht meest fundamentele recht in onze democratische rechtsorde: de vrijheid van meningsuiting.

Door het subjectieve karakter van de kwetsuur wordt de beledigingskaart trekken een machtig wapen in de handen van intolerante activisten en extremisten die niet bereid zijn om de dialoog of het debat aan te gaan. Belediging en groepsbelediging dienen daarom uit het strafrecht verwijderd te worden.

De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het als donateur mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt – ook nu weer, in 2023. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!