Vervalt het basisonderwijs nu ook al in identiteitspolitiek?

basisschool-te-Amsterdam

Activisten als Sunny Bergman en Jerry Afriyie stellen dat als leerlingen een te laag schooladvies krijgen dat aan racisme ligt, dan wel aan ‘witte superioriteit’. Erger: er wordt ook nog naar ze geluisterd.

De Amsterdamse wethouder Marjolein Moorman (PvdA) maakte kort voor de zomer haar nieuwe onderwijsplan bekend. Ze laat in dit plan zien, te hebben geleerd van het verleden. De identiteitskoers over huidskleur, afkomst en religie waar de PvdA eerder aan meedeed – en die leidde tot een grote terugval – lijkt op dit punt verleden tijd.

In haar onderwijsplan komen Moorman en de rest van het Amsterdamse college van B en W met voorstellen die moeten leiden tot een verbetering van het basis- en voortgezet onderwijs, met name op onderwerpen als lerarentekort, gelijke kansen binnen het onderwijs en ‘onderadvisering’: kinderen die een lager schooladvies krijgen dan ze aan zouden kunnen.

Dat laatste onderwerp werd een interessant punt van discussie tijdens een bijeenkomst in het Amsterdamse Pakhuis de Zwijger, georganiseerd door de actiegroep ‘Wit aan Zet’ van Sunny Bergman en Jerry Afriyie – beiden bekend van hun strijd tegen Zwarte Piet. Deze groep zegt zich in te zetten voor kansengelijkheid binnen het onderwijs en constateert dat ‘racisme’ op dit moment de grootste boosdoener is, waardoor kinderen met ‘een bi-culturele achtergrond’ achtergesteld zouden blijven. Bergman en Afriyie zeggen ‘concrete handreikingen te verzamelen die de ongelijkheid als gevolg van witte superioriteit doorbreken’.

Verkleinen van verschillen

Nu richt het plan van aanpak van het Amsterdamse college zich met name op het verkleinen van verschillen tussen kinderen in Amsterdam. Dat zou ten voordele moeten zijn van kinderen uit de minder welgestelde klasse, die vanwege hun thuissituatie minder kansen hebben. Verder houdt het plan zich bezig met de relatie tussen het kind en diens omgeving. Zoals kinderen met ouders die geen kennis hebben van het schoolsysteem, of kinderen van wie de ouders zich geen prestigieuze bijles voor hun kinderen kunnen veroorloven.

‘Wit aan Zet’ heeft ook een plan, te weten een onderwijsmanifest met een reeks actiepunten. Dat manifest richt zich op soortgelijke uitkomsten als het plan van Moorman, maar zoekt naar andere oorzaken voor het ‘probleem’.

Docenten moeten hun eigen racisme ontdekken

Zo stelt het manifest van ‘Wit aan Zet’ dat docenten bewust moet worden van hun vooroordelen en ‘biased-trainingen’ daarbij kunnen helpen. Zo kunnen docenten erkennen en inzien dat zij eigenlijk heel racistisch zijn, maar dit kennelijk nog niet door hadden. Het is dan ook de vraag of het Amsterdamse college er net zo over denkt en Moorman zich weer wil laten leiden tot een identiteitskoers voor haar partij.

Sunny Bergman
en Jerry Afriyie

In het begin van de zomer werd een avond georganiseerd in het Pakhuis De Zwijger – dat steun verleent aan Bergman en Afriyie – waar ook wethouder Moorman aan deelnam. Moorman werd aan de hand van die eerder opgestelde actiepunten van ‘Wit aan Zet’ bevraagd om raakvlakken te zoeken tussen het plan van het college en de actiepunten van het activistische onderwijsmanifest. Haar werd gevraagd in hoeverre zij bereid is als wethouder stappen te ondernemen die overeenkomen met het manifest en/of eventueel de actiepunten van het manifest te integreren in haar eigen aanpak.

De wethouder buigt

Hoewel Moormans aanpak duidelijk is en gericht is op sociaaleconomische oorzaken, leek ze het in het debat toch grotendeels eens te zijn met de meningen van de actiegroep. De wethouder bevestigde subtiel – met een zeker ongemak – de zorgen van deze activisten.

Sunny Bergman (tevens de interviewer van de avond) verwees naar het manifest op het punt van vooroordelen en ‘geïnternaliseerd racisme’ van docenten in relatie tot onderadvisering, toen zij aan Moorman vroeg wat daar aan gedaan wordt. Waarop Moorman antwoordde: ‘Ik herken het wel” en vervolgens met een verhaal kwam dat eigenlijk afwijkt van de duidelijke vooringenomen stelling van Bergman.

Moorman stelde niet dat onderadvisering een noodzakelijke gevolg is van racisme, maar benadrukt dat de intenties van de docenten goed zijn. Docenten en directeuren, die zij gesproken heeft, hadden aangegeven wel geschrokken te zijn van de hoge aantal gevallen van onderadvisering. Tegelijkertijd komt dit volgens Moorman door de terughoudendheid van de docenten. Die willen kinderen niet té hoog adviseren, opdat het straks niet té moeilijk wordt voor ze.

De wethouder zegt dus de situatie van geïnternaliseerd racisme wél te herkennen. Maar beredeneert dat vervolgens uit een andere motivering. Het is alsof ze het niet met deze groepen volledig eens kan zijn, maar de beklemmende sfeer haar niet toelaat zich erover uit te spreken. Herhaaldelijk werd de wethouder door Sunny Bergman de maat genomen over haar taalgebruik: termen als ‘hoog’ en ‘laag’ opgeleid waren not done!

Laat Moorman zich meeslepen door Sunny en Jerry?

De centrale vraag luidt natuurlijk, of Marjolein Moorman, behalve wethouder ook lijsttrekker van de PvdA bij de laatste raadsverkiezingen, zich nou wel of niet bereid is mee te laten slepen door de identiteitspolitiek – in dit geval belichaamd door Sunny Bergman en Jerry Afriyie. En als racisme daadwerkelijk oorzaak is van onderadvisering binnen het onderwijs, hoe verklaart men dan het feit dat sommige migrantengroepen juist goed presteren en daarvoor worden beloond met een hoog schooladvies? Uit cijfers van het CBS blijkt immers dat er wezenlijke verschillen bestaan tussen de onderwijsprestaties van leerlingen uit migrantengroepen.

Marjolein Moorman

De vraag die zich ook opdringt luidt: moeten we niet iets zorgvuldiger omgaan met beschuldigingen van racisme in de richting van docenten – zeker in een tijd waarin we te doen hebben met een behoorlijke lerarentekort. Docenten kampen met werkdruk en geven niet alleen les, maar krijgen er vaak ook opvoedingstaken bij. Als kinderen ouders hebben die het schoolsysteem niet kennen of begrijpen, ligt dat dan aan racisme bij de docenten? De vraag stellen is het antwoord geven.