Waarom zijn Nederlanders meer gaan sparen? Ze wapenen zich tegen wispelturige politici

Toen vanaf eind 2008 de huizenprijzen vijf jaar achtereen daalden, bleken gezinnen financieel kwetsbaar. Door de combinatie van hoge hypotheekschulden en dalende prijzen raakten veel woningen ‘onder water’. Een remedie was snel gevonden: er werd beleid ingezet om de groei van de hypotheekschuld in te tomen. Dat beleid is effectief gebleken. De totale hypotheekschuld van huishoudens daalde van 107 procent van het bbp in de periode 2010-2012 tot circa 78 procent nu. Bij een onverhoopte daling van de huizenprijzen zullen daardoor veel minder huizen ‘onder water’ komen, waardoor er minder huishoudens vast komen te zitten.
Het kan geen kwaad om niet te zwaar in de schuld te zitten en over financiële buffers te beschikken. Daarom is succesvol gepoogd de hoogte van hypotheekschulden te beperken en wordt, bijvoorbeeld, de opbouw van pensioen juist fiscaal gefaciliteerd. Je kunt dat zien als een inmenging in de persoonlijke vrijheid, maar er valt veel voor te zeggen om mensen soms tegen zichzelf in bescherming te nemen door paternalistische maatregelen.
Partiële analyses
Wie naar politici luistert, krijgt al snel de indruk dat we het met die financiële weerbaarheid ook weer niet moeten overdrijven. Enig vermogen is goed, maar het wordt kennelijk al snel te veel. Tenminste, dat is de conclusie die je kunt trekken als je ziet hoe over het belasten van vermogen wordt gesproken. Zelfs De Nederlandsche Bank pleit soms voor hogere belastingen op vermogen met als argument dat in veel andere landen vermogen zwaarder wordt belast dan bij ons. Ik verbaas me over zulke partiële analyses.
Misschien klopt de constatering wel, maar waar blijven dan de analyses over belastingen die bij ons hoger zijn dan elders, zoals de energiebelastingen? Of streven we ernaar wat betreft alle soorten belastingen in de mondiale top-3 te staan? En hoe zit het met de invloed die van vermogensbelastingen uitgaat op het opbouwen van financiële weerbaarheid?
Heb je als zelfstandige een pensioenvermogen opgebouwd door te investeren in huurwoningen? Regelgeving heeft daarvan inmiddels in veel situaties een verlieslatende propositie gemaakt. Heb je vermogen in je eigen woning, dan gaan er stemmen op om die kapitaalwinst te belasten, misschien zelfs de ongerealiseerde (papieren) kapitaalwinst. Waar iemand met een bescheiden inkomen dat uit moet betalen is onduidelijk. Bovendien gaat het voorbij aan het feit dat iemand met een eigen woning weliswaar een vermogenstitel heeft (die woning) die in waarde is gestegen, maar daar tegenover staat dat we allemaal ergens moeten wonen. In economenjargon kun je stellen dat we allemaal een ‘off balance sheet liability’ hebben – we moeten ergens wonen – waarvan de waarde – of beter gezegd: de last – door de hogere huizenprijzen ook is gestegen.
Heb je een redelijk pensioen opgebouwd? Dan kun je misschien wel met minder AOW toe. Op het eerste gezicht valt daar misschien wel wat voor te zeggen, maar wat doet het met de prikkel voor mensen om zelf pensioen op te bouwen? En trouwens, de hervorming van het pensioenstelsel draagt ook al bij aan de onzekerheid die vooral voor ouderen bedreigend is omdat zij in risico-arme beleggingsportefeuilles worden gedwongen en niet of nauwelijks mogelijkheden hebben om eventuele (koopkracht)schade te repareren.
Rendement wegbelast
Of neem de persoon die naast een eventueel pensioen nog wat gespaard heeft en dat risicoloos wil beleggen, bijvoorbeeld in Nederlandse staatsleningen. Het effectieve rendement op een tweejarige staatslening bedraagt momenteel circa 2 procent, op een tienjarige lening zo’n 2,9 procent. Door de combinatie van het fictieve rendement en het belastingpercentage wordt er in 2025 ruim 2 procent op dat belegde vermogen geheven, voor zover het de heffingsvrije voet te boven gaat. Daarmee wordt het rendement na belasting van een tweejarige staatslening tot onder nul gereduceerd en dan hebben we het nog niet over de inflatie die de waarde van het vermogen aantast. Als je kunt laten zien dat je feitelijke rendement lager is dan de door de Belastingdienst veronderstelde, word je feitelijke rendement belast, maar waarom moet je die moeite doen?
De spaartegoeden van huishoudens bij banken waren volgens de statistieken van De Nederlandsche Bank eind juni bijna 8 procent hoger dan een jaar eerder. Dat is best opmerkelijk. Het is de sterkste groei in meer dan vijftien jaar. Wat verklaart de forse stijging van het spaargeld? Dat is natuurlijk gissen. Spaargeld wordt minder zwaar belast dan belegd vermogen. Zo krijgen huishoudens, bedoeld of onbedoeld, een prikkel om hun vermogen risicoloos aan te houden. Is dat voor die huishoudens, los van de fiscale consequentie, de beste optie? En is het ook maatschappelijk nuttig? Soms wordt er ook gewezen op de gespannen geopolitieke situatie en de daarmee gepaard gaande toename van onzekerheid als verklaring voor de snelle groei van het spaargeld.
De economische theorie geeft nog een andere mogelijke verklaring voor dit spaargedrag: de ‘Ricardiaanse equivalentie’. Deze theorie gaat terug tot de Britse econoom David Ricardo die er in 1820 over schreef. Onder economen is het overigens een controversiële theorie en Ricardo was er zelf niet geheel van overtuigd. De gedachte is als volgt. Wanneer een overheid de belastingen verlaagt met als doel de mensen meer te laten besteden, dan zal dat doel niet bereikt worden als de overheid die belastingverlaging financiert door zelf meer te lenen. In die situatie begrijpen mensen dat zij zelf uiteindelijk de verplichtingen moeten dragen die voortvloeien uit de stijging van de overheidsschuld. Ze zullen de belastingverlaging daardoor als tijdelijk zien en het geld sparen in plaats van uitgeven. Iets ruimer geïnterpreteerd kun je misschien stellen dat de sterke groei van de spaartegoeden gedreven wordt door een toenemend wantrouwen jegens het financiële overheidsbeleid.
Spaarders wapenen zich
Wie het nieuws volgt weet dat we ons op het gebied van de overheidsfinanciën met grote uitdagingen geconfronteerd weten. We willen aanzienlijk meer uitgeven aan defensie terwijl de kosten van de vergrijzing, waaronder die voor de zorg, oplopen. En dan hebben we het nog niet over de ambities op het gebied van stikstof en klimaat. Ook lijken veel politici wat minder strikt in de leer te worden wat betreft de hoogte van de overheidsschuld. Wellicht zijn de gestegen spaarsaldi een signaal dat mensen zich zorgen maken over wat dat allemaal voor hen gaat betekenen. Ik vrees dat weinig politici in aanloop naar de verkiezingen dat signaal serieus zullen nemen.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!