Waarschuwing: wees heel voorzichtig met geslachtsverandering

ArieGraafland 3-2-24
Cover van het besproken boek. Beeld: studiewinkel.nl

De Amerikaanse seriemoordenaar Steven Buchanan mag zijn 50-jarige celstraf uitzitten in een vrouwengevangenis omdat hij zich identificeert als vrouw.

De Berlijnse Humboldt Universiteit komt in het geweer omdat het idee van twee biologische geslachten ‘niet in lijn is met de missie van de universiteit’.

Florence Ashley, een ‘non-binaire’ professor aan de Universiteit van Alberta in Canada, die gespecialiseerd is in transrechten, adviseert kinderen op TikTok om van geslacht te veranderen. Ze is onlangs aangetrokken door de World Health Organization (WHO) om richtlijnen op te stellen voor geslachtsverandering.

Biologische mannen die claimen dat zij vrouw zijn melden zich op datingsites voor lesbiennes. Als die vervolgens laten weten niet geïnteresseerd te zijn, worden ze als ‘transfoob’ weggezet.

Staatssecretaris Alexandra van Huffelen van Binnenlandse Zaken wil af van de registratie M of V op uw ID-kaart.

Op advies van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid is de ‘transgenderwet’ controversieel verklaard, verdere behandeling is aangehouden.

Het gender-experiment

Uit het bovenstaande blijkt dat we verzeild zijn geraakt in een grootschalig gender-experiment. Ons biologische geslacht doet er niet toe, het gaat er om hoe we ons voelen. Hiermee begint Martin Harlaar zijn boek, Het Gender Experiment (2024). Harlaar is een Nederlands historicus die lange tijd in België woonde waar hij actief was bij het Humanistisch Verbond. Het Gender Experiment is het derde boek dat verschijnt in het Grote Vragen project. Dat project is een drieslag: De getemde mens (2021) gaat over de moraal; het tweede boek, Ben ik wel woke genoeg (2022), heb ik eerder besproken in Wynia’s Week, en nu is er het laatste in de serie dat over gender gaat.

Het Gender Experiment is een nogal ongelijksoortige verzameling artikelen, persoonlijke ervaringen van ex-transpersonen en interviews. Om de thematiek goed uit de verf te laten komen beperk ik me tot  vier bijdragen: die van Griet De Cuypere en Sophie Dechêne die diametraal tegenover elkaar staan, die van de Nederlands-Amerikaanse primatoloog Frans de Waal en, ten slotte, het interview met Buck Angel die na vele jaren therapie uiteindelijk in transitie ging.

Wat het gendergevoel precies betekent blijft veelal onduidelijk, we weten bijvoorbeeld niet hoe het ontstaat. De Belgische psychiater Griet De Cuypere, verbonden aan het genderteam UZ Gent en voormalig bestuurslid van de World Professional Association for Transgender Health (WPATH), schrijft dat er geen afdoende verklaring is voor ‘trans’. Wel zijn er enkele hypotheses. Zij vindt dat er een hele wereld ligt tussen de categorieën man en vrouw.

Ons chromosomenpatroon is de eerste determinant, een embryo heeft XX- of XY-chromosomen. Die chromosomen bepalen op hun beurt of er zich eierstokken of testes ontwikkelen, de gonaden zijn dus de tweede determinant. Die gonaden scheiden op hun beurt hormonen af, de derde determinant. Ze bepalen of er een penis dan wel vagina gevormd wordt. Die geslachtskenmerken zijn de vierde determinant.

We worden wel degelijk als man of vrouw geboren

Alle weefsels worden beïnvloed door geslachtshormonen, ook de hersenen. De subjectieve genderidentiteit vormt de vijfde determinant. Genderexpressie, het subjectieve gedrag, is de zesde determinant. De laatste is cultureel bepaald door de maatschappij waarin men leeft.

Op de verdeling XX-chromosomen zijn vele uitzonderingen waardoor we in het gebied tussen man en vrouw terechtkomen, zo schrijft De Cuypere. Zowel biologische als psychologische elementen spelen een rol, maar we worden niet genderneutraal geboren. Genderverschillen zijn prenataal aanwezig. Simone de Beauvoir’s idee is dus niet juist. Het idee dat we niet als vrouw of man geboren worden, maar tot vrouw of man gemaakt, is achterhaald.

Sophie Dechène

Terwijl De Cuypere meent dat er een hetze bestaat tegen puberteitsremmers waarmee sommige jongeren geholpen kunnen worden, is Sophie Dechène, Belgisch kinderpsychiater, juist uiterst kritisch over het medisch beleid inzake puberteitsremmers. De trans-affirmatieve therapie betrekt geen lichamelijke, psychische, familiale en sociale factoren in haar beleid, maar wil de onvrede van de patiënt met het eigen lichaam zo snel mogelijk oplossen. De jongeren die hulp vragen zijn veelal argumentatief goed voorbereid door sociale media en internet. Dreigen met zelfmoord wordt vaak ingezet als pressiemiddel. Daaraan toegeven is volgens Dechène uit den boze.

Een grote groep meisjes die naar genderzorginstellingen komt met  ‘rapid-onset gender dysphoria’ (ROGD) is volgens Dechène beïnvloed door sociale media. Die jongeren hebben allemaal dezelfde klachten en eenzelfde verhaal. Het is een vorm van sociale besmetting. Statistische studies tonen een hoog percentage ADHD-symptomen, autisme, psychose, depressie, angst, eetstoornissen en suïcidale gedachten. Dechène is tegen het gebruik van puberteitsremmers omdat vrijwel iedereen die ze gebruikt, doorgaat met verdere onomkeerbare ingrepen op het lichaam.

Volgens haar is een psychiatrische evaluatie essentieel. Dat gaat regelrecht in tegen de opvattingen in de transzorg in België en Nederland. Ter bescherming van de patiënten, om verminking van het lichaam te voorkomen, pleit Dechène zelfs voor een verbod. Ze is van mening dat gezinsbegeleiding altijd deel moet uitmaken van de behandeling.

Sophie Dechène’s bijdrage gaat ook in op de sektarische ideologische achtergrond van de transbeweging, de queer theorie zoals ik die eerder beschreef aan de hand van het boek van Helen Pluckrose en James Lindsay. Aan de politici de taak om ‘hun wansmakelijk populisme te verlaten en stelling te durven nemen’ tegen deze ideologie, schrijft Dechène.

Frans de Waal

Kan het begrip ‘gender’, inmiddels opgenomen in de DSM-5, naar de fantasiewereld verwezen worden? Nee, schrijft Frans de Waal, Nederlands primatoloog en werkzaam aan de Emory University in Atlanta (VS). Primatologen oordelen niet, ze zien (dier)gedrag niet in morele termen, maar nemen het zoals het is. De Waal vindt gender een nuttig begrip, het verwijst bij hem naar aangeleerd gedrag dat een biologisch vrouwelijk individu tot een vrouw maakt, en een man tot een man. We zijn immers culturele wezens.

In De Waals korte bijdrage aan het boek valt echter een belangrijk deel van zijn onderzoek weg. In zijn boek De bonobo en de tien geboden laat hij zien dat empathie en gevoel voor samenwerking bij mens en mensaap aangeboren is, dat cultuur genetisch wordt overgedragen. Observatie is belangrijk, niet onmiddellijk oordelen hoort daar bij, maar wat je waarneemt, de overgedragen cultuur, komt in zijn vier pagina’s tellende bijdrage niet aan de orde, en dat is jammer want het vormt de kern van zijn verhaal.

Buck Angel

Het politieke en morele aspect zien we duidelijk verwoord in het interview in het boek met Buck Angel door Griet Vandermassen. Buck, een schuilnaam, is een transman, bij geboorte vrouw en een activist voor de transgemeenschap. Als pornoproducer en acteur ijverde hij voor seksueel genot. Hij is uiterst kritisch over vroege transities.

Buck Angel ging lang in therapie om uit te zoeken of transitie voor hem de juiste keuze was. Hij ging pas op zijn dertigste in transitie. ‘Gestoord’ noemt hij de huidige ontwikkelingen. ‘Ik zet me al dertig jaar in voor transrechten’, maar op dit moment wordt hij vooral aangevallen door zijn eigen groep die hij wil vertegenwoordigen. Hij ziet een ‘doctrinaire wending’ binnen de gemeenschap. Zijn belangrijkste punt is: zorg dat je er zeker van bent dat dit de juiste weg is. En dat geldt met name voor jongeren.

Genderdysforie is een onomstreden verschijnsel, maar wees voorzichtig met transitie, is de boodschap van Buck. Die voorzichtigheid staat naar mijn idee haaks op de huidige door en door gepolitiseerde werkelijkheid van de transactivist die overal een welwillend oor vindt, bij de overheid, in het onderwijs en het bedrijfsleven.

Volgens Buck Angel komt de-transitie steeds vaker voor, er zijn duizenden kinderen die werden meegesleurd in het transitieverhaal en er nu op terugkomen. Hij constateert dat de transactivist dit ontkent en politiseert als een verzinsel van ‘extreem rechts’, als iets dat ‘rechts in de kaart speelt’. ‘Het probleem in de VS is dat we een gestoord radicaal-rechts en een gestoord radicaal-links hebben. Links veroorzaakt al die ellende, rechts gebruikt het tegen ons.’

En Nederland?

Martin Harlaar bracht een interessant gezelschap bij elkaar, maar van de zestien bijdragen aan dit boek komen er slechts twee uit Nederland: Martin Harlaar zelf, die al jaren strijdt tegen de genderideologie, en Charlotte Kersten die de wetgeving met betrekking tot geslachtsregistratie bespreekt. Het overgrote deel van het boek bestaat uit bijdragen van veelal vrouwelijke Belgische auteurs en een enkele Amerikaanse coryfee als Heather Heying. Je vraagt je af waarom er zo weinig Nederlandse bijdragen zijn. Waar is de Nederlandse evenknie van een Griet Vandermassen?

Arie Graafland is emeritus-hoogleraar aan de TU Delft. Hij schrijft regelmatig voor Wynia’s Week, vooral over non-fictie boeken.

Martin Harlaar (red.), Het gender experiment, Hoe maakbaar is onze identiteit als M/V/X, Gompel & Svacina (Antwerpen/’s-Hertogenbosch 2024) ISBN 978-94-6371-485-3.

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!