Waartoe zijn onze advocaten op aarde?

rechters

Neem eens kijkje in een parkeergarage op de Amsterdamse Zuidas. In de hoofdstedelijke grachtengordel met gouden naambordjes, maatpakken en horloges krijg je ook een aardige indruk. Er wordt dankzij het wettelijke procesmonopolie met de verplichte winkelnering ten gunste van advocaten goed verdiend aan recht en onrecht. En aan zware criminaliteit. En dat is niet zonder risico.

Sterker nog, zelfs die keurige ietwat hysterische mevrouw Benedicte Ficq bedreigde nota bene Willem Holleeder met de dood als die niet ontlastend over haar klant drugscrimineel Dino S.  zou verklaren. Aldus Holleeders advocaat Stijn Franken en diens kantoorgenoot Zuur, die getuige waren van die doodsbedreiging.

Maar Ficqs kantoorgenoot Nico Meijering vond die interpretatie weer hilarisch en de plaatselijke advocatendeken Evert Jan Henrichs wist het ook niet meer. Dat wil zeggen: er waren volgens hem wel grenzen overschreden maar hij spaarde de kool en de geit en diende geen klachten in tegen Ficq en Franken.

Men noemt elkaar in die kringen niet voor niets ‘amice’ en met die eigen tuchtrechtspraak komt men zelf als verdachte vrijwel nooit met justitie in aanraking. Het bovenstaande welles-nietes tafereeltje illustreert overigens op treffende wijze de essentie, het niveau en het nogal eens schromelijk overdreven belang van het advocatenvak.

Benedicte Ficq

Velen zien de wereld als één grote rechtszaal. Dreigen, aanzeggen, bluffen, misbaar maken, selectief herinneren, ontkennen en tegenspreken zijn zo’n beetje een tweede natuur geworden. Maar al die opeenvolgende duurbetaalde advocaten van Holleeder bijvoorbeeld konden niet voorkomen dat hij zit opgesloten en in ruwweg 50% van de civiele zaken is die verplicht voorgeschreven dominante advocaat alleen maar een extra complicatie en verspilling van (veel) geld. 

Een overgewaardeerde branche

Intellectueel gezien is de advocatuur ook een nogal overgewaardeerde tak van sport. Als andere studies te hoog gegrepen zijn kan je nog altijd rechten gaan studeren en het onrecht aan de onderkant van de samenleving bestrijden of het grote geld binnen harken op een pluchekantoor. Of, nog beter, schatrijke zware criminelen bijstaan.

Maar in die sector vallen ook slachtoffers: soms willekeurige omstanders, soms journalisten, getuigen, verklikkers, politieagenten of zoals onlangs een advocaat. Ook de vermoorde strafrechtadvocaat Derk Wiersum legde zich steeds meer toe op de zware, georganiseerde criminaliteit.

Gewoon  werk betekent voor een advocaat echtscheidingen en ontslagzaken doen. Daar loop je hooguit kans op een boze gefrustreerde klant. Maar je inlaten met een hitman en verklikker van zo’n beetje de gevaarlijkste crimineel ooit, is het betreden van een high risk warzone. Als het allemaal goed gaat ben je de gevierde man of vrouw en dat zullen we in al die kritiekloze talkshows met bijna onderdanige gastheren weten ook. De gratis promotie daarna levert weer nieuwe profijtelijke klanten op en daarmee is het cirkeltje rond.

Welke Breguet?

Slechts 90% van de advocatuur bezorgt de rest een slechte naam, zo luidt de hilarische tegeltjeswijdheid in de advocatenbranche. Daarom kent Gerard Spong het probleem dat hij van gekkigheid niet meer weet welk Breguet horloge hij dagelijks moet kiezen en welke auto hij na zijn laatste Rolls Royce moet aanschaffen. En dan vindt de beste man ook nog dat hij met een theatershow het land in moet om zijn eigen voortreffelijkheid en ervaringen met zware criminelen te delen.

In 2009 kreeg Spongs klant Saban B., een gedetineerde, vluchtgevaarlijke zeer gewelddadige Turkse vrouwenhandelaar (hij sloeg vrouwen met een honbalknuppel) van een paar volledig wereldvreemde (of omgekochte?) rechters tegen alle adviezen in, een week verlof. Uiteraard ging hij ervan door en terwijl iedereen zich nog afvroeg waar hij uithing begon Spong al schadevergoeding te eisen omdat de trouwfoto van zijn klant in de media was verschenen. In ieder geval wist Spong wel waar Saban uithing en waar zijn rekening naartoe moest, als die al verstuurd werd.

Gerard Spong

Want hoe komen dat soort advocaten aan zoveel geld?  In een nooit uitgezonden VARA TV-fragment kwam het antwoord op die vraag aan de orde. Twee ex-klanten van een ’topadvocaat’ verklaarden bij de opnamen, los van elkaar, dat ze (op kosten van de belastingbetaler) voor de vorm  van hun advocaat een toevoeging wegens financieel onvermogen moesten aanvragen.

Vervolgens kregen ze instructies wanneer de volgende enveloppe met inhoud moest klaarliggen. Nou ja, zo verbazingwekkend was dat nu ook weer niet als in Nederland de onderwereld steeds meer de bovenwereld infiltreert. Waarom zouden behalve wethouders, douaniers, notarissen en politieagenten, advocaten of rechters daarvan uitgezonderd blijven?

Justitie faalde zelf ook

Verenigd in heilige verontwaardiging over de brutaliteit van de aanslag op Derk Wiersum – de dader werd al meteen zwakbegaafd genoemd en is dus eigenlijk ook slachtoffer –  had de reactie van oud-advocaat en minister Ferdinand Grapperhaus e.a. iets theatraals. Het leidde in ieder geval de aandacht af van het eigen falen van de Nederlandse justitie en de berichten en gebeurtenissen waarmee het togagilde zelf de muren van de rechtstaat regelmatig ondermijnt. En niet alleen met ongelooflijke blunders en geknoei, maar opzettelijk.

Ik ken geen minister die het over ‘een aanslag op de rechtstaat’ had of die vond dat er ‘een grens was overschreden’,  toen rechter Westenberg niet alleen wegkwam met meineed maar ook met zijn ruim € 200.000 aan verzwegen neveninkomsten.

Of officier van Justitie Hans Vos die, volledig buiten zijn boekje om, in opdracht van zijn superieuren gratie verleende aan een veroordeelde fraudeur en daarna gepromoveerde werd. En dat rechters zich heimelijk onder het mom van een ‘in company training’ lieten betalen door advocaten en daarmee hun baas en de wet negeerden, schijnt voor deze minister(s) en de vele talkshows al helemaal geen onderwerp meer te zijn.

Advocaten strijden voor rechtsstaat?

Het is de oud-advocaat in Grapperhaus die zonder gevoel voor verhoudingen de dood van Wiersum bovendien aangrijpt om advocaten neer te zetten als mensen die ‘dagelijks strijden voor onze democratische vrijheden en rechten’.  Alsof iemand er iets van zou merken als advocaten 3 maanden of langer zouden staken. Traineren, uitstel aanvragen en zand in de machine gooien zijn immers in die branche gebruikelijke tactieken om het gebrek aan argumenten te verdoezelen.

Ik probeer me daarentegen de chaos en jungle voor te stellen als zwaar onderbetaalde politieagenten het werk een weekend zouden neerleggen. Als een politieagent bij een willekeurige melding niet weet door welke bewapende idioot hij wordt opgewacht gaat het – bij een fatale afloop – ook niet om een ‘aanslag op de rechtstaat’ maar om een tragisch bedrijfsongeval in the line of duty. 

‘Een geldzuchtige beroepsgroep’

En wat betreft de moraliteit van de dagelijkse strijders voor onze democratische vrijheden en rechten –  speciaal voor Grapperhaus – een citaat van Tom de Waard. Als landelijk eken hield hij zijn achterban in het eigen vakblad in 3/2/1995 voor: ‘….De beroepsethiek is verdwenen, de advocatuur etaleert zich zelf als een geldzuchtige beroepsgroep die het laatste restje integriteit over boord heeft gezet’. Overdreven?

De Waard kreeg zelfs bijval van Oscar Hammerstein die het ín zijn bundel De Gids had over de jungle van de advocatuur, waarin advocaten vooral urenschrijvers zijn die uitsluitend voor het geld gaan en over ‘ratten die elkaars klanten aftroggelen’ (Quote december 1997).

Alsof Hammerstein en zijn toenmalige kantoorgenoot Spong vies waren van geld. Als deze minister echt denkt dat ruim 25 jaar later achter die gouden naambordjes nu alleen nog mensen werken die gedreven worden door het ideaal om de rechtsstaat te dienen, dan zijn de problemen voor de rechtsstaat nog groter. Grapperhaus’ laatste idee – gekker kan het niet worden – om de expertise van advocaten van zijn voormalige kantoor Allen & Overy door het OM en de FIOD in te huren om fraude bij hun eigen klanten op te sporen, duidt daar al op! Met advocaten als plaatsvervangend rechters en straks als opsporingsambtenaar hebben we straks ongetwijfeld minder fraudezaken en dus ook minder rechters nodig. En dat komt goed uit want die hebben het met hun bijbanen overdag al druk genoeg.