Wilders moest kiezen: het moeras of de uitgang

vrijsen
De afgelopen weken en maanden moet Wilders tot de conclusie zijn gekomen dat de PVV als regeringspartij op dood spoor zat. Beeld: YouTube.

Wekenlang plande Wilders de kabinetsbreuk. Wat bewoog hem? Met dit kabinet had hij zijn kiezers niks te bieden. Een element van VVD’tje pesten en Mark Rutte een hak zetten, hoorde er ook bij. Nooit meer regeren zonder het premierschap.

De oude regel luidt: de breker betaalt. Wie een kabinetscrisis veroorzaakt, moet zorgen voor het lijmen. Als dat niet lukt, komen er nieuwe verkiezingen, waarbij de kiezers ervoor zullen zorgen dat de breker fors zetels moet inleveren. Het klinkt als een wetmatigheid, maar het is heus niet altijd zo dat de breker betaalt. En Wilders weet het. Wat zou hem er anders toe hebben aangezet om de PVV-ministers terug te trekken uit het kabinet-Schoof?

Het is terugtrekken om straks verder te kunnen springen. Na elf maanden gemarchandeer, gechicaneer en gedwarsboom met VVD, NSC en BBB, kwam PVV-leider Wilders tot de conclusie dat het experiment is mislukt. Hij had niks te winnen bij deze coalitie. Hij ging niet over één nacht ijs. Hij heeft het wekenlang gepland.

Onheilspellende naam

Dat de andere drie partijleiders in de coalitie zich hogelijk verbaasd tonen over deze plotselinge manoeuvre is toneelspel. Natuurlijk snapten ze dat Wilders ging breken. Alleen al de naam ‘Tien Puntenplan’ was onheilspellend. De PVV-leider publiceerde op 26 mei een onderzoek door Maurice de Hond naar de houding van Nederlanders tegenover immigranten en de islam. Daaruit kwam naar voren dat zeker de helft van de Nederlanders niet op de allochtone nieuwkomers en de islam zit te wachten.

Wilders knoopte er een aantal voorstellen aan vast voor een strenger asielbeleid. Hij zette er ‘Tien Puntenplan’ boven. Een veeg teken. Wilders stapte in september 2004 uit de VVD, toen de partijtop zijn ‘Tien Puntenplan’ niet pruimde. Dat hij die titel nu opnieuw gebruikte, moest duidelijk maken dat het hem menens was. Maar ze deden of ze het niet door hadden.  

De timing was bijzonder. Ogenschijnlijk was Wilders flexibel. Hij wilde van VVD, NSC en BBB ‘binnen enkele weken’ hom of kuit. Toen hij op 26 mei naar Nieuwspoort toog om zijn tien punten te verdedigen tegenover de pers en om zijn coalitiepartners schrik aan te jagen, constateerde Wilders dat hij te inschikkelijk was geweest. Hij was klaar met telkens concessies doen, klaar met iedere keer weer het kabinet-Schoof overeind houden. Vanaf nu moesten de andere drie partijen het door de PVV gewenste ‘strengste asielbeleid ooit’ omarmen. Wie politiek rekende, wist dat ‘binnen enkele weken’ vanaf 26 mei niks anders kon betekenen dan vóór 24 en 25 juni, de NAVO-top in Den Haag.

Wilders verwees in Nieuwspoort naar een recente foto in de kranten waarop premier Dick Schoof (partijloos) in Brussel enthousiast wordt begroet door zijn voorganger Mark Rutte, nu secretaris-generaal van de NAVO. Die foto was Wilders’ nachtmerrie: Schoof en Rutte als kompanen. Wilders zag Schoof als een onderhorige, die nu vriendelijk knikkend werd ontvangen door de man die in 2012 de PVV naar de eeuwige oppositie wilde verbannen. Sterker, Rutte bezwoer de PVV kapot te maken.

Wilders verafschuwde het idee dat het kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB de feitelijke voortzetting dreigde te worden van de veertien jaar onder premier Rutte. ‘Wat is er in godsnaam veranderd? Als dit kabinet gaat lijken op Rutte V, zijn wij weg,’ dreigde Wilders. Wie een dergelijk beeld oproept, heeft zijn besluit al genomen. Wie zegt dat hij weggaat, is eigenlijk al vertrokken.

Rekeningetjes

Wilders heeft nog rekeningetjes lopen met de VVD en met Rutte. Zijn breken met de coalitie heeft ook een element in zich van VVD’tje pesten. Dat Rutte hem in de periode 2010 – 2012 (de gedoogcoalitie VVD, CDA en PVV) geen ruimte gaf om punten te scoren en hem na de breuk snoeihard uitsloot van samenwerking, zit Wilders nog altijd dwars. Het was de tijd van ‘Doe normaal, man!’ en ‘Doe zelf normaal, man!’ Nadien kwam het nooit meer goed tussen die twee.

Eind mei moet Wilders hebben gezien dat het geschikte moment was aangebroken om Rutte terug te pakken. De NAVO-top in Ruttes geboortestad moest een Rutte-feestje worden. Kans voor open goal! Wilders bederft al bij voorbaat de feestvreugde door de regering van gastland Dick Schoof te laten struikelen. Dat is tevens een vlek op het blazoen van de gastheer, NAVO-chef Rutte.

Formeel is de demissionaire status van het kabinet-Schoof geen beletsel om twee dagen lang alle NAVO-vlaggen vrolijk te laten wapperen. Maar politiek is het uiterst pijnlijk. Ruttes eigen achterland is heftig verdeeld en gepolariseerd. De crisisstemming in de achtertuin van gastheer Rutte maakt alle retoriek over geallieerde eensgezindheid wrang en minder geloofwaardig. Om nog maar niet te spreken over het feitelijke voorbehoud dat Schoof zal moeten maken bij de bondgenootschappelijke verplichting om straks tot 5 procent van het nationale inkomen aan veiligheid te spenderen. Iedereen weet: Nederland kan niks garanderen, want er zijn verkiezingen op til. En als zelfs het gastland kan wegduiken, zijn de beloftes van de andere lidstaten ook niet krachtig.

Je hoort Rutte in de wandelgangen al tegen Schoof foeteren: ‘Verdorie, Dick! Had je jouw club niet minstens nog een paar weken overeind kunnen houden?’ Tja, dat had Schoof heus willen proberen. Maar Wilders is de kampioen van de politieke timing. Met zijn eis ‘binnen enkele weken’ benutte hij een buitenkansje om Rutte een hak te zetten.

Schopstoel

In Moskou zal Vladimir Poetin het met genoegen gadeslaan en dat vinden vooral de VVD’ers vreselijk. Voor Defensieminister Ruben Brekelmans (VVD) – altijd vooroplopend bij het militair en financieel steunen van Oekraïne – had de NAVO-top een hoogtepunt moeten worden. Ook NSC-minister Caspar Veldkamp van Buitenlandse Zaken moest 24 en 25 juni stralen. Veldkamp haalde zich de woede van Wilders op de hals door diens vriend Benjamin Netanyahu steeds luider te bekritiseren. Straks zitten Brekelmans en Veldkamp inderdaad op de NAVO-top, maar door toedoen van Wilders wel op een schopstoel.

Voor de hele VVD komt de kabinetscrisis hoogst ongelegen. Partijleider Dilan Yeşilgöz trotseerde de linkervleugel toen ze in 2023 de PVV als potentiële regeringspartner accepteerde en in 2024 inderdaad met de PVV een coalitie sloot. Kijk nou wat ervan terecht is gekomen! De linkervleugel van de VVD blijft haar verwijten maken. Straks mag ze aanschuiven bij GroenLinks-PvdA, waarvan leider Frans Timmermans deze week al een openingsbod voor de onderhandelingen heeft gedaan. Jazeker, Timmermans steunt hogere defensiebudgetten, maar wel onder voorwaarde dat ook de sociale voorzieningen en de milieu-investeringen met vele miljarden stijgen. Dus moet de staatsschuld omhoog en dienen ‘de rijken en de grote bedrijven’ flink extra belasting te betalen.

Aangezien Yeşilgöz nu praktisch is overgeleverd aan Timmermans, krijgt ze weldra ook nog de VVD-rechtervleugel over zich heen. De VVD had tot juli 2023 met Rutte het initiatief in Den Haag. Yeşilgöz raakte het kwijt door haar politieke flirt met Wilders. Ze kan alleen nog op voldongen feiten reageren en op de golfslag meedeinen. Dat verzwakt haar VVD-leiderschap. Tekenend waren haar eerste woorden na de kabinetsval. Ze sloot een nieuwe regeringssamenwerking met de PVV niet uit. Ze moest eerst met haar fractie overleggen.

In twee jaar zijn nu twee kabinetten (Rutte IV en Schoof) gevallen op het asiel- en migrantenbeleid. Veel media leggen het breken van Wilders uit als een poging de asielkwestie weer hoog op de politieke agenda te krijgen. Natuurlijk wil Wilders graag dat het over zijn kernthema gaat. Maar het is een povere Haagse kaasstolptheorie dat partijleiders onderling slag leveren door zich te ‘profileren’ met hun favoriete beleidsthema en dat Wilders zakt in de peilingen, doordat massa’s kiezers zich inmiddels om andere zaken bekommeren en het migratievraagstuk niet interessant meer vinden.

Het onderwerp migratie was het beslissende onderwerp bij vrijwel alle nationale verkiezingen sinds 2002. Als dit najaar weer verkiezingen worden gehouden, zal dat waarschijnlijk weer zo zijn. Klopt dat onderzoek van Maurice de Hond een beetje, dan heeft Wilders het heus goed gezien. Gewone mensen zijn ’s avonds op straat banger voor een losgeslagen vreemdeling dan voor een invasie van de Russen.

Groot risico

Op basis van de huidige stand van de PVV in de peilingen kon Wilders beter geen crisis maken. Hij neemt een groot risico. Maar tijdens een campagne komt de kiezersmarkt in beweging. Wilders is de meest ervaren campagnevoerder van allemaal. Hij moet echter incalculeren dat hij de komende jaren in de oppositie zit. Nadat hij in 2012 de gedoogcoalitie met VVD en CDA opblies, werd hij elf jaar uit de regeringssamenwerking verbannen. Wilders is nu 61 jaar. Als hij weer zo lang moet wachten, kan hij pas op zijn 72ste of 73ste aan een nieuwe poging tot regeren beginnen.

De afgelopen weken en maanden moet Wilders tot de conclusie zijn gekomen dat de PVV als regeringspartij op dood spoor zat. De PVV-bewindslieden met het meeste profiel – Marjolein Faber op Asiel en Migratie, Fleur Agema op Volksgezondheid – kregen niks voor elkaar. Bewindslieden die wel een vakbekwame indruk maakten – zoals Dirk Beljaars op Economische Zaken, Barry Madlener op Infrastructuur en Waterstaat, staatssecretaris Zsolt Szabo (Koninkrijksrelaties en Digitalisering) – waren ogenschijnlijk VVD’ers.

Wilders zelf probeerde vanuit zijn werkkamer de PVV-invloed op het regeringsbeleid te dirigeren. Voortdurend telefoontjes van onervaren bewindslieden en Kamerleden die niks uit zichzelf wilden, durfden of mochten doen. Het was om gek van te worden. En dan dat klassieke schilderij aan de muur van Winston Churchill met sigaar. De oude conservatieve Britse staatsman keek vermanend naar de enorme stapel beige, roze en vaalgroene dossiermappen die Wilders op zijn bureau had liggen. Die moest hij allemaal lezen en doorgronden om er vervolgens een PVV-stempel op te kunnen zetten. De PVV verloor haar felheid langzaam maar gestaag in de pasteltinten van de opgestapelde beleidsvoorstellen.

Wilders is gewend aan de Tweede Kamer, die hij met zijn ervaring en retorica kan domineren. Als spelverdeler in de regeringscoalitie – hij was de leider van de grootste fractie; premier Schoof was uitvoerder – moest hij per telefoon de dingen regelen.

De noodzakelijke beveiliging plaatste hem in een cocon. Nooit frisse lucht, zelden een raam om naar buiten te kijken, weinig ontspanning, alleen maar toewijding. Ook dat maakte het regeren moeilijker. Wilders dacht aan Rutte die – een appeltje etend – als premier door Den Haag fietste. Hijzelf bestuurde noodgedwongen per afstandsbediening in een papieren jungle. De resultaten bleven uit. De media werden steeds vijandiger. Wilders had de PVV-kiezers steeds minder te bieden.

Het begon hem ongetwijfeld steeds meer tegen te staan. Hij zocht contact met Viktor Orbán in Hongarije en Giorgia Meloni in Italië. Dan leefde hij op. Zij hadden een partijorganisatie en dus een rekruteringsmachine voor bestuurlijk talent. Wilders dacht aan de opzet van een ledenpartij, maar twijfelde en had er simpelweg geen tijd niet voor. Zo druk was hij om de coalitie overeind te houden.

Overwinning getorpedeerd

En dan: Orbán en Meloni waren premiers. Wilders was dat niet, al meende hij recht op die positie te hebben. Hij had zich in de formatie door Yeşilgöz en Pieter Omtzigt laten opdringen dat een premierschap onder de huidige omstandigheden niet voor hem was weggelegd. Hij moest eerst maar eens bestuurlijk examen afleggen. Van alles wat hij in die onderhandelingen en de elf maanden regeren had moeten slikken, was dat zijn grootste concessie. Het zat hem enorm dwars. Naarmate PVV-ministers als Faber en Agema vastliepen, groeide zijn overtuiging dat hij premier moest zijn om de echt dingen naar zijn hand te zetten.

Na een marathonvergadering van 24 uur bereikte Wilders met zijn tegenspelers van VVD, NSC en BBB in de ochtend van 16 april bijna een akkoord over de Voorjaarsnota. Het financiële plaatje was zowat rond. Wilders hamerde erop dat er nog iets aan de koopkracht moest worden gedaan. In pakweg tien minuten werd toen ‘de boodschappenbonus’ geregeld: de huren in de sociale sector zouden worden bevroren. Binnen een week werd Wilders’ overwinning getorpedeerd. Eerst door de woningcorporaties, de oppositie, de media en vervolgens ook door de bewindslieden, de Raad van State en de coalitiepartners.

Wilders voelde zich wegzakken in het bestuurlijk-juridische moeras. Hij koos voor de uitgang.

Alle andere partijen verwijten hem nu onverantwoord handelen, maar dat zijn krokodillentranen. Wilders ziet het anders. Hij is niet de voorzitter van een partijorganisatie gericht op bestuurlijke continuïteit. Hij is volksvertegenwoordiger met de opdracht te regelen wat de kiezers van hem verwachten: een strenger asielbeleid. Als dat op deze manier niet lukt, omdat ze hem dwarszitten, dan is het simpel. Hij moest ermee kappen.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee? Kijk HIERHartelijk dank!