2000 miljard euro: de ongekende geldhonger van de EU roept cruciale vragen op 

WW Vervloed 19 juli 2025 BEELD_scaled
De ambitie om steeds meer als een Europese regering te kunnen optreden, druipt van de nieuwe meerjarenbegroting van de Europese Commissie af. Beeld: YouTube.

Wat voor soort samenwerking willen we in Europa? De onderhandelingen over de nieuwe meerjarenbegroting van de EU, het MFK (Meerjarig Financieel Kader 2028-2034), zullen een tipje van de sluier oplichten. De Commissie heeft haar voorstel woensdag ingeleverd. Het is nu aan de lidstaten om te laten weten wat wel en wat niet wordt geaccepteerd. 

Met name zullen de lidstaten zich moeten buigen over het voorstel voor een groter budget en meer eigen inkomsten van de Commissie, oftewel EU-belastingheffing. In a nutshell: more taxes, more debt, more spending

Hoewel de Commissie geen grote nieuwe vergezichten heeft ontvouwd, druipt de ambitie om steeds meer als een Europese regering te kunnen optreden van het voorstel af. Gaan de lidstaten daarin mee of komt er verzet en gaan de te hoog gegrepen ambities van tafel? Wordt het minder EU, business as usual of toch weer een stap dichter naar een federaal model? 

Fundamentele vraag  

Waar is de EU nu écht voor? Wat moeten wij als 27 lidstaten, in dit tijdperk van veelvuldige mondiale uitdagingen, samen doen, via acties die gecoördineerd worden vanuit torenhoge glazen en stalen kantoren in Brussel, en wat willen we ‘thuis’ beslissen? 

Is de EU er alleen voor concurrentievermogen en economische veerkracht of heeft de EU ook een rol te vervullen als het gaat om klimaatbeleid, de digitale transitie, migratie, buitenlands beleid en wellicht zelfs defensie? 

Uiteindelijk zullen de omvang en reikwijdte van de nieuwe EU-begroting een uitdrukking zijn van het collectieve antwoord van de lidstaten op deze fundamentele vraag. 

Voordat het voorstel van de Commissie het licht zag, is er de nodige ‘wealing and dealing’ met het Europees Parlement geweest. Commissievoorzitter Ursula von der Leyen overleefde een motie over haar geheime sms’jes met Pfizer-baas Albert Bourla over de aankoop van coronavaccins voor de EU, maar niet nadat ze de nodige concessies aan de socialistische (S&D) en liberale (Renew) fracties in het parlement had moeten doen. De twee fracties hadden gedreigd blanco te zullen stemmen over de motie. Die had het ook dan waarschijnlijk niet gehaald, maar het was een kras op haar blazoen geweest. Von der Leyen is gekozen dankzij een meerderheid bestaande uit christendemocraten, socialisten en liberalen. De socialisten werden tevredengesteld met de toezegging dat aan het Sociale Fonds – in tegenstelling tot eerdere plannen – niet getornd zou worden. De liberalen kregen de toezegging dat evenmin gemorreld zou worden aan de middelen voor regionale ontwikkeling. Met de regio’s zou rechtstreeks zaken worden gedaan en niet  – zoals de Commissie eerder van plan was – via de nationale overheden. 

De Commissie noemt defensie, steun aan Oekraïne, uitbreidingsplannen, klimaatverandering, voedselzekerheid en migratie als grote prioriteiten. Om de uitdagingen op een efficiënte wijze aan te kunnen gaan, wilde de Commissie aanvankelijk een aantal fondsen samenvoegen. Dat idee heeft Von der Leyen grotendeels moeten loslaten na het genoemde overleg met de fracties van socialisten en liberalen. De christendemocraten houden traditioneel vast aan het landbouwbeleid. Daarmee blijven de beleidsterreinen landbouw, sociaal beleid, regionale ontwikkeling en onderzoek als aparte fondsen bestaan.  

Geen ‘helikoptergeld’ meer 

Wel is in het voorstel van de Commissie blijven staan dat de fondsen op een meer gerichte wijze moeten worden ingezet. Von der Leyen heeft daartoe gekeken naar het financieringsmodel van de National Recovery and Resilience Plans (NRRP’s), bedoeld om de lidstaten te helpen bij het herstel van de coronacrisis. En dus heeft ze gekozen voor (1) uitbetaling gekoppeld aan concrete resultaten en behaalde mijlpalen, (2) geen ‘helikoptergeld’, maar tranches na het realiseren van overeengekomen doelen en (3) meer nadruk op effectiviteit en minder op bureaucratie, met focus op tastbare resultaten voor burgers en bedrijven.  

Om in aanmerking te komen voor de fondsen dienen lidstaten voortaan een plan in te dienen. De Commissie kijkt daarbij naar prestaties: landen moeten aan vooraf vastgestelde doelen voldoen. Er komt meer nadruk op toezicht op de besteding van middelen. Nieuwe en strengere waarborgen moeten voorkomen dat EU-gelden in landen worden ingezet waar de rechtsstaat in het geding is. De Commissie heeft dan vooral het oog op het Hongarije van Victor Orbán en aanvankelijk ook Polen, toen de conservatief-nationalistische PiS daar nog aan de macht was.  

Nieuw in de begroting is het European Competitiveness Fund (ECF). Het is een uitwerking van het plan van Mario Draghi om industriebeleid op EU-niveau te gaan voeren. Een slecht idee, zoals ik eerder betoogde

Dit nieuwe fonds ter waarde van 410 miljard euro is bedoeld om meerdere EU-financieringsprogramma’s, zoals de opvolger van ‘Horizon Europe’ (het tiende kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, FP10), te bundelen en de concurrentiekracht van de EU te versterken. FP10 blijft een apart programma, maar wordt nauw verbonden aan het ECF om het hele innovatietraject – van basisonderzoek tot commercialisatie – te ondersteunen. En dan is er ook nog het Global Europe Instrument (200 miljard euro), bedoeld ter ondersteuning van ‘uitbreiding, partnerschappen en diplomatie’. 

Om dit alles te kunnen bekostigen stelt de Commissie voor het reguliere budget dat door de lidstaten wordt opgebracht te verhogen van 1,1 procent bnp (1,2 biljoen euro) naar 1,26 procent bnp (2 biljoen euro). Een enorme stijging. De Commissie zet duidelijk hoog in om naar het hoopt ergens in het midden uit te komen. 

Meer eigen middelen 

Daarnaast wil de Commissie meer eigen middelen, lees: EU-belastingheffing. Het huidige systeem van vooral nationale afdrachten wordt als onvoldoende gezien. Het betreft drie categorieën: belasting op tabaksproducten en op afgedankte elektrische apparaten en een belasting voor firma’s met een jaarlijkse omzet hoger dan 100 miljoen euro. 

De additionele eigen inkomsten zijn volgens de Commissie onder meer nodig voor rente en aflossing van het Coronaherstelfonds van 800 miljard euro. Geschat wordt dat dit vanaf 2028 jaarlijks 30 miljard euro kost. 

Samengevat: het voorstel voor het MFK 2028-2034 zet in op meer prestatiegerichtheid, focus op strategische uitdagingen, hervorming van de inkomsten, striktere waarborgen en een hogere mate van flexibiliteit. Dit is een duidelijke koerswijziging ten opzichte van het traditioneel programmatische en meer op verdeling gebaseerde karakter van eerdere MFK’s. 

De meest omstreden kwestie voor de lidstaten – Duitsland en Frankrijk hebben dit al aangegeven – is de verhoging van het EU-budget in tijden dat de nationale budgetten onder druk staan. Daarnaast zijn de uitbreiding van de eigen middelen, lees: een eigen EU-belastingheffing een ‘bone of contest’

Vanuit de lidstaten met (nieuwe) centrumrechtse regeringen is er oppositie tegen het voorstel van de Commissie om te gaan werken met één nationaal plan (‘single plan’) per lidstaat, met als voorbeeld de manier van werken bij het Coronaherstelfonds. Maar dat fonds is iet bepaald een voorbeeld om te volgen. De Europese Rekenkamer velde er recentelijk een vernietigend oordeel over. 

Het rondpompen gaat door 

Als laatste, maar niet minste bezwaar zullen diverse lidstaten aanvoeren dat er geen einde komt aan het rondpompen van geld via EU-fondsen. Met name het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) staat daarbij ter discussie. Daar blijft veel geld aan de strijkstok hangen en ondoelmatige bestedingen zijn eerder regel dan uitzondering. De lidstaten kunnen dat beter zelf. 

Overall zal het eindoordeel over het voorstel van de Commissie neerkomen op het opnieuw stellen van de subsidiariteitsvraag: wat willen we dat de EU doet en wat kunnen we als lidstaten beter zelf doen? Het antwoord bepaalt of alles bij het oude blijft of dat we méér dan wel mínder EU tegemoet kunnen zien.  

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!