Hoe het ‘humaan’ gedachte strafrecht naar de Narcostaat Nederland leidde

liquidatie-in-de-de-clercqstraat-in-amsterdam
Liquidatie in de De Clercqstraat in Amsterdam (2015).

In de jaren zeventig en tachtig meenden velen dat het strafrecht hervormd moest worden. Het zou voortaan humaan moeten zijn. De gevangenisstraf werd gezien als een verouderde reactie op misdaad. Vergelding, generale preventie en afschrikking als legitieme doelen zijn zo nagenoeg verdwenen.

Dit heeft geleid tot lage gevangenisstraffen, de introductie van het gedoogbeleid, de komst van de coffeeshop als legitiem verkooppunt van soft drugs en Nederland als Narcostaat. Bekende criminologen en strafrechtsgeleerden hebben aan de bakermat van deze hervormingen  gestaan. 

Hervormers van het strafrecht

Louk Hulsman en Herman Bianchi waren in de jaren zeventig  en tachtig als hoogleraar strafrecht en criminologie zeer actief en een groot voorstander van het abolitionisme, de afschaffing van het strafrecht.

In vergelding als een vorm van leedtoevoeging door de staat zag Louk Hulsman weinig. Hij vond ook dat je niet langer moest spreken van misdaad, maar van ‘een gebeurtenis’. Een gebeurtenis zien als misdaad of een persoon als misdadiger is een sociaal-politieke keuze, een afspraak. Die wordt ingegeven door de behoefte die problematische situatie te beheersen. In de ogen van Hulsman werd je een crimineel door het etiket dat de buitenwereld op je plakt. Voor veel studenten in de criminologie en het strafrecht was dit een nieuw en progressief inzicht.

Louk Hulsman ( 1923- 2009) was, voordat hij in 1964 hoogleraar strafrecht werd aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam,  werkzaam als beleidsambtenaar in dienst van het Ministerie van Justitie. Hulsman boog zich over hervorming van de reclassering, scholing van advocaten en doceerde rechters over straftoemeting.

‘Schaf strafrecht af’

Faam, hier en daar ook diep onbegrip en afgrijzen, verwierf Hulsman met zijn scherpe en nimmer aflatende pleidooien voor het afschaffen van het strafrecht. In een interview zei hij: ‘Kijk, de mens heeft dat reptielenbrein, daar komt het idee van vergelding vandaan. Met het strafrecht kun je niet zoveel, het maakt lui en het is het afvalputje van politie en justitie. Het opleggen van gevangenisstraf dringt noch de criminaliteit, noch de recidive terug.’ De introductie van taakstraffen in het strafrecht was ook zijn idee.

Zijn Amsterdamse evenknie, de criminoloog Herman Bianchi (1924-2015), was ook een groot voorstander van de afschaffing van het strafrecht. Hij zag geen heil in welke vorm van detentie dan ook. Hoge recidivecijfers bewezen ook de noodzaak van een andere aanpak van criminaliteit.  

Verzoening op de ‘vrijplaats’

Bianchi kwam met het voorstel van de ‘vrijplaats’ waar  de dader en het slachtoffer zouden kunnen overleggen over de oplossing van het geschil. ‘In de verzoening blijkt de gerechtigheid,’ waren zijn woorden. Maar wat te doen als je met een kinderverkrachter of met een kille moordenaar te maken hebt?       

Herman Bianchi had geen hoge pet op van zijn collega’s op het eigen vakgebied, omdat ze volgens hem geen eigen ideeën hebben of, zoals hoogleraar Wouter Buikhuisen, geborneerde onzin schrijven. ‘Nee, dan kun je,’ aldus Bianchi, ‘meer leren uit één verhaaltje van Dostojevski.’

Herman Bianchi was politiek zeer correct. Toen hij in de jaren zeventig geconfronteerd werd met een onderzoeksresultaat dat hem niet beviel, zoals hoge criminaliteitscijfers onder de pas gearriveerde groep Surinamers, werd in een stafvergadering van zijn vakgroep op de VU besloten de gegevens niet naar buiten te brengen.

In het blad Panorama voorspelde Bianchi dat de agressiecriminaliteit na 1985 sterk zou gaan afnemen. ‘Gewoon, omdat de groep mensen tussen de 20 en 35 dan kleiner zal zijn dan nu het geval is. Waarschijnlijk zal het in het jaar 2010 nihil zijn.’ Hiermee gaf hij aan ook geen oog te hebben voor de blijvende gevolgen van arbeidsmigratie, alsmede de hogere geboortecijfers onder pas gearriveerde migranten. Kent Bianchi de wereld van junks, boeven en andere criminelen wel?, vroeg ik mij als aankomend criminoloog af.

Coornhert Liga

Beide hoogleraren hebben een grote invloed gehad op de opinievorming in Nederland en daarbuiten. De Coornhert Liga, vernoemd naar de strafrechtsgeleerde Dirck Volkertsz. Coornhert (1522-1590), is in 1971 door Louk Hulsman en zijn Utrechtse collega Toon Peters opgericht. In de jaren zeventig en tachtig was de Liga een belangrijk discussieplatform voor juristen, rechters, advocaten, criminologen, psychiaters en zelfs politiemensen. Lange tijd was Hulsman voorzitter van de Liga en een belangrijke inspiratiebron.

Binnen de Coornhert Liga was het abolitionisme, het streven naar afschaffing van het strafrecht, een belangrijke, maar niet overheersende stroming. Volgens Hulsman en zijn aanhangers is het strafrecht niet geschikt voor de bestrijding van de criminaliteit. In plaats van haar te bestrijden, produceert het strafrechtelijk systeem juist misdaad. Hoe meer straf, hoe meer misdaad.

Binnen de Liga was wel consensus over het terugdringen van het strafrecht en de vrijheidsstraf. Door middel van publicaties, aanvankelijk ook alternatieve justitiebegrotingen en later het Crimineel Jaarboek, probeerde de Coornhert Liga ontwikkelingen in de strafrechtspraktijk te duiden en de politiek en publieke opinie te beïnvloeden. Het lidmaatschap betekende geen belemmering voor een juridische carrière. Ook de latere Minister van Justitie Andries van Agt was lid toen hij nog hoogleraar was in Nijmegen.

De Liga is nooit opgeheven, maar is aan zijn eigen succes of misschien wel aan de veranderde tijdgeest ten onder gegaan.

Gedoogbeleid en de komst van de coffeeshop

Sinds 1919 geldt de Opiumwet, de wet  met een lijst van verboden drugs. In 1976 – Van Agt was minister van Justitie – veranderde het Nederlandse drugsbeleid. Het ging niet langer om strafbaarheidsstelling, ook het beschermen van de volksgezondheid was een belangrijk doel. Er werd een onderscheid gemaakt tussen soft en hard drugs. Dat opende de weg van de coffeeshops.

In de jaren zeventig en tachtig was het  overheersende idee dat het gebruik van wiet en hasj niet verslavend was. Softdrugs waren ongevaarlijk voor de gezondheid, terwijl het gebruik van harddrugs, zoals heroïne en cocaïne, hooguit een zeer ‘riskante gewoonte’ was. Ook deskundigen meenden dat er weinig gevaren waren aan het gebruik van softdrugs. In de medische vakliteratuur werd tussen 1975 en 1995 nauwelijks aandacht besteed aan de eventuele nadelige gevolgen van hasj en wiet.

De komst van de coffeeshops en de niet-strafbaarheidsstelling van het gebruik van softdrugs is mede op voorspraak van Louk Hulsman  tot stand gekomen. Met strafrecht en gevangenis houd je het druggebruik niet tegen. In zijn woorden: ‘Begin niet aan een heksenjacht en schep de mogelijkheid om deze onschuldige drugs op een gemakkelijke manier aan te schaffen.’  In een In Memoriam schreef zijn medewerker, de criminoloog John Blad: ‘De bijdrage van Louk Hulsman aan het denken over drugbeleid is van zeer grote waarde geweest. De Bond van cannabisdetaillisten gedenkt hem met blijvende eerbied.’

Toch had de idealist en abolitionist Louk Hulsman weinig oog voor de dagelijkse realiteit. Via de zogenaamde ‘achterdeur’ was de toe- en aanvoer van softdrugs aan de coffeeshops mogelijk geworden, zonder dat de overheid dit tegenhield of wilde voorkomen. De aanschaf en het gebruik van soft drugs werd niet strafrechtelijk vervolgd, maar ‘gedoogd’. Gebruikers konden aan de toonbank van coffeeshops, herkenbaar aan het groene teeltblad op de voorruit, een gelimiteerde hoeveelheid drugs kopen.

Daarmee liep Nederland voorop. Het leidde ook tot een grote toestroom van drugstoeristen naar Amsterdam, Rotterdam en grensplaatsen zoals Maastricht, Venlo en Bergen op Zoom. Deze toeristen sloegen een grote hoeveelheid drugs in en verkochten deze weer aan potentiële klanten in eigen land. Dat was natuurlijk niet de bedoeling, maar wel de realiteit. De journalist H.J.A. Hofland, zei het ooit treffend en  beeldend: ‘Alles wat te lang wordt gedoogd, groeit uit tot een misstand die niet meer kan worden gedoogd.’

Cannabisbazen gingen hun gang

Criminelen van Hollandse bodem, onder wie de later vermoorde maffiabazen Klaas Bruinsma en John Mieremet, zorgden voor de ongelimiteerde toelevering van soft drugs uit Marokko en Pakistan, zonder dat politie en justitie hen een strobreed in de weg legde. De aandacht van de regelgevers was vooral gericht op de toevoer van harddrugs, zoals cocaïne en heroïne. Bruinsma, Mieremet en hun navolgers hebben er een vermogen aan verdiend.

Het op deze manier verdiende geld werd geïnvesteerd in de aankoop van onroerend goed en zo drong de illegale wereld door in de bovenwereld. In de jaren negentig werd vastgoedmagnaat Willem Endstra genoemd als ‘bankier van de onderwereld’. Endstra werd in 2004 vermoord, omdat hij met justitie zou hebben samengewerkt. Binnen de criminele wereld is vergelding een heel legitiem middel om potentiële tegenstanders af te schrikken of uit de weg te ruimen.

In de loop der jaren negentig kwam de in Nederland gekweekte nederwiet sterk in opkomst, die door het hoge THC gehalte veel schadelijker is voor de gezondheid van gebruikers. In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw bevatte marihuana of hasjiesj veel minder psychoactieve stoffen dan de huidige ‘soft drugs’.

Nederland als Narcostaat

Het  Nederlandse gedoogbeleid heeft geleid tot een wildgroei van coffeeshops, het opende de deur voor de georganiseerde misdaad, de introductie van veel te zware pillen onder xtc-gebruikers en de criminaliteit is er fors door toegenomen.

Miljarden euro’s gaan om in de drugsindustrie, ambtenaren worden omgekocht en het leidt tot corruptie in de bovenwereld. Ook is sprake van toenemend geweld tussen concurrerende drugsbendes. Door de productie van nederwiet en verslavende xtc-pillen is Nederland zelfs een Narcostaat geworden.

Maffiose ondernemers importeren coke uit Zuid-Amerika en exporteren speed en xtc-pillen naar de rest van de wereld. In Noord-Brabant worden boeren door criminele kampers in de illegale wereld getrokken, terwijl burgemeesters van de grenssteden niet zijn opgewassen tegen de stroom van gewelddadige drugstoeristen.

Hollandse maffiosi hebben plaats gemaakt voor criminelen met een etnische achtergrond. Dit leidde tot de onstuitbare opkomst van de Mocromafia, die er niet voor terugdeinst advocaten en journalisten te vermoorden. Uiteraard hebben de Nederlandse strafrechtsgeleerden Louk Hulsman en Herman Bianchi dit alles niet kunnen voorzien. Maar zij hebben met hun opinies en publicaties er wel de basis voor gelegd.

Hans Werdmölder schreef onder meer de recent verschenen biografie van de socioloog en Amerikanist A.N.J. den Hollander: DEN HOLLANDER, Dwars boegbeeld van de Nederlandse sociologie. De biografie verscheen als hardcover en als paperback bij Uitgeverij Blauwburgwal in Amsterdam. Bestellingen HIER.