Kabinetsplan kinderopvang is niet uitvoerbaar

WimGroot 12-2-22
Kabinetsplan vermindert toegankelijkheid van kinderopvang voor mensen met lage inkomens

Wat zal er terecht komen van alle dure plannen van het nieuwe kabinet? Waarschijnlijk minder dan verwacht. Het kabinet wil veel geld uitgeven, waar niet alleen plannen voor gezocht moeten worden maar vooral ook mensen. Want waar halen we de bouwvakkers vandaan om een miljoen huizen te bouwen, de installatie-monteurs om ons van het gas af te halen, de verpleegkundigen voor meer ic-bedden of de leraren om leerlingen een rijke schooldag te bezorgen? Ze zijn er niet.

En als de mensen er wel zijn, dan zijn er nog de computersystemen die niet meewerken. Het plan van het nieuwe kabinet om een suikerbelasting in te voeren is al op de lange baan geschoven, want de belastingdienst kan het niet aan. Een hervorming van de vermogensrendementsheffing – noodzakelijk door een uitspraak van de Hoge Raad – zal nog jaren op zich laten wachten, want de computersystemen van de belasting zijn verouderd.

Niet alleen de belastingdienst is lamgelegd door ict-problemen. Wie herinnert zich nog hoeveel moeite het de Sociale Verzekeringsbank in 2015 kostte om de persoonsgebonden budgetten in de zorg goed en op tijd uit te keren. Computersystemen zijn de achilleshiel van het overheidsbeleid.

Uitvoering grootste obstakel

Politici zetten graag ‘een stip aan de horizon’, maar de vraag hoe deze stip te bereiken vinden ze minder interessant. Ze bekommeren zich meestal niet over de uitvoerbaarheid en de gevolgen van hun wensen. Niet alleen politici hebben een blinde vlek voor de praktijk, ook veel deskundigen vinden uitvoerbaarheid maar bijzaak. Vandaar de verwaarlozing van de ict-systemen die voor de uitvoering noodzakelijk zijn.

Ook bij plannen die het kabinet met de kinderopvang heeft, is de uitvoering het grote obstakel. Sinds de kinderopvangtoeslagaffaire willen politici van de kinderopvangtoeslag af. Deze wens werd gecombineerd met die om kinderopvang gratis te maken. Dus kwam er in het regeerakkoord te staan dat – op termijn – de overheid voor werkende ouders 95% van de kosten van kinderopvang zal gaan betalen.

Iedereen 5% betalen is niet eerlijk

Het voorstel heeft de charme van de eenvoud. Niet langer ontvangen ouders de kinderopvangtoeslag en betalen daarmee vervolgens de kinderopvang, maar de overheid stuurt het geld rechtstreeks aan de kinderopvangorganisaties. Alle ouders hoeven ook maar 5% zelf te betalen.

Maar bij dit laatste begint het probleem. Iedereen 5% betalen lijkt rechtvaardig maar betekent dat ouders met midden- en hogere inkomens een flink stuk minder gaan betalen dan nu, terwijl sommige ouders met lage inkomens straks meer moeten gaan betalen. Vijf procent van de kosten is voor hogere inkomens makkelijk op te brengen, maar voor lagere inkomens een veel grotere aanslag op hun inkomen. Hoe eerlijk is dat?

Tarieven zijn niet gelijk

Alle ouders slechts 5% zelf betalen, kan alleen als de tarieven voor kinderopvang overal gelijk zijn. Dat zijn ze nu niet. De prijs van de kinderopvang loopt sterk uiteen. In 2019 was de gemiddelde prijs voor kinderopvang ruim €8 per uur. Kinderopvang op dure locaties in het centrum van grote steden in de Randstad en kinderopvang waar bijvoorbeeld een warme maaltijd wordt verstrekt, zijn vaak veel duurder. Bij de duurste organisatie betaal je bijna €2500 per maand voor vijf dagen opvang per week. Dat komt neer op ongeveer €14 per uur.

Om het coalitieakkoord uit te voeren, moet de overheid ingrijpen in de tarieven van de kinderopvang. De overheid bepaalt dan dat kinderopvang niet meer dan – zeg – €8 per uur mag kosten. Hiervan betaalt de overheid dan €7,60 en ouders €0,40. Als alle organisaties hetzelfde gemiddelde tarief krijgen, kunnen de goedkope (en kwalitatief mindere) kinderopvangorganisaties flinke winsten maken en zullen dure kinderopvangorganisaties verlies leiden en mogelijk failliet gaan.

Beter: overheid vergoedt 95% van het gemiddelde tarief

Een deel van de duurdere kinderopvangorganisaties is in handen van buitenlandse investeerders. Zij zullen niet accepteren dat hun winsten verdampen en hun investering in waarde verliest door een maximum-tarief van de overheid. Zij zullen dit juridisch aanvechten en hebben een grote kans door een rechter in het gelijk te worden gesteld. De recente ervaring met de vermogensrendementsheffing waarbij de hoogste rechter de overheid op de vingers tikt en het recht op eigendom bevestigt, zou daarbij een les moeten zijn.

Faillissementen en juridische problemen kunnen voorkomen worden als het kabinet er voor kiest om het tarief voor de kinderopvang vrij te laten en 95% van het gemiddelde tarief te vergoeden. Het verschil betalen ouders dan zelf. Ouders die gebruik maken van goedkope kinderopvang hoeven dan niets of weinig bij te betalen, bij duurdere kinderopvangvoorzieningen moeten ouders meer dan 5% van de kosten betalen. Dat is redelijk, want duurdere voorzieningen worden vooral door ouders met hogere inkomens gebruikt en die kunnen best meer dan 5% van de kosten opbrengen.

Echter: personeelstekort

Toch zit ook hier een addertje onder het gras. Dat addertje heet personeelstekort. Als ouders minder hoeven te betalen voor kinderopvang, zullen ze er meer gebruik van maken. Grootouders willen ook wel een dagje minder oppasoma of oppasopa zijn. Ouders zullen hun kinderen voor meer dagen per week inschrijven op de kinderopvang. Het grotere gebruik leidt tot meer vraag naar personeel. Personeel dat er nu al niet is.

Op dit moment heeft al meer dan 70% van de Kinderopvangorganisatie een tekort aan personeel. Het tekort neemt ook snel toe. In een half jaar tijd is het tekort al met 15% gestegen. In de buitenschoolse opvang is het tekort zelfs nog groter. Daar heeft 79% van de instellingen een tekort aan personeel. De belangrijkste redenen zijn dat personeel niet te vinden is, een hoog ziekteverzuim en uitstroom van werknemers. Door de eigen bijdrage van ouders te verlagen, vergroot het kabinet het personeelstekort.

De gevolgen van het personeelstekort in de kinderopvang zijn dat ouders geen opvangplek voor hun kinderen kunnen vinden, groepen naar huis worden gestuurd en groepen tijdelijk groter worden gemaakt. De kwaliteit en toegankelijkheid van kinderopvang komen erdoor in gevaar.

Verminderde toegankelijkheid voor lage inkomens

We zien ook dat kinderopvangorganisaties steeds vaker hogere salarissen en bonussen geven om personeel aan te trekken. Wie kunnen deze bonussen en hogere salarissen betalen? De kinderopvangorganisaties met de hogere eigen bijdrage waar vooral ouders met hogere inkomens gebruik van maken. Deze organisaties zullen personeel wegtrekken bij de organisaties die lagere tarieven hanteren. Het gevolg is dat vooral ouders met lagere inkomens voor een dichte deur komen te staan, met lange wachtlijsten te maken krijgen en hun kinderen vaker naar huis gestuurd zullen worden.

Een maatregel die kansenongelijkheid zou moeten verkleinen en de toegankelijkheid van kinderopvang voor ouders met lage inkomens moet vergroten, leidt zo uiteindelijk tot grotere kansenongelijkheid en vermindert de toegankelijkheid voor ouders met lage inkomens.

Geld kan beter naar ict-systemen

De kinderopvangtoeslag dekt voor ouders met lage inkomens vrijwel volledig de kosten van kinderopvang. Ouders met hogere inkomens dragen vaak een behoorlijk bedrag uit eigen zak bij. Dat is een eerlijk stelsel. Het zorgt ervoor dat de financiële drempel voor ouders met lage inkomens om van kinderopvang gebruik te maken gering is. Het zorgt ook voor diversiteit in kinderopvangvoorzieningen waarbij ouders de opvang kunnen kiezen die bij ze past. Het probleem zit in de uitvoering, waar de belastingdienst een potje van heeft gemaakt.

De miljarden die het kabinet wil uittrekken om kinderopvang voor hogere inkomens nagenoeg gratis te maken, zouden beter gebruikt kunnen worden om de ict-systemen van de uitvoeringsinstanties, zoals de belastingdienst, te moderniseren. Verbetering van de uitvoering is een betere stip aan de horizon.