Een Lijst Omtzigt is meer van hetzelfde, tenzij…

VERBURGT300322-Omtzigt
Op 11 maart sprak Kamerlid Piet Omtzigt zijn Francois Vrancken-lezing uit in Gouda

In de peilingen doet de Lijst Omtzigt het onverminderd goed. Vorig jaar oktober gepeild op 25 zetels, deze week op 26. Spectaculair, maar evengoed irrelevant. Er is geen Lijst Omtzigt en er zijn geen verkiezingen. Preciezer, Pieter Omtzigt zit nog steeds in z’n eentje in de Kamer, gemarginaliseerd dankzij een aangescherpt reglement van orde dat zich keert tegen afsplitsers.

De hoge scores voor Omtzigt krijgen daarmee vooral het karakter van een rapportcijfer. Menigeen ziet in hem het prototype van een Kamerlid: een mix van rebel, accountant en terriër. Dat verleidt kennelijk tot de gedachte dat hij dan ook wel een goede partijleider zal zijn, een goede premier zelfs.

We sluiten niets uit, maar het beeld is vooralsnog dat van een loner, een eenling.

Bij deze karakteristiek past een partijleiderschap niet erg.

Aan de andere kant, Omtzigts ambitie is groot, zijn werklast zwaar en de maatschappelijke verwachting hoog. Het zou zo maar kunnen dat Omtzigt op een gegeven moment besluit een eigen partij op te richten.

Zelfs als Rutte IV de rit van drie jaar uitzit, dan nog is het kort dag om een partij op te bouwen. Een programma schrijven zal niet het grootste probleem zijn. Wel de rekrutering van kandidaten voor de Tweede Kamer. Bij prognoses van 25 tot 30 zetels, zal je er minstens 50 moeten vinden. Mensen van niveau en met impact, maar ook bereid om zich te voegen zodat de jonge partij gevrijwaard blijft van het klassieke euvel van ruzie en afsplitsing. Een immense klus.

Houdt hij vol?

Tegelijkertijd werkt de tijd niet in het voordeel van Omtzigt. Houdt hij het nog drie jaar vol als eenmansfractie? Fysiek in de eerste plaats, maar ook politiek en ook qua maatschappelijke waardering? Zal zijn effectiviteit voldoende zijn? Zijn resultaten? Of wordt hij allengs de lone wolf die wel gelijk heeft, maar het niet krijgt?

Trouwens, wat zal het effect zijn van een verkiezingsoverwinning van de Lijst Omtzigt? In de huidige peilingen komen de stemmen vooral van JA21, BBB en PVV (11) en raken CDA, VVD, SP en PvdA ieder 2 zetels aan hem kwijt.

Andere partijen zoals D66, Partij voor de Dieren en GroenLinks merken er weinig van (hoogstens 1 zetel minder).

50Plus en BVNL verliezen hun enige zetel en de rest van de mini-fracties (BIJ1, VOLT, Forum, SGP en DENK) blijft intact.

Al met al geen revolutie. Wie dus hoopte dat de Lijst Omtzigt een einde zou maken aan het grote aantal partijen in de Tweede Kamer, komt bedrogen uit. Slechts twee partijtjes vallen af, voor het overige blijft het even ‘druk’ in ‘s lands vergaderzaal.

Kiesdrempel?

Er zijn nogal wat mensen die zich bont en blauw ergeren aan – wat zij noemen – de versplintering van de Kamer. In die kringen hoor je dan ook vaak het pleidooi om de kiesdrempel te verhogen.

Mocht het ooit serieus overwogen worden, dan weten we nu al dat de ondergrens 3 zetels zal zijn. Geen mens die de SGP uit het parlement zal willen weren. De oogst van een verhoogde kiesdrempel zal dus miniem zijn. Tezelfdertijd is er geen enkele garantie dat er door afsplitsingen niet tussentijds eenpersoonsfracties zullen ontstaan. Een nutteloze en aandacht afleidende actie dus.

Dat neemt niet weg dat de partijdichtheid van de Tweede Kamer een probleem is. Hoewel de kiezer er zelf voor heeft gezorgd, ergert het hem ook dat er zoveel partijen zijn.

Nog ergerlijker voor de kiezer wordt het, als blijkt dat de verschillen tussen partijen op veel punten niet zo groot zijn. Een Kamerdebat is al gauw een eindeloze herhaling van standpunten.

Om te voorkomen dat de kiezer afhaakt, blazen partijen minieme verschillen op tot levensgrote tegenstellingen. Een riskant spel dat niet nalaat grote persoonlijke controverses te veroorzaken die een lange nasleep kunnen hebben.

En dan praten we nog niet over de stilstand in de beleidsvorming of – erger vaak – de zouteloze pap die beleid wordt genoemd.

Het is deze polarisatie die het politieke klimaat én de bestuurbaarheid van ons land de das om doen.

Krimp maakt niet bescheiden

Een kabinetsformatie wordt er heus niet eenvoudiger op als er een nieuwe grote Lijst Omtzigt in de Kamer komt.

Het CDA zal geen rol van betekenis meer spelen: gekrompen tot een clubje van 5 of 6 zetels, is het veroordeeld tot de oppositie.

Blijven over de habituele spelers VVD, D66, PvdA en GL. Alle vier nog een stukje kleiner dan nu (sommigen nauwelijks groter dan het CDA) en wellicht ook minder stabiel door een leiderschapswissel (VVD) of door het uitblijven van electoraal herstel (PvdA). De ervaring leert dat krimp niet leidt tot bescheidenheid, maar tot revanchisme en een grote mond.

Dat komt bovenop het huidige politieke klimaat.

Den Haag is in zichzelf vastgelopen. Het ene is taboe en het andere onbespreekbaar. Waar men elkaar zegt te hebben gevonden, daar loopt een normaal mens vast in een wolk van vaagtaal. Hoe vaker het adjectief nieuw valt, des te hardnekkiger blijkt men vast te zitten in klassieke patronen. Uitruil van standpunten is verworden tot afkoop van ervan: zie de enorme kostenopstap van Rutte IV.

Partijen in een kabinet lusten elkaar al net zomin als die erbuiten. Uitsluiting, dedain, allemaal dagelijkse kost in Den Haag.

Tenzij…

Een nieuwe partij met 25 tot 30 zetels kan zich aan deze sfeer niet onttrekken. Ze kan het walgelijk vinden, maar ze zal mee moeten doen om niet bij voorbaat aan de zijlijn te belanden.

Tenzij – maar we dromen nu weg naar een niet bestaande wereld – de Lijst Omtzigt erin slaagt om partijen als BBB, JA21 en wellicht (resten van) de SP in een nieuwe constellatie samen te brengen die weer een ouderwetse middenpartij wil zijn: hoog- en laagopgeleiden onder één dak, gericht op verheffing en bescherming van kwetsbare burgers, met een warm hart voor planeet én economie, met geloof in ondernemerschap en in werknemers, met vertrouwen in wetenschap en innovatie, met omarming van defensie en politie, met restrictief immigratiebeleid en een kleine overheid. En bevrijd van splijtende ideologieën over ras en gender en ontdaan van aversie tegen kernenergie.

Vele kiezers snakken naar zo’n partij. De electorale beloning zal groot zijn.

Wellicht stimuleert dat anderen tot vergelijkbare actie: PvdA, GL en D66 zouden een progressieve volkspartij kunnen vormen. En de VVD zou kunnen terugkeren naar het profiel van de liberale volkspartij die het ooit was. Het vertrek van Rutte is zowel voorwaarde als een goed startmoment.

Dat er dan op de flanken kleinere, geprofileerde partijen zitten zoals SGP en Dierenpartij, zal de grote volkspartijen alleen maar stimuleren om bij de les te blijven. Provocerende clubs als Forum en Denk zullen bovendien minder stof doen opwaaien, omdat het politieke midden weer stabiel is.

Kleine kans

Mocht dit slagen – maar zoals gezegd, we dromen – dan zal dit coalitievorming en dus ook de besturing van ons land aanzienlijk vooruit helpen. Als de leidslieden er dan ook nog in zouden slagen hun onderlinge gepolariseer te stoppen, dan komt het toch nog goed.

De kans dat de zogenaamd gevestigde partijen zich als baron Von Münchhausen uit het moeras zullen trekken, is echter miniem. Een Lijst Omtzigt wordt dan een gewone partij. Een van de velen.

Kamerlid Pieter Omtzigt sprak op 11 maart zijn Francois Vrancken-lezing uit in Gouda. Die kunt u HIER teruglezen.