Waarom krijgt de minst politiek correcte omroep als enige straf?

NickOttens 16-7-22
De Raad van Bestuur van de publieke omroep (NPO) gaf de nieuwe omroep ON een boete, omdat die ‘stelselmatig’ journalistieke regels zou hebben overtreden. V.l.n.r. Martijn van Dam (PvdA), Frederieke Leeflang en Paul Doop (CDA)

Voor het eerst heeft een publieke omroep in Nederland een boete gekregen van het overkoepelende bestuur. Ongehoord Nederland (ON) moet volgend jaar 94.000 euro inleveren, 2,5 procent van de jaarbegroting. Volgens de top van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) heeft ON sinds het in januari op de buis kwam ‘stelselmatig’ de journalistieke mores overtreden.

Maar wat zijn die journalistieke mores? Is het toeval dat juist deze nieuwe omroep als eerste en enige door de leiding van de NPO is gestraft? Overtuigt de aanklacht die de NPO-ombudsman tegen ON opstelde? En waarom verzwaarde de NPO-leiding zonder toelichting of verklaring de overtreding zoals de ombudsman die had geformuleerd?

Ongewenst geluid?

ON werd eind 2019 opricht voor kijkers die zich – de naam zegt het al – ongehoord voelden in Hilversum.

Geert Wilders van de PVV en Thierry Baudet van Forum voor Democratie juichten het initiatief toe. Er werden 50.000 leden geworven om tot het omroepbestel te mogen toetreden. ON kreeg voor de periode 2022-26 een jaarlijkse subsidie van 3,6 miljoen euro om programma’s mee te maken.

Die programma’s, een wekelijkse podcast en een tv-praatprogramma op dinsdag- en donderdagmiddag, wijken op onderdelen af van wat bij de NPO gangbaar is. Er wordt meer gepraat over thema’s die als rechts getypeerde kiezers beroeren en er schuiven vaker politici aan van ‘populistische’ partijen die door andere programma’s niet worden uitgenodigd of in andere programma’s niet willen komen.

Mede-oprichter en voorzitter Arnold Karskens, bij het grote publiek bekend geworden als oorlogsverslaggever, vermoedt dat ON om die reden is beboet: ‘Omdat wij bepaalde, blijkbaar ongewenste, meningen hebben laten horen over bijvoorbeeld de enorme massa-immigratie en de gevolgen van de doorgeslagen klimaat- en milieumaatregelen in ons land voor boer en burger. Een boete, omdat wij gekozen volksvertegenwoordigers in onze uitzendingen uitgebreid aan het woord laten.’

Het is de manier waarop

Margo Smit, de ombudsman van de NPO, ziet dat anders. De publieke omroep wordt door heel Nederland betaald en moet heel Nederland vertegenwoordigen. In het jargon: de NPO moet ‘pluriform’ zijn. Als ON een deel van het volk aanspreekt dat voorheen niet door de publieke omroep werd bediend, is het volgens Smit in principe een aanwinst.

Het probleem zit ‘m volgens haar in de manier waarop ON te werk gaat. De nieuwe omroep laat gasten ‘aantoonbaar onjuiste informatie’ verkondigen. De presentatoren van ON vragen niet genoeg door, en overtreden daarmee de journalistieke kwaliteitsregels van de NPO. Smit stelt: ‘Journalistieke programma’s bij de publieke omroepen zijn geen open podium en de presentator is geen doorgeefluik.’

Er is volgens haar ruimte voor meningen, maar die moeten wel worden gecontroleerd en geduid: het is niet de bedoeling dat met belastinggeld onwaarheden de ether in worden gezonden.

Dat klinkt redelijk, maar de lijn tussen waarheid en onwaarheid, tussen mening en feit, is niet altijd helder. Wat de één ‘aantoonbaar juist’ vindt, kan de ander in twijfel trekken. Wie bepaalt wat wel en wat niet moet worden aangevochten? Vragen presentatoren bij andere omroepen wel altijd door? En waar bemoeit mevrouw Smit zich eigenlijk mee?

146 boze kijkers

De ombudsman (zo heet de functie, ook al is het een vrouw) is in 2017 aangesteld om klachten van het publiek te behandelen. Gedurende de eerste helft van het jaar kreeg Smit 146 klachten over ON. Relatief veel: ze ontving in dezelfde periode 230 klachten over alle andere omroepen samen. Voor haar naar eigen zeggen aanleiding om onderzoek te doen.

Hoewel daar meteen iets op af dingen valt. Van de 146 klachten bestond de helft uit verwensingen of éénregelige oproepen tot verwijdering van programma’s. ‘Ik vind dat scheldpartijen,’ schrijft Smit in haar onderzoek. Slechts 76 klachten werden door haar serieus genomen en met ON gedeeld.

Dat is goed om in de oren te knopen, want op die 76 klachten is een heel en tot dusver uniek proces gebaseerd dat resulteert in een tot dusver unieke straf. Als 76 boze kijkers niet de moeite hadden genomen om de ombudsman een email te sturen, was er nooit een boete gekomen.

Waar werd over geklaagd?

Veel voorkomende klachten waren: ON geeft onjuiste informatie of zelfs desinformatie (onjuiste informatie kan per ongeluk zijn, desinformatie is bewust), de omroep is niet onafhankelijk, niet onpartijdig, en racistisch.

Als dat allemaal waar zou zijn, had ON de ‘Journalistieke Code’ van de NPO geschonden. Dat zijn afspraken die alle publieke omroepen – ook ON – hebben gemaakt over hun werkwijze. Zo moeten programma’s betrouwbaar, nauwkeurig, onafhankelijk, onbevooroordeeld en evenwichtig zijn.

Dat zijn niet alleen mooie woorden; er staat zwart op wit wat dat betekent. Zo moet het verschil tussen feiten en meningen duidelijk worden aangegeven. Er moet wederhoor worden toegepast. Fouten moeten worden rechtgezet.

Partijdig zijn mag

Met het onderzoek van Smit aan de hand kunnen we de aantijgingen in omgekeerde volgorde doorlopen.

Klachten over racisme gingen vooral over de uitzending van Ongehoord Nieuws van 24 februari, waarin twee moslimvrouwen werd gevraagd waar ze hun fiets vandaan hadden. Smit beoordeelt dit niet. De Journalistieke Code zegt niets over discriminatie of racisme. Klagers zouden daarvoor naar de rechter moeten stappen.

Dat ON vooral rechtse gasten heeft, en daarmee ‘partijdig’ lijkt te zijn, is geen probleem: omroepen mogen een politieke kleur hebben. Sterker, daar zijn ze voor bedoeld. Bij de EO zitten vaker christenen dan atheïsten aan tafel. BNNVARA praat liever met PvdA’ers dan VVD’ers. WNL heeft juist opvallend vaak VVD’ers te gast. D66’ers zijn over het geheel genomen populair bij de NPO, al varieert dat ook in de loop van de tijd.

ON zegt overigens best linkse en onafhankelijke deskundigen en politici uit te nodigen, maar dat die niet willen komen.

‘Opvallend’ vaak de mist in

Voor vermeende niet-onafhankelijkheid kon Smit geen bewijs vinden. Blijft over de aantijging van misinformatie of desinformatie.

Ook bij andere omroepen worden wel eens fouten gemaakt. Ook bij andere omroepen vertellen gasten wel eens halve waarheden die niet worden weersproken. Bij ON gebeurt dat volgens Smit echter ‘opvallend’ vaak.

Wat is opvallend vaak? Niemand heeft bijgehouden hoe vaak andere omroepen als ‘doorgeefluik’ van onwaarheden fungeren. Smit noemt geen aantallen. Ze geeft wel voorbeelden:

  • In de uitzending van 24 februari noemt een gast klimaatopwarming en stikstof een ‘niet bestaand probleem’. Dat wordt niet tegengesproken.
  • Op 5 april beweert de presentator dat boeren minder stikstof uitstoten dan de industrie. Het is juist meer.
  • In de uitzending van 12 april krijgt de regering van Zuid-Afrika de schuld van geweld tegen blanke boeren. Hoe en waarom de regering verantwoordelijk is, wordt niet uitgelegd.
  • In dezelfde uitzending vraagt de presentatrice, naar aanleiding van nieuws over de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, een gast of Nederlanders hun overheid nog wel kunnen vertrouwen. Wanneer de gast dat betwijfelt, vraagt de presentatrice niet om uitleg.
  • Op 5 mei beweert een gast dat minister Sigrid Kaag (D66) wil beslissen waar Nederlanders wel en niet naar mogen kijken. De presentatrice reageert met ‘Tja.’
  • Op 12 mei mag de Vlaamse politicus Filip Dewinter zijn omvolkingstheorie uiteenzetten. ‘Europa’ wordt volgens Dewinter ‘Eurabia’. Hij wordt niet gevraagd om dat bijvoorbeeld met cijfers te staven.
  • In de uitzending van 24 mei beweert Wybren van Haga de ‘enige’ partij van Nederland te leiden die vrede in Oekraïne wil. Daar wordt niet op doorgevraagd.

Over meerdere voorbeelden valt te twisten. De meeste Nederlanders nemen wel aan dat het klimaat door menselijk toedoen opwarmt. Het ‘probleem’ is dat we daar in Nederland niet zo veel aan kunnen doen, en over wat we wel kunnen, en moeten, doen verschillen de meningen. In hoeverre stikstof een ‘probleem’ is, daar wordt ook hevig over gediscussieerd.

Wat Filip Dewinter over omvolking zei, kan in verband worden gebracht met extreemrechtse ideeën over een opgezet plan om de inheemse bevolking te vervangen. Maar hoogleraar economie Harrie Verbon heeft ook aangetoond dat zijn inhoudelijke uitspraken niet zo afwijken van wat het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt over de veranderende bevolkingssamenstelling van Nederland.

Wat vindt ON?

Smit ging bij ON te rade. Karskens wilde wel meewerken aan het onderzoek, maar vroeg om niet in het verslag te worden geciteerd. Smit heeft zijn reacties daar geparafraseerd.

Op de aantijging van racisme zou Karskens ON ‘de meest diverse omroep van Hilversum’ hebben genoemd. Op het verwijt van partijdigheid zou Karskens hebben gewezen op het bestaan van andere omroepen: het bestel als geheel informeert het publiek ‘breed’ en is ‘pluriform’.

Tegen het verwijt dat presentatoren van ON niet doorvragen, verweert de omroep zich dat presentatoren geen deskundigen zijn en dus niet altijd de kennis hebben om onwaarheden recht te zetten. Smit vindt: ‘Ervoor zorgen dat je voldoende toegerust bent om deze taken wél te verrichten is nou juist je journalistieke plicht.’

Meten met twee maten

Dat is meten met twee maten. Veel tv-presentatoren zijn of waren geen journalist. Mag en kan je van hen verwachten dat ze hun ‘journalistieke plicht’ doen terwijl ze voorheen advocaat of zangeres waren? Iedere tv-kijker en radioluisteraar weet dat ‘doorvragen’ bij de NPO zich niet zelden beperkt tot ‘wat er door je heen ging’. Journalisten die echt doorvragen worden erom geroemd, wat meteen aangeeft dat het niet gebruikelijk is.

Als een correctie niet in de live-uitzending lukt, kan het achteraf. Maar Smit weet ook dat het erkennen en corrigeren van fouten ‘in de hele journalistiek een zwak punt’ is. ‘Laat staan dat een hersteloperatie altijd genereus en transparant gebeurt.’ Van de omroepen heeft alleen de NOS een vaste herstelrubriek op de website. De ‘oeps’-rubriek van ON is leeg.

Karskens trekt ten slotte in twijfel of je alle feiten kunt checken. Deskundigen zijn het ook niet altijd met elkaar eens. De ombudsman verwacht echter niet dat ON de waarheid altijd boven tafel krijgt. De klacht is dat de omroep het soms niet eens probeert.

Kronkel in de wet

De Journalistieke Code is geen wet en de ombudsman geen politieman. Smit kan geen sancties opleggen. Dat kan de Raad van Bestuur van de NPO wel, op basis van de Mediawet.

De Mediawet zegt echter weinig over de werkwijze van journalisten. Dat is maar goed ook: we willen niet dat de staat dicteert hoe journalisten hun werk moeten doen.

De wet schrijft voor dat publieke media aan ‘hoge journalistieke en professionele kwaliteitseisen’ moeten voldoen, maar er staat niet wat dat betekent.

De NPO is belast met ‘het geven van sturing en het bevorderen van samenwerking met het oog op de uitvoering van de publieke mediaopdracht,’ waar die hoge kwaliteitseisen onder vallen. Maar ‘sturen’ en ‘bevorderen’ betekent nog niet dat de bestuurders van de NPO – oud-advocaat en voorzitter Frederieke Leeflang, voormalig PvdA-Kamerlid Martijn van Dam, en voormalig collegelid van de Algemene Rekenkamer, en lid van het CDA, Paul Doop – met zijn drieën moeten beslissen wat goede journalistiek is.

Toch komen de drie via die kronkel in de wet uit op een boete. ’Sturen’ en ‘bevorderen’ schuiven zo op richting verordenen en normen stellen.

Van ‘opvallend’ naar ‘stelselmatig’

Waar de ombudsman vond dat ON ‘opvallend’ vaak steken liet vallen, spreekt de Raad van Bestuur over ‘stelselmatige schending van de kern van de publieke mediaopdracht’. Dat is nog een treetje hoger. ‘Opvallend’ vaak fouten maken kan per ongeluk gaan. ‘Stelselmatig’ veronderstelt dat er bij ON iets grondig mis is, waardoor fouten onvermijdelijk worden. Hoe de bestuurders tot die hogere inschatting zijn gekomen, lichten zij in hun sanctiebeschikking niet toe.

Wel legt een woordvoerder uit: ‘Wanneer een omroep de in de Journalistieke Code vastgelegde journalistieke standaard schendt, raakt dit de integriteit van het gehele bestel.’

Overdrijven is ook een vak. Twee keer per week stellen presentatoren te weinig kritische vragen, en de integriteit van het hele publieke omroepstelsel komt in gevaar?

Willekeur

ON vindt het onterecht dat het als ‘piepjonge’ omroep meteen aan de hoogste normen wordt gehouden. Temeer omdat ervaren omroepen wel eens dezelfde fouten maken. ON beschuldigt de raad van willekeur.

Dat geldt ook voor de hoogte van de boete. De Mediawet staat een maximale straf van 15 procent van het budget toe. De Raad van Bestuur koos voor 2,5 procent.

De NPO-chefs schrijven: ‘De Raad van Bestuur kent bij het opleggen van bestuurlijke sancties nog geen van tevoren kenbaar beleid om de keuze voor de hoogte van een sanctie te motiveren.’ Het is immers de eerste keer dat een omroep een boete krijgt.

Waar is de boete op gebaseerd?

Leeflang, Van Dam en Doop schetsen vier criteria:

  1. De impact van een boete op het maken van programma’s.
  2. De financiële draagkracht van ON.
  3. Is dit de eerste overtreding of is er sprake van herhaling?
  4. Gaat ON veranderen?

De NPO zegt geen censuur te willen plegen. ‘ON heeft als aspirant-omroep een licentie van de minister gekregen,’ vertelt de woordvoerder. ‘De sanctie maakt dat niet anders. ON kan gewoon programma’s blijven maken.’ Dat zou met een maximale straf in het gedrang zijn gekomen.

De Raad van Bestuur maakt zich op het vierde punt zorgen: ‘De publieke uitingen van ON tonen aan dat zij niet, althans onvoldoende, inziet waarom haar gedragingen in strijd zouden zijn met de door haar zelf aanvaarde journalistieke normen, en wijzen veeleer op het standvastig zullen blijven vasthouden aan de gekozen koers die […] haaks staat op de gezamenlijk uit te voeren publieke mediaopdracht en de daarbij horende gezamenlijke normen.’

Vertaald: ON weigert schuld te bekennen, en krijgt daarom toch een geldboete.

Gewichtige zaak met licht bewijs

Het is opvallend dat uitgerekend de kleinste en minst politiek correcte omroep als eerste (en vooralsnog enige) wordt gestraft om een journalistieke werkwijze die moeilijk los kan worden gezien van de inhoud. Des te opmerkelijker is dat de straf voortkomt uit maar enkele tientallen klachten van kijkers.

De ombudsman is vrijwel meteen nadat ON zendtijd kreeg aan het werk gegaan om op basis van deze meldingen een doorwrocht rapport samen te stellen, waar zij maanden aan heeft gewerkt. Kort daarna besloten de NPO-bestuurders tot de sanctie. Geen van allen lieten gras groeien over wat zij kennelijk als een gewichtige zaak zagen.

Dat alles steekt af tegen de lichte bewijsvoering: een handjevol voorbeelden, waarvan het centraal verwijt (‘niet doorvragen’) raakt aan een staande praktijk in Hilversum.

Wynia’s Week is ongebonden, onafhankelijk en ongesubsidieerd. Wynia’s Week zorgt voor de broodnodige journalistiek die u niet overal tegenkomt. Duizenden donateurs maken Wynia’s Week mogelijk. Mogen we u ook noteren? Dat kan HIER Hartelijk dank!