Hoe de Veronica-liberalen van de Groep van ’82 Nederland in een lobbycratie veranderden

ww 1-7 (1)
Affiche van de VVD ter gelegenheid van de Tweede Kamerverkiezingen van 8 september 1982. Beeld: YouTube.

Ere wie ere toekomt: de Haagse Post had ze het eerst in de gaten. Of beter gezegd: had voor het eerst in de gaten dat ze een bijzonder gezelschap vormden. Als ‘De jonge honden van de VVD-fractie’ zette het trendgevoelige opinieweekblad ze op 6 juli 1985 op de cover.

Tegenwoordig worden ze in de liberale annalen aangeduid als De Groep van ’82. We hebben het namelijk over de VVD’ers die na de vervroegde Tweede Kamerverkiezingen van 8 september 1982, toen de partij klom van 26 naar 36 zetels, hun debuut maakten op het Binnenhof.

Onder hen bevond zich een negental prominenten in de dop. In alfabetische volgorde: Hans Dijkstal (wethouder in Wassenaar), Jan Franssen (voormalig persoonlijk medewerker van Hans Wiegel), Frank de Grave (gemeenteraadslid in Amsterdam), Annemarie Jorritsma (gemeenteraadslid in Bolsward), Benk Korthals (advocaat in Rotterdam en zoon van VVD-grondlegger Henk Korthals), Robin Linschoten (beleidswerker van de fractie), Jos van Rey (wethouder in Roermond), Joris Voorhoeve (voormalig directeur van de Teldersstichting) en Frans Weisglas (ambtenaar op Buitenlandse Zaken).

Gouden greep

Generatiegenoten waren het, want – op Dijkstal (1943) en Korthals (1944) na – babyboomers. Gelet op hun leeftijd hoorden ook Ed Nijpels (1950) en Loek Hermans (1951) bij de club, hoewel die al Tweede Kamerlid waren geworden in 1977. Nijpels beleefde daar een vliegende start en werd in 1982 gevraagd om Hans Wiegel op te volgen als fractievoorzitter en lijsttrekker.

Het bleek een gouden greep. De jongensachtige Nijpels viel prettig uit de toon tussen zijn vermoeid ogende collega-lijsttrekkers Dries van Agt (CDA), Joop den Uyl (PvdA) en Jan Terlouw (D66), vooroorlogse mannen die tevergeefs met elkaar hadden proberen samen te werken in het rampzalige tweede kabinet-Van Agt (1981-1982). Met name jonge kiezers liepen met Nijpels weg. De VVD, die het in 1977 onder de 18-24-jarigen nog had moeten doen met 16,5 procent van de stemmen, werd in 1982 met 29,9 procent de grootste partij in deze leeftijdsgroep. Tieners en twintigers met een behoudender stemgedrag dan de generatie van hun ouders, zoiets was in Nederland nog nooit vertoond.

Nijpels genoot een reputatie als ‘Veronica-liberaal’, want net als de toenmalige omroep van Rob Out, bekend van de slogan ‘Je bent jong en je wilt wat’, viel hij niet te betrappen op diepzinnigheid. Dat gold, zo signaleerde de Haagse Post, wel voor meer jonge liberale honden: Voorhoeve was eigenlijk de enige intellectueel in het gezelschap. Eveneens bijzonder: net als de Limburgers Van Rey en Hermans was de in Brabant opgegroeide Nijpels een VVD’er van beneden de grote rivieren. Dat was toen nog iets speciaals, want het liberalisme had in het ‘donkere Zuiden’ lang op een politieke doorbraak moeten wachten. In het zwaar katholieke Limburg duurde het zelfs tot 1966 voor de VVD – van oudsher een partij van (vrijzinnige) protestanten en onkerkelijken – voor het eerst zetels kreeg in de Provinciale Staten.

Wat had De Groep van ’82 nog meer gemeen? Ze waren vaak een beetje linksig en roken enigszins naar D66; Voorhoeve was tot 1971 zelfs lid van die partij geweest (en werd het in 2009 opnieuw). Maar wat moest je bij D66 als je een politieke loopbaan of een carrière in het openbaar bestuur ambieerde? Toen Nijpels, Hermans en consorten hun eerste stappen in die richting zetten, maakte D66 geen bijster aantrekkelijke indruk: bij de Statenverkiezingen van 1974 haalde de partij welgeteld 0,98 procent van de stemmen en later dat jaar werd D66 zelfs bijna opgeheven. Dan toch maar liever de VVD van Hans Wiegel: een groeiende en bloeiende partij, de derde van het land, met meer dan 100.000 leden en een stevige bestuurlijke traditie. Dáár moest je vijftig jaar geleden zijn als ambitieus jong mens.

En ambitieus, dat waren ze, Nijpels, Hermans en hun jonge partijgenoten die op de golven van de overwinning van 1982 in de Kamer belandden. In navolging van Nijpels schopten Voorhoeve en Dijkstal het tot partijleider annex lijsttrekker. Ook ontpopten de liberale babyboomers zich als minister (Nijpels, Hermans, Dijkstal, De Grave, Jorritsma, Korthals, Voorhoeve), vicepremier (Dijkstal, Jorritsma), commissaris van de Koning (Nijpels, Hermans, Franssen), burgemeester (Nijpels, Hermans, Franssen, Jorritsma), staatsraad (Franssen, Voorhoeve), partijvoorzitter (Korthals), fractievoorzitter in de senaat (Hermans, Jorritsma) en/of voorzitter van de Tweede Kamer (Weisglas).

Juridische schermutselingen

Alleen Linschoten (twee jaar staatssecretaris) en Van Rey stegen minder hoog. Ze raakten bovendien verwikkeld in affaires, schandalen en juridische schermutselingen. Van Rey kreeg in 2017 in hoger beroep een voorwaardelijke gevangenisstraf van twaalf maanden opgelegd. Het gerechtshof in Den Haag achtte bewezen dat hij zich als wethouder in Roermond schuldig had gemaakt aan corruptie, stembusfraude, lekken van vertrouwelijke informatie en witwassen. Linschoten werd in 2020 in hoger beroep veroordeeld tot een werkstraf van 100 uur wegens belastingfraude. De Hoge Raad maakte er twee jaar later 95 uur van.   

Of passen de sjoemelaars Van Rey en Linschoten toch een beetje in het plaatje? Want het Veronica-liberalisme heeft – laten we dat niet vergeten – ook lobbycraten van groot formaat voortgebracht.  

Nederland – het is al vaker vastgesteld – is een land waar handel in invloed heel gewoon is. Dat wil zeggen dat je je tegen betaling toegang tot machtige of invloedrijke lieden bij de overheid verschaft met het doel voordeel te halen, wetgeving te beïnvloeden, enzovoort. Bedrijven, organisaties en instellingen maken gebruik van (oud-)politici en (oud-)ambtenaren die in riant gehonoreerde bestuurs- en toezichtfuncties – ‘de wereld van de lidwoordloze afkortingen’ – driftig belangen lopen te verstrengelen. Volgens internationale verdragen tegen corruptie is handelen in invloed overigens niets anders dan corruptie.

Loek Hermans, tegenwoordig ook bekend als vader van de demissionaire VVD-minister van Klimaat en Groene Groei, werd door The Post Online al eens gekroond tot ‘prins toezichthouder, koning bijbaan en keizer nevenfunctie’. In 2015 trok hij zich terug als lid van de Eerste Kamer, waar hij fractievoorzitter was, nadat de Ondernemingskamer had geconcludeerd dat hij wanbeleid had gevoerd als toezichthouder bij thuiszorgbedrijf Meavita. Samen met zijn collega-toezichthouders trof Hermans in 2018 een schikking voor 65.000 euro met vakbond FNV, waarmee verdere vervolging werd afgekocht. De voormalige mediaminister is nu onder meer voorzitter van de Raad van Toezicht van de VVD-gezinde omroep WNL – en daarmee een van de machtige partijbobo’s op het Hilversumse Mediapark.

Klimaatgoeroe Ed Nijpels was onder meer spin in het web van het zogeheten Energieakkoord (2013) waarin het tweede kabinet-Rutte met tientallen belangengroepen afsprak om voor 18 miljard euro aan exploitatiesubsidie gigantische windmolenparken te bouwen. Nijpels diende daarmee ook nadrukkelijk een van zijn andere toenmalige opdrachtgevers, de belangengroep van Nederlandse ingenieursbureaus.

Ongevraagd advies

De in 2023 afgezwaaide VVD-senator en fractievoorzitter Annemarie Jorritsma stuurde in 2018 als voorzitter van de NVP, de belangenvereniging van Nederlandse private durfkapitalisten, een brief naar de toenmalige VVD-minister van Economische Zaken Eric Wiebes, waarin zij schreef aan welke voorwaarden het overheidsfonds Invest-NL zou moeten voldoen. ‘Vergelijking van Jorritsma’s brief met de concepten voor de Machtigingswet leert dat bijna al haar voorstellen in de definitieve wet zijn verwerkt, soms bijna letterlijk,’ zo bleek in 2023 uit een reconstructie van Vrij Nederland. ‘Ik kan de politiek ook niet zo een-twee-drie loslaten, merk ik. Ik val nog weleens wat mensen lastig die in mijn netwerk zitten. Die geef ik dan ongevraagd advies,’ zei Jorritsma vorig jaar tegen Margriet.

Dijkstal overleed in 2010, de andere jonge liberale honden van weleer zijn – op Linschoten na – inmiddels de 70 of zelfs de 80 gepasseerd. Politieke vergezichten hebben we niet aan ze te danken. Wel leverden ze topprestaties in de wereld van handjeklap en zetten ze Nederland op de kaart als lobbyland bij uitstek – een even bijzondere als hardnekkige erfenis.  

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!