Giftige gewetenspolitiek deed kabinet-Schoof mislukken

BartJanSpruyt 12-7-25
‘Gaan we het nu meemaken dat we in een land komen te wonen waarin het verboden wordt om arme, ellendige, dakloze, onschuldige, zielige illegalen een kopje soep te geven? Dat nooit, riep iedereen.’ Beeld: Albert Anker, De uitdeling van soep aan de armen,

Nu het experiment van het kabinet-Schoof is mislukt, dreigt ons land in de ban te komen van linkse obstructie, linkse framing en linkse beeldmisvorming. Het is te hopen dat het realisme van de staatsraison het van deze sentimentele gewetenspolitiek gaat winnen.

De dames en heren die ons, het volk, vertegenwoordigen, zijn een week of acht met vakantie. Begin september keren zij van hun vakantieverblijven terug, het demissionaire kabinet heeft dan inmiddels een begroting voor 2026 opgesteld, en daar zal de discussie over gaan. Over de vraag of we gaan bezuinigen op overheidsuitgaven of het financieringstekort laten oplopen om ‘noodzakelijke uitgaven’ te doen. Na een enkele week van discussie gaan we weer uiteen om ons volledig te wijden aan de campagne voor de verkiezingen van eind oktober. En misschien dat we dan over ruim een jaar, gerekend vanaf nu, een nieuw kabinet hebben. Zo gaat het, zo ging het en zo zal het gaan.

Enige verwachting

Over de samenstelling van het nieuwe kabinet laat zich slechts speculeren. Wel weten we nu al wel dat het geen ‘extraparlementair’ kabinet zal zijn, dat de nieuwe premier niet partijloos zal zijn en dat de fractievoorzitters in de Tweede Kamer niet de politiek leiders van hun partijen zullen zijn. Dat experiment is mislukt. En als we daar nog eens over nadenken, in een terugblik op een jaar Schoof, is dat eigenlijk best jammer.

Voor velen zal het kabinet-Schoof een kabinet om snel te vergeten zijn. Ik had er vanaf het begin enige verwachting van, of misschien beter geformuleerd: ik hoopte dat het terecht zou blijken om er enige verwachting van te koesteren. In de eerste plaats omdat er eindelijk een kabinet leek te komen dat recht deed aan de verkiezingsuitslag en aan het gezonde verstand van het grootste deel van de Nederlandse bevolking. En dus werk kon gaan maken van de problemen die gewone Nederlanders met terechte zorg vervullen: zorgen over de bestaanszekerheid, de ongebreidelde migratie, het tekort aan huizen.

Maar het is misgegaan. Een belangrijke oorzaak van de mislukking was de bemensing. Met name de PVV is er de afgelopen twintig jaar niet in geslaagd (of niet in geïnteresseerd geweest) om mensen met enige kwaliteit aan zich te binden of mensen met enig talent intern op te leiden.

Het was een pijnlijk gezicht, het rijtje kermisklanten dat de gewonnen Kamerzetels mocht gaan bezetten, en het inderhaast bij elkaar geveegde clubje mensen dat ministeriabel moest gaan zijn. Aan Schoof de taak er leiding aan te geven, maar als leiding geven niet wordt gedragen door souplesse en flair, maar zichzelf door voortdurend gestuntel en schutterigheid ondermijnt, is chaos onvermijdelijk. En daar waren we bijna wekelijks getuige van.

Geen gezamenlijke richting

Dat gebrek aan kwaliteit wreekte zich ook in de constructie die het kabinet vorm gaf. ‘Extraparlementair’ heette het, een kabinet met afstand tot de Kamer, een Kamer waarin de politiek leiders van de vier coalitiepartijen zitting namen, en die afstand zou het dualisme in ere herstellen en een einde maken aan decennia van stomvervelend monisme.

Maar ‘extraparlementair’ betekende niet dat een kabinet met plannen kwam die het aan een parlement voorlegde dat die plannen vrij en onverveerd op hun merites zou beoordelen. Het betekende dat de vier politiek leiders akkoorden in elkaar draaiden en die aan de betrokken, vaak zichtbaar geschrokken vakministers ter uitvoering overhandigden. Het kabinet werd nooit een kabinet met iets van een idee, of een begin van een vermoeden, over een gezamenlijke richting en gezamenlijke doelstellingen, maar een door een rafelig touwtje van eigen belang en partijbelang bij elkaar gehouden viertal, volstrekt heterogene partijen.

Obstructie

Tegenover zo’n zwak clubje uitvoerders van de macht is obstructie gemakkelijk succesvol. Die obstructie was er van binnenuit en van buitenaf. Van binnenuit door de wiebelige rol van NSC, dat een jaar lang getourmenteerd in Den Haag heeft rondgelopen, en vooral herinneringen opriep aan de middeleeuwse flagellanten: zichzelf geselende monniken die zo’n last van hun geweten hadden. ‘Sabotage’ noemde Wilders deze merkwaardige combinatie van gretigheid om mee te mogen regeren en gemoedsbezwaren op het moment dat die verantwoordelijkheid de plicht met zich meebracht om te leveren.

Er was daarnaast de eeuwige obstructie van het gezwaai met de teksten van internationale verdragen, waardoor alles bij voorbaat onmogelijk was of ‘in strijd met de rechtstaat’, en er waren de ambtenaren, het onbeweeglijke rotsblok in het hart van de macht dat zich meer aan de eigen zielenroerselen dan aan democratisch tot stand gekomen nieuwe verhoudingen en daaruit voortvloeiende nieuwe wensen gelegen laat liggen.

Het woord ‘deep state’ schijn je niet te mogen gebruiken, omdat dat woord onderdeel zou zijn van een wereldbeeld vol complottheorieën. Ik geloof niet in complottheorieën, ik geloof wel in het bestaan van domheid en van een linkse, totalitaire consensus. Die trad van de week nog naar buiten bij monde van de heren Bouwmans (VNG) en Huijnk (SCP): of de politiek er eens mee wilde ophouden om een stem te geven aan het gerechtvaardigde onbehagen van de bevolking. ‘Ophitserij’ zou dat zijn. Alsof de bevolking in werkelijkheid juist heel erg blij zou zijn met de woningnood en de migratiecrisis, maar daar dankzij hitsende politici ineens moeite mee zou hebben.

Al deze vormen van obstructie zijn de giftige uitvloeisels van gewetenspolitiek. Ook dat bleek deze week weer, in de nasleep van het debat van vorige week over de asielwetten van minister Faber. Met de aanname van die wetten leek de eer nog een beetje gered. Maar toen kwam de linkse, links-christelijke framing. Gaan we het nu meemaken dat we in een land komen te wonen waarin het verboden wordt om arme, ellendige, dakloze, onschuldige, zielige illegalen een kopje soep te geven? Dat nooit, riep iedereen, en ook NSC en zelfs de SGP gingen meeroepen: desnoods moest een novelle van de Eerste Kamer dit dreigende onrecht ongedaan maken.

Maar het gaat natuurlijk helemaal niet om een kopje soep. Het gaat om een wereldje, een hele sector van organisaties die uitgeprocedeerde asielzoekers met juridische bijstand, onderdak, toegang tot onderwijs, etc. helpt om illegaal in Nederland te blijven. Het gaat niet om een kopje soep maar om een agenda.

Middenpartijen geradicaliseerd

Na het mislukte experiment van het kabinet-Schoof hopen velen op een overwinning van ‘het midden’. Maar het midden bestaat niet meer. Partijen die tot het midden behoorden, zoals de PvdA en het CDA, zijn definitief, gedirigeerd door hun geweten, naar links opgeschoven, radicaler dan ooit in hun geschiedenis.

We leven dus in een land van linkse obstructie, linkse framing en linkse beeldmisvorming – vorm gegeven door mensen die last van hun geweten hebben. Er zijn ook krachten die de staatsraison, het belang van de vrede en stabiliteit van de staat, centraal stellen, dwars tegen al het links en gelovig sentimentalisme in. Mogen deze krachten floreren en na de zomer voor een aangename verrassing zorgen.

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat als donateur mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!