Patriots: het favoriete wapen van pacifistisch Nederland

Defensie stuurt voor een half miljard luchtafweer naar Oekraïne. De eigen Patriot-eenheden zijn uitgedund en pas in 2029 weer op sterkte. Hoe een puur verdedigend wapensysteem uit de tijden van het atoompacifisme Nederlands favoriete strijdmiddel werd: terughoudend blijven en toch meedoen. Hit and kill op zestig kilometer hoogte.
De Patriotraketten zijn puur verdedigend. Daarom zijn ze het minst omstreden wapensysteem van de krijgsmacht. Patriots plukken op tientallen kilometers hoogte vijandelijke raketten uit de lucht. Op lagere hoogte rekenen ze af met kruisraketten, vijandelijke bommenwerpers of aanvalshelikopters. De Patriots zijn een van de oudste wapensystemen van Nederland. Ze werden ruim veertig jaar geleden aangeschaft door het allereerste kabinet-Lubbers tegen een achtergrond van atoompacifisme. Sindsdien werden ze veelvuldig ingezet om conflicten te dempen en escalatie te stoppen.
Reductie van de nucleaire taken
Toen Den Haag de Patriots in 1984 bestelde, was het nog volop Koude Oorlog. Op instigatie van Moskou hadden communistische hardliners in Polen een staatsgreep gepleegd, waardoor de internationale spanningen toenamen. In Nederland greep de ‘Hollanditis’ om zich heen. Honderdduizenden burgers demonstreerden in Amsterdam en Den Haag tegen atoombewapening. ‘Schop de kernwapens de wereld uit, om te beginnen uit Nederland!’ was de leus. Probleem was dat de toenmalige Sovjet-Unie daar niet meteen in positieve zin op reageerde.
Maar toch, die demonstraties hadden effect. Achtereenvolgende kabinetten reduceerden de nucleaire taken die Nederland in NAVO-verband op zich had genomen. Uiteindelijk zou alleen de Koninklijke Luchtmacht een dergelijke taak behouden: F-16’s stonden klaar om als het erop aankwam een Amerikaanse tactische of strategische atoombom te droppen op een vijandelijk doel. Tegenwoordig is dat een klusje voor de F-35.
Vijf andere kernwapentaken werden afgeschaft, waaronder de nucleaire luchtverdediging. De luchtmacht beschikte sinds eind jaren vijftig over Nike-raketten met een conventionele lading en Nike-raketten met een atoomlading. Die Nikes stonden opgesteld in Duitsland en de batterijen werden mede bemand door vele honderden Nederlandse dienstplichtigen. Het idee was dat de Nikes een Sovjet-Russische luchtaanval konden keren door hoog in de lucht een kernkop tot ontploffing te brengen om in één klap een zwerm Sovjet-Russische bommenwerpers uit te schakelen.
Het kabinet-Lubbers schafte de nucleaire Nikes af en besloot tot de aanschaf van de Phased Array Tracking Radar to Intercept On Target. Vrij vertaald: Gefaseerde Reeks Radar Opsporingen om Doelen te Onderscheppen. Lof en hulde voor wie die naam bedacht, want de afkorting werd PATRIOT en dat getuigt van Amerikaanse vaderlandsliefde.
Patriots pasten perfect in tijdgeest
In 1984 werd het koopcontract met de Amerikanen getekend door staatssecretaris Jan van Houwelingen van Defensie, een man uit de gereformeerde linkervleugel van het CDA die als Kamerlid zijn afkeer van atoomwapens niet onder stoelen of banken had gestoken. De Patriots hadden een conventionele, dus niet-nucleaire lading, maar waren trefzeker in het afweren van vijandelijke kernraketten of vliegtuigen met een atoombom aan boord.
Ze pasten perfect in de tijdgeest: het vredelievende Nederland zou slechts verdedigen en de Russen bij voorbaat duidelijk maken dat aanvallen geen zin had. De aanschaf van de eerste vier Patriot-batterijen (inclusief twintig lanceerinrichtingen en 160 raketten) bij fabrikant Raytheon in Californië kostte het destijds waanzinnige bedrag van een miljard gulden (450 miljoen euro). Maar Nederland zou er nooit spijt van krijgen. In 1987 kreeg de Koninklijke Luchtmacht de eerste Patriots geleverd. In 1991 werden ze met algehele instemming ingezet in Israël en Turkije.
Saddam succesvol weerhouden van escalatie
In de vier daaropvolgende decennia zou dit patroon zich telkens herhalen. Was ergens stront aan de knikker, dan speelde Nederland met de Patriots een belangrijke rol: escalatierisico’s wegnemen met het sublieme verdedigende wapen. De eerste keer was dat tijdens de Golfoorlog van 1991. De Iraakse dictator Saddam Hoessein had Koeweit overvallen en een geallieerde strijdmacht schopte hem eruit. Saddam schoot uit wraak Scud-raketten af op Israël. De Israëlische regering vroeg het kabinet-Lubbers IV aanvankelijk om Patriots zónder het bijbehorende personeel. Maar het kabinet leende die dure spullen niet zomaar uit. De Patriots mochten naar Israël, maar wel met de eigen Nederlandse militairen.
De missie werd een succes. Saddam begreep dat hij moest ophouden met zijn Scud-beschietingen. De Nederlanders stonden op tien kilometer afstand van Jeruzalem, maar hoefden niet één missile af te vuren. Perfect! Zo pacifistisch waren de Patriots ook bedoeld. Het was nog goedkoop ook.
Een andere Patriot-eenheid werd naar Turkije gestuurd. Saddam bedreigde met zijn Scuds de Amerikaanse troepen, onder andere op de luchtmachtbasis Diyarbakir in Zuid-Turkije. De Nederlanders boden daartegen adequate bescherming. Bravo!
Het verhaal wil dat een van de Nederlandse luchtmachters in Israël een halsstarrig technisch mankement aan het luchtafweersysteem wist op te lossen met behulp van een ordinaire paperclip. Toen de Golfoorlog voorbij was en de luchtmachters weer naar huis konden, kregen ze allemaal een bedankje van de Israëlische regering in de vorm van een gouden paperclip. Zo kenden we de Nederlandse militair weer! Eerder intelligent dan robuust, meer improvisatietalent dan slaafs aan gezag, de-escalerend in plaats van triggerhappy.
Uitsluitend defensief
Volgens het lezenswaardige geschiedenisboek ‘Verenigd op de grond, daadkrachtig in de lucht’ – geschreven door onder anderen oud-commandant van de luchtmacht Dirk Starink – had de Koninklijke Luchtmacht in 1991 eigenlijk met F-16’s willen deelnemen aan de geallieerde invasie van Irak. Maar kabinet en Kamer wilden daar niks van weten. Den Haag was heus bereid iets bij te dragen, maar bleef terughoudend met geweldsmiddelen.
De Amerikanen en Britten voerden in 1991 een shock and awe-aanval uit op Bagdad. Het was een onvervalst offensieve militaire campagne. Dat ging Den Haag te ver. Steun okay, maar Nederlandse jachtvliegtuigen en andere offensieve wapenplatforms moesten thuisblijven. Het CDA-PvdA-kabinet stuurde uitsluitend defensieve systemen naar de Golf, zoals een mijnenveger van de Koninklijke Marine en dus ook de Patriots van de luchtmacht.
Van Luchtmacht naar Landmacht
Zonder risico was dit overigens niet. Een Amerikaanse Patriotbatterij schoot in 1991 nabij Basra per abuis een Brits jachtvliegtuig uit de lucht, in de veronderstelling dat het een Iraaks toestel was. In Nederlandse luchtmachtkringen werd dit noodlottige ongeluk uitgelegd als een organisatorische kwestie. Bij de Amerikaanse strijdkrachten zijn de Patriots ingedeeld bij de landmacht, de US Army. Daar is per definitie minder kennis van veiligheidsprocedures in de lucht.
Terecht dat de Patriots daarom hier onder de Koninklijke Luchtmacht vielen, althans tot 2007. Vanwege de bezuinigingen gingen ze opeens over naar de Koninklijke Landmacht. Groot onbegrip bij de luchtmacht: ‘Moeten wij achter de infanterie aan marcheren?’ Maar omdat de landmacht ook al aan luchtafweer deed en omdat je in een moderne oorlog alle systemen met elkaar moet integreren, legde iedereen zich vrij snel bij de pijnlijke beslissing neer.
Bij de huidige Patriot-batterijen zie je de blauwe baretten van de luchtmacht en de groene baretten van de landmacht eendrachtig samenwerken. Hun locatie is de oude luchtmachtbasis in Vredepeel, op de grens van Brabant en Limburg, tegenwoordig de Luitenant-Generaal Best-kazerne van de landmacht. De commandant is afwisselend een luchtmachter en dan weer een landmachter, want het luistert nog altijd heel nauw.
Ook bij de Tweede Golfoorlog (2003) werden Nederlandse Patriots naar Turkije uitgezonden. Het kabinet-Balkenende zag ze uitdrukkelijk niet als deelnemers aan de Amerikaans-Britse oorlog tegen Saddam Hoessein. De uitzending was bedoeld als een bondgenootschappelijke bijdrage: bescherming van in Turkije gelegerde Amerikaanse militairen tegen repressailles van Saddam Hoessein. Wel werd één Nederlandse luchtmachtofficier als liaison op het Amerikaanse hoofdkwartier in Qatar geplaatst. Op een zaterdag verscheen hij min of meer per abuis op de persconferentie van een Amerikaanse viersterren-generaal, waar hij werd geprezen als representant van de Nederlandse deelname aan de oorlog tegen Irak. Grote ophef in de Tweede Kamer!
Van 2013 tot 2015 gingen de Patriots opnieuw naar Turkije. In Syrië was een burgeroorlog gaande en de Nederlandse eenheden beschermden – vlakbij de Syrisch-Turkse grens – NAVO-bondgenoot Turkije, met name de miljoenenstad Adana en de luchtmachtbasis Inçirlik. Inmiddels was het Patriotsysteem ingrijpend gemoderniseerd. De radar was sterk verbeterd. De commando- en vuurleidingscabines clickten ook in op de datastromen vanuit satellieten, AWAC’s, spionagedrones en gevechtsvliegtuigen.
Nederlandse officieren konden via de computerschermen in hun containers op de basis Inçirlik de gewapende strijd in Syrië op de voet volgen. Ze zagen de helikopters opstijgen van waaruit primitieve tonnen vol explosieven en chemische wapens op tegenstanders van het regime werden gegooid. Lijdzaam moesten ze toezien hoe daar massamoorden werden gepleegd. Pas indien Syrië een luchtaanval op buurland Turkije zou openen, mochten ze in actie komen.
Nucleair front
In februari 2022 viel Rusland Oekraïne binnen. Enkele weken later werden Patriots uitgestuurd naar NAVO-partner Slowakije om een luchtmachtbasis en de vlak daarbij gelegen stad Sliac te beschermen tegen eventuele Russische aanvallen of blindgangers. Echt gevaarlijk werd het niet, maar historisch gezien was dit een markant moment. Voor het eerst werden de Patriots geconfronteerd met een expliciet nucleaire dreiging.
Kort nadat de Patriots eind jaren tachtig in Nederland arriveerden, viel de Berlijnse Muur en zeeg de Sovjet-Unie ineen. De inzet in het Midden-Oosten in de daaropvolgende periode was bedoeld als afweer tegen conventionele raketdreiging. Maar in 2022 liet de Russische president Vladimir Poetin zich ontvallen dat hij bereid was tot inzet van nucleaire wapens. Nederlandse Patriots werden dit keer dus in stelling gebracht in een situatie waarin de atoomdrempel kon worden overschreden. Dat was nieuw.
Escalatie van de Oekraïneoorlog naar het NAVO-gebied was niet uitgesloten. Daarom stonden die Nederlandse en Duitse militairen – beide landen werken nauw met elkaar samen, sinds midden jaren vijftig vooral ook in de luchtverdediging met Nike- en Hawkraketten – voor het eerst sinds de Koude Oorlog weer aan een nucleaire frontlinie. Nu met Patriots.
Een kat- en muisspel
De huidige Patrioteenheden bestaan elk uit ten minste één uiterst krachtige mobiele radar, een aantal vrachtwagens met allerlei schotels en antennes voor de commandovoering en vuurleiding, plus vier trekkers en opleggers met de lanceerinrichtingen. Alles moet snel verplaatsbaar zijn, want luchtverdediging is een kat- en muisspel.
De Patriot-raketten zelf zijn de afgelopen decennia voortdurend gemoderniseerd. Aanvankelijk had Nederland alleen de PAC-2 raket van Raytheon. Naderhand kwam ook de modernere PAC-3 raket van Lockheed Martin beschikbaar. Beide raketten kunnen worden afgevuurd vanuit de ‘cannisters’ van hetzelfde lanceerplatform. De PAC-2 met vier stuks onmiddellijk na elkaar. De PAC-3 met zestien raketten direct na elkaar. De afkorting PAC staat overigens voor Patriot Advanced Capability. Ja, militairen houden van afkortingen!
Vallende brokstukken
De AN-MPQ53-radar speurt tot op een hoogte van enkele honderden kilometers het luchtruim af en kan tegelijkertijd een fors aantal vijandelijke projectielen volgen. Vervolgens berekent het systeem het punt in het luchtruim waarop de Patriot op maximaal twintig kilometer hoogte zijn doel moet treffen. Er zullen brokstukken naar beneden vallen en die moeten terechtkomen op plekken waar dat geen kwaad kan.
Patriots PAC-2 raketten – 5,3 meter lang, doorsnee 41 centimeter, 900 kilogram – grijpen op een hoogte van enkele kilometers een vijandelijke kruisraket of vliegtuig aan via de bovenkant. Ze vliegen hem met een vaartje van 5.000 kilometer per uur tegemoet, winnen extra hoogte en duiken dan naar beneden. Ze benutten de extra valsnelheid. Vlakbij het doel spat de PAC-2 uit elkaar, waardoor de scherven het doel perforeren en vernietigen.
Minimalisering van kans op nucleaire besmetting
De modernere PAC-3 variant is een paar centimeter korter, 16 centimeter dunner en bijna 600 kilo lichter dan de PAC-2. De PAC-3 pakt zijn tegenstander niet aan de bovenkant. Nee, hij klapt hem recht op de neus. Het is een hit and kill-raket. Alsof je een kogel afschiet om de inkomende vijandelijke kogel te stoppen. Het echte precisiewerk. Het vuurleidingssysteem wordt dan ook niet handmatig bediend, maar is volledig geautomatiseerd. De veel lichtere PAC-3 raket bereikt net als de PAC-2 een snelheid van 5.000 kilometer per uur, maar heeft een doelzoekende kop. Hij raast de vijandelijke raket tegemoet, terwijl deze vanuit de hoogste lagen in de atmosfeer naar beneden duikt. Op zo’n 10 kilometer hoogte knallen de raketten tegen elkaar. ‘Puur kinetisch,’ zeggen de militairen. Er komen geen explosieven bij kijken. De raketten vernietigen elkaar.
Dat gaat met zo’n enorme snelheid dat een eventuele nucleaire lading van de vijandelijke raket niet eens kan reageren. Voor alle zekerheid worden altijd twee PAC-3 raketten afgevuurd. Ook wordt de hit and kill-actie liefst zo hoog mogelijk in de dampkring uitgevoerd om de kans op nucleaire besmetting te minimaliseren. Bij de Patrioteenheden in Slowakije waren ook deskundigen ingedeeld die zonodig berekeningen konden maken van nucleaire fall-out.
Vanaf 2022 vroeg ook Oekraïne om Nederlandse Patriots. Maar nu deed zich precies de omgekeerde situatie voor als in 1991. Het kabinet-Lubbers wilde Israël destijds wel Patriots sturen, maar alleen met de Nederlandse militairen erbij. Het kabinet-Rutte IV stuurde – in samenwerking met Duitsland – Patriots en vooral reserveonderdelen voor Patriots naar Oekraïne, maar absoluut geen manschappen. Want hoe verdedigend de Patriots ook zijn, het stationeren van militairen uit NAVO-landen zou door Rusland als een provocatie en escalatie worden opgevat. Vandaar dus alleen materieel, geen personeel.
Half miljard voor luchtafweer Oekraïne
Niet alle hulp aan Oekraïne wordt openbaar gemaakt. Om militaire redenen worden veel leveranties geheim gehouden. Voor zover bekend leverde Nederland in de periode 2002 tot medio 2025 in totaal vijf Patriot-lanceerinstallaties, één Patriotradarsysteem en een niet nader genoemd aantal Patriot-raketten. In nauwe samenwerking met Duitsland en andere bondgenoten werden bestaande materieelvoorraden aangesproken om vuureenheden te assembleren.
Begin augustus 2025 maakte defensieminister Ruben Brekelmans (VVD) bekend dat het kabinet een half miljard euro beschikbaar had gesteld om in de VS Patriot-raketten en andere luchtafweermaterieel te kopen. Alles zou direct naar Oekraïne worden verzonden. Noorwegen, Zweden en Denemarken volgden dit voorbeeld enkele dagen later. De drie landen stelden 440 miljoen beschikbaar. Duitsland beloofde twee complete Patriotsystemen naar Oekraïne te sturen.
Snelle aanvulling van het eigen materieel
Een Patriotsysteem bestaat doorgaans uit een radar met vier lanceerinrichtingen, plus de bijbehorende vuurleiding en commandovoering. Op papier heeft Nederland vier systemen, waarvan drie operationeel en een reserve. Maar door de leveranties aan Oekraïne zijn dat er volgens bronnen nog maar drie. Defensie probeert nu in allerijl het eigen materieel aan te vullen. Het zal tot 2029 duren voordat de Patriots weer op hun oude sterkte zijn.
Tegelijkertijd ondergaan de Patriotsystemen een modernisering, zodat ze nog beter in staat zijn vijandelijke ballistische raketten en kruisraketten uit te schakelen. In het investeringsprogramma van Defensie staat een bedrag ingeboekt van minimaal 1 miljard euro en maximaal 2,5 miljard euro voor de modificatie en het op peil brengen van de munitievoorraad van de Patriot-luchtverdediging. De exacte bedragen die Defensie hieraan wil uitgeven, zijn ‘commercieel vertrouwelijk’. Het gaat om een smak geld, maar dan heb je ook wat. Na de modernisering kunnen de Patriots tot zeker 2040 mee. Gemeten vanaf de allereerste levering in 1987 is dat 53 jaar.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!