Waarom uitgeprocedeerde asielzoekers massaal in Nederland blijven

Op 22 en 23 juli vond in Kopenhagen een informele bijeenkomst plaats van de Europese ministers van Justitie. In een van de themabijeenkomsten kwam het probleem aan de orde van het lage aantal uitgeprocedeerde asielzoekers dat daadwerkelijk terugkeert.
In de EU vertrekt van de uitgeprocedeerde asielzoekers die een terugkeerbesluit hebben ontvangen, 20 procent naar een land buiten de EU. In Nederland is dat nog geen 10 procent, het laagste percentage van heel Europa. Zo ontvingen in 2024 19 duizend personen een terugkeerbesluit, terwijl er maar 1545 personen daadwerkelijk vertrokken. Nu kan er wel enige tijd zitten tussen een besluit en de daadwerkelijke terugkeer, dus het hoeft niet om dezelfde personen te gaan. Maar, zoals onderstaande grafiek laat zien, het terugkeerpercentage in Nederland is al jarenlang minder dan 10 procent. Minister Van Weel noemde het lage terugkeerpercentage ‘funest voor het asielsysteem’.

Bron: https://www.emnnetherlands.nl/beleidsoverzichten/country-factsheets-2023-migratiebeleid-eu-lidstaat
Onrechtmatig verblijvende arbeidsmigranten
Naast uitgeprocedeerde asielzoekers zijn er ook nog andere personen die zonder geldige documenten in Nederland verblijven. De grootste groep bestaat uit personen, die met een tijdelijk visum Nederland binnenkomen, maar niet terugkeren als dat visum verlopen is.
Volgens een schatting van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC), een zelfstandige dienst van het ministerie van Justitie en Veiligheid, waren er in 2018 naar schatting tussen de circa 23.000 en 58.000 vreemdelingen die onrechtmatig in Nederland verbleven.
Sindsdien is er een forse toename van het aantal arbeidsmigranten dat onrechtmatig in Nederland verblijft. Volgens het Braziliaans consulaat gaat het alleen al om zo’n 40 duizend Brazilianen, maar daarnaast is er volgens de Arbeidsinspectie nog een aanzienlijk aantal migranten uit Oezbekistan, Georgië, Moldavië en Albanië. In het najaar komt het WODC met nieuwe actuele cijfers.
Als een asielaanvraag door de IND is afgewezen volgt een terugkeerbesluit. De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT en V) van het ministerie van Justitie en Veiligheid zorgt dan voor de begeleiding en tijdelijke opvang. Dat lukte het beste als mensen meewerken.
In de ‘Stand van de uitvoering 2024’ gaat DT en V uitvoerig in op de knelpunten in het werk. Allereerst worden juridische knelpunten genoemd: ‘Het rechtssysteem legt steeds meer de nadruk op de bescherming van de vreemdeling. De eisen die verzekeren dat beslissingen zorgvuldig en rechtmatig zijn, nemen elk jaar toe.’ Uiteindelijk wordt het zo complex dat de uitvoering in de knel komt te raken.
Daar bovenop komt nog de stapeling van rechtszaken. Zo kan na afwijzing van een asielverzoek tegelijkertijd een beroepsprocedure lopen en een verzoek om een voorlopige voorziening. Dat laatste betekent dat personen gedurende de beroepsprocedure in Nederland mogen blijven.
Discussie over bed-bad-brood
De discussie over de opvang van personen, die onrechtmatig in Nederland verblijven dateert al van eind jaren ’90. In 2013 leeft de discussie opnieuw op nadat de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) een klacht heeft ingediend bij de Raad van Europa. De klacht richt zich op het onthouden van het recht op voedsel, kleding en onderdak aan ongedocumenteerden, in strijd met het Europees Sociaal Handvest. In november wordt de klacht gegrond verklaard door het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) van de Raad van Europa. Nederlandse gemeenten hebben vervolgens sobere opvangplekken ingericht, de zogenaamde Bed-Bad-Brood (BBB) voorzieningen.
In het kabinet-Rutte II ontstond vervolgens een heftige discussie tussen VVD en PvdA. Het beleid is dat afgewezen asielzoekers die niet meewerken naar uitzetcentra gaan en op het vliegtuig worden gezet. Een deel van de afgewezen personen wacht dit niet af en gaat zelf op pad. Zij zwerven zonder inkomen rond. Over hen ging het politieke conflict. De VVD vond dat deze groep niet hoeft te worden opgevangen. De PvdA wilde dat er voor hen een voorziening in stand blijft. Nadat de discussie in april 2015 tot een kabinetscrisis leidde, werd een soort compromis gevonden: gemeenten mochten de afgewezen asielzoekers tijdelijk opvangen als voorbereiding op hun uitzetting.
De Raad van State
Rechterlijke uitspraken en het Europees Comité voor Sociale Rechten bevestigden dat iedereen, ook ongedocumenteerden, recht heeft op een menswaardig bestaan.
Opmerkelijk was destijds de rol van de Raad van State. Die bepaalde in november 2015 dat de Nederlandse staat voorwaarden mag verbinden aan de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers, zoals het aanvaarden van vrijheidsbeperkingen en meewerken aan vertrek. In juni 2016 bevestigde de Raad van State dat de Vrijheidsbeperkende Locatie (VBL) voldoende opvang biedt voor uitgeprocedeerde asielzoekers.
Na langdurige onderhandelingen sluiten het kabinet en gemeenten in 2018 een bestuursakkoord over een landelijk netwerk van bed-bad-brood-voorzieningen, onder de naam Landelijke Vreemdelingenvoorziening (LVV). Dit akkoord voorziet in kleinschalige, tijdelijke opvanglocaties voor uitgeprocedeerde asielzoekers, met de focus op vrijwillig vertrek en begeleiding.
Het Rijk investeerde 48 miljoen euro voor acht pilotlocaties, waarbij ook begeleiding en herhaalde kansen op vrijwillige terugkeer werden geboden.
Uit evaluatieonderzoeken van het Verwey Jonker Instituut en Regioplan bleek dat in veel gevallen de begeleiding resulteerde in een herhaalde asielaanvraag (HASA). Minder dan 10 procent keerde terug naar het land van herkomst.
De rechter
In 2024 besloot minister Faber de landelijke financiering voor de BBB-regeling stop te zetten. In mei 2025 oordeelde de rechter dat de opvang van kwetsbare uitgeprocedeerde vreemdelingen in Amsterdam onterecht was stopgezet, omdat niet was vastgesteld of de Vrijheidsbeperkende Locatie geschikt was voor mensen met medische of psychische problemen. De rechter stelde dat de minister de opvang moest voortzetten en de kosten moest blijven betalen totdat een passende oplossing was gevonden. Eerder waren er al rechterlijke uitspraken over Utrecht en Rotterdam waarbij het stopzetten van de landelijke financiering werd teruggedraaid.
Terugkeerhubs
Een ander actueel onderwerp is de invoering van terugkeerhubs buiten de EU om het uitzettingsproces te versnellen. De Europese Commissie wil uniforme regels en centra buiten Europa, terwijl ook de Nederlandse regering deze opties overweegt.
In reactie op een kabinetsnotitie over het terugkeerbeleid in mei 2025 stuurt de stichting LOS (Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt) mede namens een groot aantal andere NGO’s, de Raad van Kerken en Kerk in Actie een brief aan de Tweede Kamer waarin zij hun bezorgdheid uiten over de gevolgen voor de rechtspositie van migranten zonder verblijfsvergunning en de naleving van Mensenrechten.
Tijdens de recente behandeling van de Asielnoodmaatregelenwet diende de PVV een amendement in om illegaliteit strafbaar te stellen.
Voor het CDA was dit een brug te ver, maar ook NSC kwam in gewetensnood: ‘Medemenselijkheid of het schenken van een kop soep mag natuurlijk nooit strafbaar zijn.’ Om NSC en ook de SGP binnenboord te houden deed Van Weel de toezegging om de strafbaarstelling van illegaliteit eerst voor advies voor te leggen aan de Raad van State.
Inmiddels hebben Vluchtelingenwerk en Amnesty International namens 70 maatschappelijke organisaties een ‘noodsignaal’ uitgezonden, waarbij de Eerste Kamer wordt opgeroepen om tegen de asielwetten te stemmen. Ook is een actie ‘Stop de asielwetten’ op touw gezet om de druk op de Eerste Kamer verder op te voeren.
Het bondgenootschap geeft een overzicht van alle organisaties die deel uitmaken van de lobby achter ‘de kop soep’.
Op de rem
Van de personen die in Nederland een terugkeerbesluit hebben ontvangen, keert minder dan 10 procent daadwerkelijk terug. En dat jaar in, jaar uit. Van Weel noemt dat terecht funest voor het asielsysteem.
De belangrijkste oorzaak is dat de rechterlijke macht zich sterk richt op het strikt naleven van internationale verdragen, waarbij elke poging om de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers efficiënter te maken als beperking van de mensenrechten wordt gezien. Bovendien wordt de uitvoering van het terugkeerbeleid bemoeilijkt door steeds strengere zorgvuldigheidseisen en de mogelijkheid om rechtszaken te stapelen.
Tenslotte is er nog de krachtige lobby van ‘maatschappelijke organisaties’ die bij elke poging om de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers te versnellen op de rem trappen.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!