De koudegrond-juristen van de Raad van State oreren schaamteloos over zaken die thuishoren in de politiek

EduardBomhoff 4-10-25
Mona Keijzer vertelt dat ze de kritiek van de Raad van State op haar plan om statushouders niet langer voorrang te geven op een huurwoning naast zich neerlegt en haar wetsvoorstel toch naar de Tweede Kamer stuurt. Beeld: hartvannederland.nl

In Singapore weten ze een hardhandige manier om het aantal asielvragers en illegale immigranten tot bijna nul te beperken: wie daar wordt betrapt zonder verblijfsvergunning gaat voor zes maanden de gevangenis in en krijgt drie slagen met de ‘rotan’. Resultaat: bijna geen asielvragers.

Buurland Maleisië – waar ik twintig jaar woonde – heeft wél honderdduizenden illegale immigranten. Die zouden veel meer verdienen in Singapore dan in Maleisië, maar weten dat je in Singapore bij controle in de cel gaat, maar in Maleisië de illegaliteit kunt overleven. In de kampongs van Indonesië, in Isaan (de noordoostelijke regio van Thailand) en in Myanmar worden die verschillen tussen Singapore en Maleisië besproken en dan maken de emigranten hun keuze.

Raad van State begrijpt het niet

Minister Mona Keijzer verdedigt nu een plan om statushouders niet meer voorrang te geven op een huurwoning. Dat is politiek aantrekkelijk voor alle anderen op de wachtlijst en hun ouders. Maar ook belangrijk: het maakt Nederland een stuk minder aantrekkelijk, wanneer families in het Midden-Oosten of Afrika hun afweging maken. Die betalen veel geld aan mensensmokkelaars en willen dan naar het land met de beste kansen om dat geld terug te verdienen. Als Nederland nu stopt met voorrang voor statushouders, maakt dat Nederland in vergelijking met andere landen veel minder aantrekkelijk. Net zoals minder Indonesiërs hun kansen wagen in Singapore vanwege het sombere perspectief van zes maanden cel, zullen minder Afrikanen het dan bij ons willen proberen.

De Raad van State (RvS) is kennelijk blind voor de prima doelstelling om Nederland niet langer extreem aantrekkelijk te maken voor asielvragers door urgentie bij de woningcorporaties. Wie nadenkt over vraag en aanbod van asiel had die waardevolle intentie van het plan moeten zien, en ook begrepen waarom dat nationale wetgeving vereist.

Kijk naar de vergelijking met België. De Belgen proberen asielvragers af te schrikken door mannen op straat te laten slapen. Minister Keijzer daarentegen wil de aantrekkingskracht van Nederland verminderen door te eisen dat statushouders zich moeten voorbereiden op onderhuur van een kamer in plaats van een complete woning, en anders tijdelijk moeten inwonen bij familie of bij vrienden en dorpsgenoten uit hun thuisland. Lijkt mij humaner dan de Belgische praktijk.

Hier wreekt zich dat de juristen in de RvS in hun studie Nederlands recht niet hebben geleerd om over de grens te kijken. Van de 44 voetnoten in het advies verwijzen er twee naar internationale juridische uitspraken, maar geen enkele voetnoot naar de aanpak van huisvesting van statushouders in de buurlanden. Ongelofelijk.

Belastingtarieven behoeven ook geen goedkeuring van de RvS

Veel commentaren op de RvS hebben al opgemerkt hoe weinig precies de juristen onderscheid maken tussen ‘gelijke kansen’, ‘gelijke uitgangssituaties’ en ‘gelijke uitkomsten’. Bovendien loopt het advies over van grensoverschrijdend gedrag waarbij de juristen ongegeneerd oreren over politieke dilemma’s die niet bij hen thuishoren. Eén voorbeeld: de RvS eist dat ‘ongelijke gevallen naar de mate van hun ongelijkheid verschillend behandeld worden’ en vindt dat het plan van minister Keijzer daar niet aan voldoet en tekort schiet in de ‘objectieve en redelijke rechtvaardiging’. Dat is hetzelfde als eisen dat arme en rijke families ‘naar de mate van hun ongelijkheid’ verschillend belasting moeten betalen en dan boos worden wanneer er geen ‘objectieve en redelijke rechtvaardiging’ wordt aangeleverd voor de tarieven in de inkomstenbelasting. Het is echter aan de politiek, en niet aan de juristen in de RvS, om uit te maken hoe veel meer belasting de rijken moeten betalen. De tarieven zijn niet ‘objectief’ en behoeven geen goedkeuring van de RvS.

Diepere vragen

Natuurlijk is een 16-jarige asielzoeker uit Syrië, wiens familie 4500 euro aan een mensensmokkelaar heeft betaald zodat hij vooruit kan reizen, ongelijk aan onze kleindochter in de vijfde klas van het VWO, maar er is geen ‘objectieve’ maatstaf voor de hulp die wij ter beschikking willen stellen aan de Syriër. Een gratis fiets? Of meteen een gratis fatbike, zodat hij die niet hoeft te stelen? Of juist geen fatbike omdat hij dan niet zo snel wordt benaderd vanuit het criminele circuit? Zulke vragen zijn politiek, niet juridisch. Het is dan ook fout dat de ondersteuners van de RvS (NRC, NOS) kritiek op dit prutswerk willen afschermen als ongepast en gevaarlijk voor de democratie.

Ik hoop dat 29 oktober een meerderheid oplevert voor het voorstel van minister Keijzer, en ook dat we met elkaar gaan nadenken over de twee diepere vragen die steeds opkomen bij asielbeleid. Zijn wij moreel even veel verplicht aan medemensen in Eritrea als aan landgenoten? En: wat is een menswaardige behandeling van immigranten die zonder visum ons land binnenkomen?

Twee boeken die mij hebben geholpen zijn Globalizing Justice van Richard W. Miller, hoogleraar filosofie aan Cornell en The decent society van prof Avishai Margalit, hoogleraar filosofie aan Hebrew University. Relevant voor asielbeleid zijn verschillen in status tussen landgenoten en buitenlanders. Met landgenoten koesteren we een gezamenlijke geschiedenis, kiezen we samen een parlement, betalen we belasting en moeten we misschien ons land verdedigen en dan het hoogste offer brengen. Dat zijn vier redenen om ons inderdaad extra te bekommeren om onze landgenoten.

Margalit benadrukt dat de overheid niet altijd even aardig kan zijn, maar wel respectvol moet blijven. Het voorbeeld waar wij in Nederland direct aan denken: de toeslagenramp. Eerst te wantrouwig bij sommige controles en veel te hard bij het uit huis plaatsen van kinderen. En nu al jaren lang bureaucratische vertraging bij de afwikkeling. Geen respectvolle aanpak.

RvS moet harder studeren

Margalit stelt dat we kunnen zien of een cultuur ‘decent’ is door te bezien hoe die omgaat met mensen die in een zwakke positie zijn, maar tegelijk misbruik van belastinggeld kunnen maken. Een strikte aanpak is dan nodig, maar vernedering moet worden voorkomen. Is ons asielbeleid wel strikt genoeg bij de ondervragingen van binnenkomers of worden mensen soms haast geholpen met onwaarachtige verhalen om toegang te krijgen? Zijn er trainerende beroepsmogelijkheden bij afwijzing? Andersom, zitten we asielzoekers dwars door hen veel te lang te beletten om te werken vanuit de opvang? Maken we daarna werk voor statushouders onmogelijk door onhandige eisen van inburgering?

De koudegrond-juristen in de RvS moeten echt harder studeren, allereerst op ervaringen van andere landen, maar ook op ethiek en economie, voordat ze waardevol kunnen bijdragen aan beter asielbeleid.

Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!