Discussies over ‘omvolking’ lopen steevast uit de hand. Maar misschien is er een uitweg

Een interview in de Volkskrant met de nieuwe FvD-lijsttrekker Lidewij de Vos zorgde onlangs voor veel rumoer. Aanleiding was haar gebruik van het woord omvolking. Het resultaat was een taalstrijd met als inzet de betekenis van het woord omvolking zelf.
Volgens De Vos betekent omvolking ‘dat het Nederlandse volk verdwijnt. Doordat er zulke grote aantallen mensen hiernaartoe komen.’ De interviewer hield haar de definitie van de AIVD voor, die omvolking een ‘rechts-extremistische complottheorie’ noemt. De Vos bleef bij haar uitleg: ‘Volgens mij is omvolking een term die in het woordenboek staat. Het ene volk wordt vervangen door een ander volk. Of dat moedwillig gebeurt, is ondergeschikt.’
Linguïstische verwarring
De Vos kreeg bijval van Telegraaf-journalist Wierd Duk. Hij verklaarde op X dat omvolking niet primair verwijst naar een complottheorie, maar naar een feitelijke constatering van demografische veranderingen en riep op om er ‘iets aan te doen’ in plaats van ‘voor taalpolitie te spelen’.
Daarop volgde een reactie van historicus Leo Lucassen, die Duk ervan beschuldigde ‘zijn eigen racisme te ventileren’ en bewust onwetendheid te veinzen over de ‘racistische complottheorie’ die omvolking zou zijn.
Ook emeritus hoogleraar Paul Cliteur mengde zich in de discussie. Op mijn stelling dat betekenis voor een groot deel een kwestie van gebruik is, tweette hij dat ‘iedere gebruiker van de taal het onvervreemdbare recht heeft een woord te gebruiken in de betekenis die hij of zij daaraan wil toekennen’. Ook claimde Cliteur dat het woord omvolking is geijkt door de Franse schrijver Renaud Camus in zijn boek Le Grand Remplacement uit 2011. ‘Het feit dat “de nazi’s” het woord ook in een bepaalde betekenis hebben gebruikt (niet de betekenis van Camus) doet daaraan niets af.’
Hierop meldde Renaud Camus zich zelf op X om Cliteur te corrigeren: ‘De term is inderdaad door de nazi’s gebruikt en ik gebruik hem in precies dezelfde betekenis. Zij gebruikten hem om hun misdaad aan te duiden; ik gebruik hem om de misdaad van het wereldwijde Davos-cratische vervangingsproces aan te duiden, hun opvolger, die in het Westen bereikt wat zij in het Oosten niet hebben kunnen volbrengen.’
Weer anderen probeerden de definitie van De Vos in een bredere context te plaatsen van kwestieuze uitingen die werden gedaan door haar partijgenoten. Van het aanmaken van een X-lijst ‘dysgenetische dierentuin’ door haar partner en nummer 9 op de FvD-lijst, tot de welbekende ‘blank Europa’ uitspraak van Thierry Baudet, alles werd meegenomen in de weging. Medestanders vonden dat doorgaans een vorm van valsspelen, tegenstanders vonden in die context juist bewijs voor een retorisch dubbelspel van Forum.
De filosofische verklaring voor deze linguïstische verwarring over het woord omvolking is dat er tussen de gebruikers geen gedeelde grammatica bestaat over hoe het woord functioneert.
Taalvoetbal
De beroemde Oostenrijkse taalfilosoof Ludwig Wittgenstein (1889–1951) stelde dat betekenis ontstaat in gebruik binnen een zogenoemd taalspel: een sociale praktijk van gedeelde regels. Grammatica is het stelsel van regels dat het gebruik en daarmee de betekenis van woorden binnen een taalspel bepaalt, geworteld in een levensvorm, te begrijpen als de sociale en historische context waarin taal functioneert.
De discussie rondom de betekenis van omvolking die door De Vos is ingezet, volgt het schema van een zogenaamd ja-nee spel. De inzet van het spel is een uitspraak afdwingen over De Vos’ uitspraak: is omvolking neutraal (waar) of extremistisch (onwaar)? Omdat de spelers verschillende grammatica’s hanteren voor omvolking, verschuift de inzet van het spel van een uitspraak over ‘is omvolking neutraal of extremistisch?’ naar een strijd over de grammatica zelf.
Het gevolg is dat de taalhandelingen van spelers buiten hun eigen taalspel ongeldig worden verklaard (onzinnig) door verschillen in grammatica. Er kán dus geen uitspraak volgen of omvolking neutraal of extremistisch is, omdat er tussen de spelers geen consensus is over de spelregels en dus wat telt als een goal. En zonder consensus over de regels is het lastig spelen, en spreken.
Laten we ter illustratie de genoemde spelers opstellen à la Monty Python’s Philosopher’s Football, op het veld van de levensvorm: de Nederlandse migratiediscussie. De inzet is consensus over of omvolking neutraal of extremistisch is. In dit taalspel is grammatica het regelboek voor hoe het woord mag worden gespeeld, een taalhandeling de trap naar het doel. Fluit!
Lidewij de Vos opent met een stevige aftrap: omvolking is neutraal. Ze speelt via het woordenboek, passt naar Wierd Duk, en probeert te scoren binnen een grammatica waarin omvolking louter demografisch is. Haar aanval lijkt even succesvol, maar FvD’s overtredingen – ‘dysgenetische dierentuin’ en ‘blank Europa’ – zorgen voor twijfel. De vlag gaat omhoog; haar trap wordt betekenisloos verklaard door de partijcontext.
Migratiekritiek als racisme
Leo Lucassen bouwt zijn aanval op. In zijn grammatica is omvolking een extremistisch complot. Hij onderschept De Vos’ bal en verklaart haar neutraliteit betekenisloos, mede door haar Timmermans-verwijzing – ‘Europe will be diverse’ – die als complotdenken leest. Lucassen scoort door omvolking als racistisch complot te framen, waarbij zijn racismebeschuldiging voortkomt uit zijn grammatica die neutraliteit als racisme verwerpt, en richt deze op Duk.
Duk countert en verwijt Lucassen een valse tackle: het telkens framen van migratiekritiek als racisme. In zijn grammatica, waarin omvolking een feitelijke observatie is en ‘taalpolitie’ buitenspel staat, lijkt zijn trap raak. Maar in Lucassens taalspel is de zet van Duk betekenisloos; zijn neutraliteit wordt als racistische dekmantel gelezen door FvD’s context.
Paul Cliteur pleit voor vrije definities, zijn grammatica laat iedereen het woord vrij spelen. Zijn inzet rolt elegant, maar Camus kapt hem af: vrije definities ontkennen de historische lading. Geen grammatica wordt gedeeld, spelers verklaren elkaars zetten ongeldig, en het spel ontspoort. Fluit!
De wedstrijd eindigt in linguïstische verwarring.
Omwoording
In het gepolariseerde veld van de migratiediscussie bepalen de grammatica’s van taalspelen de grenzen van het debat. Toen ik tijdens een diner enthousiast verhaalde over de taalfilosofische uitdagingen rondom de betekenis van omvolking verzuchtte mijn tafelpartner: ‘Het maakt me niet uit hoe het heet, ik wil gewoon dat het stopt.’ Deze groep, wiens feitelijke taalspel nu botst op het gepolariseerde veld waarbinnen migratiekritiek vaak als extremistisch wordt geframed, heeft twee opties:
- Het consistent gebruiken van ‘omvolking’ in de lexicale betekenis van ‘vervanging van het ene volk door een ander volk’ in de hoop de taalgemeenschap mee te krijgen in dat spel. Gegeven de ophef die hier is geschetst, lijkt die strategie weinig kans van slagen te hebben.
- Het ijken van een nieuwe term die minder eenvoudig te kapen is door zowel de extremisme-roepers als daadwerkelijke extremisten. Een woord als ‘vervangingsmigratie’ of ‘demografische verschuiving’ kan een nieuw ja-nee spel starten dat minder snel ontspoort, mits het gepolariseerde veld van de migratiediscussie dat nieuwe spel toelaat.
Zonder gedeelde grammatica kan er geen uitspraak volgen over wat neutraal of extremistisch is en blijft de discussie rondom ideologisch geladen thema’s als omvolking ontsporen. Het politieke en maatschappelijk speelveld anno nu is sterk gekleurd door de Tweede Wereldoorlog. Het is dan ook niet waarschijnlijk dat een term die direct verwijst naar een nazipraktijk door de taalgemeenschap zal worden geaccepteerd als neutraal. Voor de rechtse meerderheid, die zoals Wierd Duk de empirische claim van demografische verandering als inzet van het debat wil zien en niet de regels voor het benoemen van het probleem, geldt dat het probleem eerst breed bespreekbaar moet worden gemaakt. Zonder consensus over de spelregels van het debat blijft zinvol spreken onmogelijk.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!