Bij kernenergie zijn niet de kosten het probleem, maar onze politici

Misschien is niets belangrijker voor de toekomst van de economie dan grid reliability, een betrouwbaar netwerk voor elektriciteit. Op dit moment zijn we daar ver van verwijderd met nieuwe woonwijken zonder garantie op elektriciteit, 13.000 bedrijven die jaren moeten wachten op een aansluiting, en onzekerheid voor de grote industrie over wel of geen speciale subsidies en over de dwang om voorbereidingen te treffen voor waterstof. Hoewel dat onzeker, duur en potentieel gevaarlijk is.
Er zijn twee routes naar herstel van grid reliability, en dat zijn kort gezegd ‘wind uit zee plus onbegrensde subsidies’ of ‘Borsele plus kleinschalige nucleaire energie dicht bij de gebruikers’. Minister Sophie Hermans (VVD) van Klimaat en Groene Groei kiest in haar brief van Prinsjesdag voor de eerste route. Slecht nieuws voor vogels en vissen, en bovendien gevaarlijk voor de landbewoners vanwege de bijbehorende ammoniaktreinen die energie uit de Noordzee verder op land moeten transporteren.
Misleidende passage
En wat betreft de kosten is deze passage in de brief van Hermans bewust misleidend: ‘De totale verplichting die netbeheerder TenneT voor het net op zee is aangegaan is circa €42 miljard in totaal. (-) Om dit in perspectief te plaatsen: op dit moment is de grootste kostenpost van het huidige energiesysteem de import van energiedragers, vooral fossiele brandstoffen.’
Een vergelijking tussen appels en peren is nog tot daar aan toe, maar hier vergelijken de ambtenaren de kosten van de appels (fossiele energie en nucleair) met alleen nog maar het vervoer over zee van de peren (de 42 miljard). Met die 42 miljard euro subsidie heeft minister Hermans nog geen kilowatt energie; dat dekt alleen de kabels van de Noordzee naar onder meer Rijnmond en Terneuzen. De peren moeten dan nog steeds worden betaald en daar is ook weer subsidie voor nodig, omdat zeeperen zelfs bij gratis vervoer naar het land niet kunnen concurreren met nucleaire appels. De voor nu geplande windmolens hebben al een miljard subsidie nodig (straks nog meer), omdat anders niemand ze wil bouwen en exploiteren.
Er zijn nog andere extra kosten van wind op zee voor het elektriciteitsnet, en die hebben te maken met het onvoorspelbare karakter van wind. Hermans geeft een hint: ‘Netbeheerder TenneT kan maximaal één project [een aantal windmolens] tegelijkertijd testen i.v.m. stabiliteit van het landelijk hoogspanningsnet.’ In Spanje faalde het elektriciteitsnet eerder dit jaar omdat het niet was toegerust voor zo variabele windenergie. In Engeland heeft de overheid al 1,2 miljard betaald aan eigenaars van wind op zee om de windmolens tijdelijk uit te schakelen want ze maakten het net instabiel. Die risico’s gelden ook bij ons. Meer windmolens betekent extra investeringen in de stabiliteit van het net. Mijn ruwe schatting is een minimum van acht miljard euro extra (berekend met behulp van het interdepartementale beleidsonderzoek Schakelen naar de toekomst, pagina 51).
Hermans heeft nu beloofd om de Kamer binnenkort vertrouwelijk te informeren over de extra kosten voor de stabiliteit van het Noordzeenet. Intussen mag TenneT werken met wat managers cost plus noemen, dat wil zeggen: ze melden geen toekomstige prijs aan hun achttien miljoen Nederlandse klanten, maar mogen alles in rekening brengen wat ze uitgeven plus een opslag voor de winst en de salarissen van het management.
Afhankelijk van externen
Zaken doen met een partij die toestemming heeft voor cost plus is altijd gevaarlijk, en extra met een minister die zelf geen enkele ervaring heeft buiten Den Haag, en met ambtenaren die ongetwijfeld veel weten van ‘bestuurskunde’, maar misschien voor kostenmanagement van grote technische projecten helemaal afhankelijk zijn van externen. Die willen vanuit hun eigenbelang als goedbetaalde adviseurs liever ‘meedenken’ dan protesteren.
Er is een alternatief en dat bestaat uit stoppen met wind op zee en zo direct het grootste deel van de 42 miljard euro uitsparen. Dan snel tot overeenstemming komen met Nieuwdorp, Lewedorp, ‘s-Heerenhoek en Borsele over de versterking en uitbreiding van de kerncentrales. Dat wordt makkelijker wanneer nog meer wind op zee wordt afgeblazen, want de vier dorpen zijn onder meer bang voor de bijbehorende ammoniaktreinen – overbodig met kernenergie.
Nucleair komt tegenwoordig in drie maten. ‘Groot’, zoals in Borsele, maar ook ‘medium’ en ‘klein’, aangeboden door Rolls-Royce, door het Amerikaanse NuScale en door leveranciers in Zuid-Korea. Het mooie van ‘medium’ en ‘klein’ is dat we een reactor kunnen plannen dicht bij een grootverbruiker van energie (en van de restwarmte). Dat betekent minder druk op het energienet. De route van nucleair in de maten ‘midden’ en ‘klein’ wordt nu al actief verkend door meer dan vijfentwintig landen.
Onze handicap is dat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) niets wil leren uit het buitenland. Het PBL zet ‘medium’ en ‘klein’ bot weg met: ‘Nieuwere concepten zijn op zijn vroegst in 2040 of 2045 commercieel beschikbaar.’ Lezers van Wynia’s Week die hun vertrouwen in dit planbureau hebben verloren, bijvoorbeeld door de aanhoudende reclame van het PBL voor het verbranden van houtsnippers, kunnen zich informeren in de laatste catalogus van ‘medium’ en ‘kleine’ rectoren van de International Atomic Energy Association IAEA. (Voetnoot: ik schreef op 27 september in Wynia’s Week dat een kleine reactor in twee jaar gebouwd kan worden. Hopelijk komt dat in de toekomst, maar als Nederland zich zou aansluiten bij de koplopers, is voor nu drie jaar een betere schatting. De producenten hebben de productie nog niet kunnen opschalen. Dat kan snel verbeteren, want steeds meer landen kiezen voor ‘medium’ en ‘klein’ in aanvulling op hun grote reactoren).
Politieke onzekerheid
Door concurrerende aanbieders in de VS, Groot-Brittannië en Zuid-Korea is onzekerheid over de kosten van nucleair nu veel lager dan vroeger. De grote onzekerheid is politiek: hoeveel jaar hebben we nodig om alle vergunningen te regelen en hoeveel jaar gaan dan nog op aan de voorspelbare juridische acties van Greenpeace, Milieudefensie en Extinction Rebellion?
De route van Hermans is juridisch eenvoudiger – vogels en vissen hebben geen standing bij de Raad van State – maar veel duurder. 42 miljard euro plus is heel veel geld, dat we beter kunnen besteden aan bijvoorbeeld een onmiddellijke verhoging van onze – op internationale schaal – schandalig lage kinderbijslag.
Wynia’s Week brengt broodnodige, onafhankelijke berichtgeving: drie keer per week, 156 keer per jaar, met artikelen en columns, video’s en podcasts. Onze donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!