Apache: Indiaan boven het slagveld
Apache gevechtsheli’s zijn een halve eeuw oud, maar worden steeds gemoderniseerd. Ze overleefden de Koude Oorlog en de vredesmissies. Tegenwoordig worden ze gezien als anti-drone wapen. Ode aan een legendarisch wapenplatform.
Het is een Amerikaanse traditie om elke helikopter van een Indianennaam te voorzien. Chinook, naar een roemruchte stam in de huidige staten Oregon en Washington. Black Hawk, naar het opperhoofd van de Sauk-stam in de eerste helft van de 19e eeuw in Oklahoma. Comanche, een stam uit New-Mexico. Apache, naar een nomadenvolk dat van Alaska naar Texas trok. Let wel, deze namen zijn exoniemen. De indianen noemden zichzelf heel anders. En terwijl de geschiedenis van de autochtone bewoners van Noord-Amerika vervaagt, worden die namen steeds minder geassocieerd met stoere indianenstammen en steeds meer met militaire helikopters.
Overwicht Warschau Pact
Vooral de Apache is een legendarisch wapenplatform. Ontworpen in – schrik niet – midden jaren zeventig en al 43 jaar in gebruik bij het Amerikaanse leger. De Koude Oorlog was nog volop gaande. De landen van het Warschau Pact hadden qua tanks, kanonnen en manschappen een groot overwicht op de NAVO.
Net als dat strijdbare en strategisch zeer bekwame Apache-volk, moesten Apachehelikopters zich gedeisd houden achter de heuvels om opeens met hun Hellfire-raketten naar voren te stormen tegen hordes Russische tanks, waarvan ze met hun superieure sensoren de exacte locatie stiekem hadden vastgesteld.
Zover is het gelukkig nooit gekomen. In 1989 viel de Berlijnse Muur en brak – naar het zich destijds liet aanzien – een eeuwige vrede uit. Pardoes viel de Iraakse dictator Saddam Hoessein het oliestaatje Koeweit binnen, waarna vooral de Amerikanen en Britten de operatie ‘Desert Storm’ (1991) begonnen. De Amerikaanse Apaches werden weggehaald uit Duitsland en ingezet in de woestijn. Daar schakelden ze circa 500 Irakese tanks uit zonder zelf een schrammetje op te lopen.
Vanwege de eeuwige vrede begon Den Haag begin jaren negentig plannen te maken voor een nieuw type krijgsmacht. Het idee was om het leger wereldwijd de peacekeeping en peace-enforcing operaties van de Verenigde Naties te laten uitvoeren. Dat ging al mis in juli 1995, toen een bataljon van de Koninklijke Landmacht machteloos terzijde moest blijven, terwijl de Servische troepen van generaal Ratko Mladic een massamoord begingen tegen Bosniërs in de enclave Srebrenica. Waarom deed Dutchbat zo weinig? Gebrek aan snel inzetbare luchtsteun.
Dertig Amerikaanse Apaches
Het wrange was dat het toenmalige kabinet-Kok I (PvdA-VVD-D66) twee maanden eerder – in mei 1995 – een contract had getekend voor de aanschaf van Apache-gevechtshelikopters. Als dat eerder was gebeurd en de Apaches waren juli 1995 beschikbaar geweest, dan had ‘Dutchbat’ een eigen luchtwapen gehad en had Srebrenica heel anders kunnen verlopen.
Het idee van vredestroepen bleef, ook na het Srebrenica-drama. Er kwam een luchtmobiele brigade om regionale brandhaarden te helpen blussen. Hierbij waren de Apaches essentieel. De rode baretten zouden nooit in een Srebrenica-achtige situatie verzeild mogen raken. De broodnodige luchtsteun van NAVO-partners moest vooraf zwart op wit staan. En liever nog: eigen luchtsteun. Nederlanders onder elkaar. Zo kreeg vanaf 1997 de luchtmacht dertig Amerikaanse Apaches.
Parlementaire gevechtsheli’s
De toestellen werden vrijwel meteen ‘ontplooid’ in voormalig Joegoslavië en tijdens een peacekeepingmissie van de mariniers op de grens van Ethiopië en Eritrea. Klein probleem: Apaches worden geacht dichtbij de eigen grondtroepen te staan, maar er was in dat grensgebied tussen de twee oorlogvoerende Afrikaanse landen nergens een neutrale, veilige helikopterbasis voorhanden. De enige mogelijkheid was het Franse militaire steunpunt in Djibouti. Daar gingen de Apaches dus naar toe.
De actieradius van een bewapende Apache is 450 kilometer, want de gevechtsheli moet na een actie ook nog terug naar zijn basis. Op zich is dat een groot bereik, maar Afrika is groot. Vanuit Djibouti was het operatiegebied onbereikbaar. Djibouti lag veel te ver daar vandaan.
Om steun van de PvdA-Tweede Kamerfractie voor de vredesmissie te verkrijgen, werden de gevechtshelikopters toch naar Djibouti gestuurd. Had dit zin? In theorie wel. De Apache heeft aan beide flanken kleine vleugels met daaronder vier ophangpunten voor wapens. In plaats van lasergeleide Hellfires, konden daar ook brandstoftanks worden gemonteerd. Daarmee werd het operatiegebied van de mariniers bereikbaar. Elke externe tank bevat namelijk 230 gallon (bijna 800 liter) brandstof, waardoor het bereik zo’n 300 kilometer toeneemt. Op papier klopte de rekensom, al werd de Apache goeddeels ontwapend. Alleen nog het boordkanon. De Hellfire- of Hydra-raketten – de primaire wapens van dit platform – konden niet meer mee. Zo stuurde Politiek Den Haag een indiaan zonder tomahawk naar een oorlogszone.
Toch een succes
Binnen de luchtmacht werd meewarig gesproken over de ‘parlementaire gevechtshelikopters’. Achteraf was de mariniersmissie echter een succes, inclusief het ‘ontplooien’ van de Apaches. Het Djibouti-detachement leerde hoe om te springen met hun gevechtsheli’s in het kokendhete en ultrastoffige Djibouti. Staat zo’n toestel een paar uur in die brandende zon op een betonplaat, dan is les 1 voor het onderhoudspersoneel: handschoenen aan. Het metalen gereedschap wordt zo gloeiend heet dat je anders meteen je fikken verbrandt.
Vliegen met een heli bij dit soort temperaturen is ook een dingetje. De lucht wordt veel dunner als het bijna 50 graden Celsius is. Het draagvermogen van je wieken vermindert. Je moet extra snelheid maken en bent minder behendig.
De ervaring in woestijnachtige omstandigheden kwam dus goed van pas in de oorlogen na 9/11. De Apaches werden vanaf 2004 herhaaldelijk ingezet in Afghanistan en Irak. Een van de eerste Afghanistan-uitzendingen was een ‘helikoptermissie’. Een Nederlands Apache-detachement voorzag de geallieerde troepen in Kaboel en omgeving van luchtsteun. Het stond onder leiding van een jonge, veelbelovende overste: Onno Eichelsheim. Hij kreeg onmiddellijk complimenten van NAVO-generaals, want wat had hij bedacht?
Zelf ervaren helikoptervlieger, wist hij dat je niet zozeer de wapens, maar vooral de sensoren van de Apaches moest benutten. Videocamera’s die 127 keer kunnen inzoomen, infraroodsensoren die tientallen objecten tegelijk in de gaten houden, dat soort werk. Grappig was dat Talibanstrijders en andere terroristen zich gedeisd hielden zodra ze het geluid van een Apache hoorden. Ze gingen pas tot actie over als het toestel in de verte was verdwenen. Maar de Apache draaide zijn fijngevoelige camera’s naar achteren en bleef hen bespieden.
Israëlische collega’s
Eichelsheim liet filmpjes zien uit zijn Apaches. Je zag hoe de Taliban nietsvermoedend munitievoorraden uit auto’s haalden en in woningen verborgen. Ze hadden geen idee dat ze vanuit een Apache werden gefilmd. Maar kennelijk waren ze toch zenuwachtig. Ze schopten naar een hond die in de weg liep. Voor de geallieerden was het daarna een koud kunstje ze te overmeesteren. De NAVO-militairen wisten dankzij de Apaches waar ze moesten zijn. Met hun superieure technologie leek de overwinning van de geallieerden in deze oorlog vast te staan. Maar zoals de Taliban later zouden zeggen: ‘Jullie hebben de horloges, wij hebben de tijd.’
Bronnen in de luchtmacht vertelden over de herkomst van de vindingrijke tactieken van het Nederlandse Apachedetachement. Vanaf hun opleiding in Amerika, hebben Nederlandse heli-vliegers veel contact met Israëlische collega’s. Die hadden de sensoren van hun Apaches al veel eerder ingezet tegen terroristen in de Gazastrook. Daar hadden Nederlandse collega’s iets van opgestoken, ja. Dat de Apache een intelligent strijdmiddel was in de War on Terror, werd door de Nederlanders in Kaboel nog maar eens bewezen. De NAVO-landen besloten hun procedures en tactieken erop aan te passen.
Tweezitter
De Apache is een tweezitter. Voorin zit doorgaans de ‘gunner’, de schutter die de wapens moet afvuren en de sensoren bedient. Meestal is dat tevens de commandant. Achter, iets boven de gunner, zit de man of vrouw die het toestel vliegt. Dit lijkt een beetje raar, alsof je op een tandem zit waar de achterste fietser moet sturen, maar sensoren en wapens zijn nu eenmaal het belangrijkst. Zo nodig nemen schutter en vlieger taken van elkaar over. Vanuit de voorste en achterste cockpit is het toestel bestuurbaar en kunnen de wapens worden ingezet.
Heli-vliegers zijn van nature bruter dan piloten van jachtvliegtuigen. Ze gaan van oudsher te werk met de botte bijl, terwijl hun F-16 collega’s het fileermes hanteren. Maar juist met de Apache werd dat anders. Elke nieuwe versie van dit platform biedt verbeterde waarnemingssystemen en geperfectioneerde datalinks. De Apache is meer en meer een schakel in de informatieoorlog, een knooppunt in de electronic warfare.
Opvallend op de nieuwere versies van de Apache is de radarantenne. Om zo ver mogelijk vooruit te kijken, bevindt die radar zich op het hoogste punt: bovenop de draaiende as van de rotor. Curieus gezicht, een dikke ronde tulband boven die in razende vaart rondmaaiende wieken. Apaches delen de aldus verkregen radarbeelden met elkaar, met pantservoertuigen en met infanteristen die op hun laptopjes kijken. Ze combineren de datastromen en preciseren het gezamenlijke doelwit.
Aan de bovenzijde heeft de Apache ook het Air Data Sensor System (ADSS), dat onder andere temperatuur, windrichting en windsnelheden meet, zodat de computers van de lanceersystemen de ballistische baan van de af te vuren projectielen terstond kunnen aanpassen voor optimale ‘targetting’.
Draaitol
Op de neus van een Apache staat een soort draaitol. Dat is de TADS, een koepel met de kijkers van het Target Acquisition And Designated System, de apparatuur om doelwitten te zoeken en raak te schieten. Meestal staan de camera’s in de reservestand. In gevechtssituaties draait de TADS zich een halve slag en priemen de kijkers naar voren. Aan bakboordzijde zit de daglichtapparatuur en aan stuurboordzijde is een mysterieus zwart vlak zichtbaar. Dat is een cameralens bestaande uit Germanium, een materiaal dat op het blote oog ondoorzichtig is, maar dat wel infraroodstraling doorlaat.
Informatie van de infraroodcamera’s is essentieel, want in een oorlog wordt vooral ’s nachts gevochten. In moderne Apaches draaien de TADS en zelfs het boordkanon mee met de hoofdbewegingen van de gunner. Die krijgt de informatie vanuit de warmtecamera’s gepresenteerd op onder andere een 3 centimeter groot televisieschermpje vlakbij zijn rechteroog.
De mens als laatste schakel
Het lijkt of de schutter via een ouderwets lorgnet op zijn papieren landkaarten moet turen. Dat is niet het geval. Dat rare ronde spiegeltje, gemonteerd aan de helm van de Apache-gunner, is onderdeel van het IHADS, het Integrated Helmet And Display Sight System. De man of vrouw voorin de Apache neemt zoveel mogelijk informatie tot zich, alvorens op een van de rode knoppen te drukken. Waar de schutter kijkt, daar valt het schot. Aanleggen, richten, vuren, die reeks is achterhaald. Targeting is tegenwoordig een elektronisch proces met de mens als laatste schakel.
Vlak achter de schutter zit de vlieger van de Apache. De bemanningsleden kunnen overigens ook taken van elkaar overnemen. De vlieger heeft ook een IHADS aan de helm. Daarop is de informatie te zien van de FLIR. Dit zijn de Forward Looking Infra Red-camera’s, die bij nacht en ontij de vliegroute verkennen.
Wellicht is dit het wezen van de Apache: de voortdurende technologische updates om in alle oorlogvoering relevant te blijven. Zo blijft de Apache een nomadenstam die zich van de ene geopolitieke werkelijkheid naar de andere wereldcrisis spoedt en steeds probeert er het beste van te maken.
De Attack Helicopter AH-64 werd een halve eeuw geleden ontworpen en voor het eerst geproduceerd door Hughes Helicopters, dat naderhand werd overgenomen door McDonall Douglas, dat weer werd opgeslokt door Boeing. Na de eerste Alpha-versie kwam er een Bravo, Charly, Delta en Echo. Nederland besloot in 2018 tot een modernisering. Voor de overgang van AH-64 D naar AH-64E werd 878 miljoen uitgetrokken. Dat is aanmerkelijk meer dan de 20 miljoen euro per stuk waarvoor de Apaches in 1997 werden geleverd.
Misverstand
Van de dertig oorspronkelijke toestellen, waren er nog 28 over. Eentje ging verloren in Afghanistan door een misverstand tussen de twee vliegers. Dat was in augustus 2004. Tijdens een routinevlucht droeg de ene vlieger de vluchtcontrole over aan zijn collega, die echter nog bezig was een fototoestel op te bergen. Het toestel crashte en vloog in de brand. Beide vliegers konden het wrak tijdig verlaten. De Apache lag ook nog eens in een mijnenveld, maar via een geitenpaadje brachten ze zich in veiligheid.
In maart 2015 ging tijdens een oefening in Mali een Apache neer. Kapitein René Zeetsen (30) en luitenant der eerste klasse Ernst Mollinger overleefden het niet. Een onderzoekscommissie oordeelde dat het ongeluk te wijten was aan een ontwerpfout in het besturingssysteem. Het betreffende onderdeel werd in alle Apaches vervangen.
Een geslaagde noodlanding
Op militaire websites lees je hoe moeilijk het werken met de Apache op sommige momenten kan zijn. De infraroodcamera’s registreren ’s nachts de hitte van vijandelijke voertuigen, maar bij zeer hoge temperaturen zijn die beelden niet altijd onderscheidend. De woestijnrotsen gloeien dan net zo hard als pantserwagens. Ook hoogspanningslijnen zijn niet altijd waar te nemen.
Bij een nachtvliegoefening in december 2007 in de buurt van Zaltbommel, knalde een Apache van de Koninklijke Luchtmacht met een vaart van 215 kilometer per uur tegen een hoogspanningskabel. Aan het landingsgestel zit een veiligheidsvoorziening: twee vlijmscherpe messen, de zogenaamde cablecutters. Die deden hun werk! De kabels tussen twee hoogspanningsmasten werden resoluut doorgesneden. De Apache maakte een geslaagde noodlanding in een weiland verderop. Grote delen van de Bommelerwaard en het Land van Maas en Waal zaten dagenlang zonder stroom.
Uit elkaar gehaald
Vergeleken bij de veelvuldige en langdurige inzet in crisisgebieden en de vele tienduizenden vlieguren tijdens oefeningen in eigen land, is de Apache echter een betrouwbaar toestel gebleken dat zelden brokken maakt. Het is de waakhond bij militaire transporten door middel van Chinooks en andere helikopters. Het toestel is cruciaal voor allerlei grondoperaties. De krijgsmacht wil tot minstens 2050 van de Apaches gebruik blijven maken. Dat is in totaal 55 jaar. Waarschijnlijk blijkt te zijner tijd dat het toestel nog lang niet op is.
De 28 Apaches ondergingen dan ook een ‘remanufacture’ programma. Vanaf 2020 werden ze in de Verenigde Staten helemaal uit elkaar gehaald voor hun update. De nog bruikbare onderdelen werden op nieuwe airframes gemonteerd. Al het andere werd vervangen door nieuwe elektronica en high-tec wapensystemen. Nieuwe motoren – een Apache heeft er twee, elk met 1.716 paardenkrachten – en de iets langere wieken vergroten de actieradius. Feitelijk heeft de luchtmacht sinds dit jaar weer volledig nieuwe Apaches. Ze kregen ook nieuwe registratienummers. Van Q-1 tot en met Q-30, werd het Q-31 tot en met Q-58.
De huidige Apaches lijken nog precies op het ruim 50 jaar geleden ontworpen toestel. Ranke romp. Twee korte vleugels waaraan als druiventrossen de zestien Hellfires hangen. Een zware neus met richtapparatuur. Daaronder het boordkanon. Als de Apache over de taxibanen van vliegbasis Gilze-Rijen rijdt, valt je oog onmiddellijk op het koddige wieltje dat onder het uiteinde van de staart zo ver mogelijk naar achteren uitsteekt. Alsof de ontwerpers bijna vergeten waren dat de Apache ook moest kunnen rijden en daarom op het nippertje besloten tot het toevoegen van een staartwieltje dat vrolijk zou meehobbelen.
De Apache stamt uit de Koude Oorlog, overleefde de eeuwige vrede en moet zich nu weer klaarmaken voor de actuele Russische dreiging. Hij is ervoor gemaakt, zou je kunnen zeggen. Maar in een halve eeuw schreed de wapentechnologie natuurlijk voort. In de Verenigde Staten uiten hoge militairen twijfels over het blijvende nut van de oudere versies van de Apache. Luitenant-generaal Joseph Ryan zei op de gespecialiseerde website Aerotime dat in de Oekraïne-oorlog helikopters aan beide zijden ‘extreem beperkte effectiviteit’ toonden. De AH-64D ‘is niet een capaciteit waarmee we de oorlog kunnen winnen’, concludeerde hij. De US Army dankt spoedig ruim 150 Apaches Delta af. Alleen de nieuwe Echo-versie wordt gehandhaafd.
Drones
Toch deed het Amerikaanse leger september 2025 in North-Carolina een scherpe munitie-oefening om de slagkracht van Apaches tegen drones te bewijzen. Daarbij bleek dat het oude wapen met zijn nieuwste sensoren en aangepaste bewapening prima kan worden ingezet. De ongeleide Hydra-rakketten – een Apache heeft er maximaal 76 bij zich – kunnen worden gemoderniseerd tot een precisiewapen, dat zwermen vijandelijke drones voor minstens drie kwart uit de lucht plukt. Het 30 mm snelvuur boordkanon lanceert maximaal 1.200 granaatachtige projectielen die voor elke drone onmiddellijk fataal zijn.
Fabrikant Boeing bezweert dat de nieuwste Apache Echo geoptimaliseerd zal worden. Artificial Intelligence zal de vliegers en gunners werk uit handen nemen, zodat ze tijd hebben om ook met hun ‘buddy drones’ te manoeuvreren. Dit zijn de onbemande hefschroefvliegtuigen die als verkenners en aanvallers ver voor de Apaches zullen uitvliegen, steeds dieper in vijandelijk luchtruim. Waar de NAVO-landen binnendringende Russische drones nu nog moeten neerhalen met F-35’s, is dat een klus die straks goedkoper door Apaches kan worden opgeknapt.
De Koninklijke Luchtmacht prijst zich gelukkig met de AH-64 Echo. ‘Fight tonight, fight tomorrow, fight together,’ declameert een stoere stem op een website van Defensie bij een filmpje over de nieuwe versie van de Apache. Zo is het. Wel werd in mei 2024 bekend dat ook de AH-64 Echo een extra pakket zelfbeschermingsmiddelen zal moeten krijgen. In de verte doemt de behoefte al op aan een nog betere Apache. Weldra zal het gaan over de Apache Foxtrot. Zo gaan de legendes van een moedig indianenvolk nimmer verloren.
Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank! Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw publicabele reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!















