Links heeft een chronisch probleem met vrouwen, ook Marjolein Moorman heeft het nu gemerkt

bouwman
Marjolein Moorman en Jesse Klaver tijdens een fractiebijeenkomst van GroenLinks-PvdA, een dag na de Tweede Kamerverkiezingen. Foto: Koen van Weel, ANP Foto.

De razendpopulaire Marjolein Moorman kreeg op 29 oktober veel meer voorkeurstemmen dan oudgediende Jesse Klaver. Toch werd ze niet de opvolger van Frans Timmermans. Waarom gaat het met vrouwen toch zo vaak mis in linkse kring?

Hoewel er nog geen datum is geprikt voor de officiële opheffing van de PvdA, staat in grote lijnen al wel vast hoe zal worden teruggeblikt op de historische verdiensten van de partij. Toenmalig partijvoorzitter Nelleke Vedelaar deed dat al in 2021, bij het 75-jarig bestaan van de PvdA. ‘Als je je realiseert wat we hebben bereikt, de opbouw van de verzorgingsstaat, de invoering van de AOW, vrouwenemancipatie, dan kunnen we daar trots op zijn,’ zei ze.

Zo op het eerste gezicht leek dat een adequate opsomming. Toch zou voormalig PvdA-premier Willem Drees, de legendarische ‘vader van de AOW’, direct hebben geprotesteerd. ‘Verzorgingsstaat’ vond hij namelijk een totaal verkeerd begrip. Drees geloofde niet in een samenleving waar uitkeringen de plaats in konden nemen van zelf werken. Niet een verzorgingsstaat maar een ‘waarborgstaat’ diende daarom bestaanszekerheid te verschaffen.

Geen koploper

Dan het punt van de vrouwenemancipatie. Is dat inderdaad een typische PvdA-verdienste?

Zeker, op papier heeft de PvdA zich altijd sterk gemaakt voor de ‘gelijkberechtiging der vrouw’,  zoals dat vroeger heette. Maar bij het laten debuteren van vrouwen op hoge politieke posten liep de partij niet bepaald voorop. Een paar voorbeelden:

Niet de PvdA, maar de katholieke KVP leverde Neerlands eerste vrouwelijke staatssecretaris – Anna de Waal, in 1953 – en daarna ook de eerste vrouwelijke minister: Marga Klompé, in 1956.

Niet de PvdA, maar de VVD tekende voor de eerste vrouwelijke partijvoorzitter: Haya van Someren, in 1969.

Niet de PvdA, maar de VVD en D66 schoven de eerste vrouwelijke vicepremiers naar voren: Annemarie Jorritsma en Els Borst, in 1998.

Met PvdA-vrouwen die wél doorstootten tot de (sub)top liep het bovendien opvallend vaak verkeerd af.

Irene Vorrink, de enige vrouwelijke PvdA-minister in het kabinet-Den Uyl (1973-1977), kwam op haar departement Volksgezondheid en Milieuhygiëne niet uit de verf, disfunctioneerde daarna nog anderhalf jaar als wethouder van Amsterdam en keerde in 1979 de politiek definitief de rug toe.

Partijvoorzitter Marjanne Sint genoot van een fietsvakantie in Toscane toen de PvdA in de zomer van 1991 dreigde te imploderen als gevolg van onenigheid over de WAO. Haar onbereikbaarheid werd haar zwaar aangerekend: ze moest vertrekken.

Staatssecretaris van Sociale Zaken Elske ter Veld nam in 1993 huilend afscheid van het Binnenhof omdat ze de PvdA-Tweede-Kamerfractie niet bijtijds zou hebben ingelicht over haar plan een korting op de bijstandsuitkering van jongeren door te voeren.

PvdA-minister van Binnenlandse Zaken Ien Dales overleed in 1994 aan een harstilstand. Nogal uitzonderlijk, want de afgelopen tachtig jaar verwisselden slechts zeven bewindspersonen ‘in functie’ het tijdelijke met het eeuwige.

Marijke van Hees zag zich in 2000 gedwongen af te treden als partijvoorzitter, nadat een voormalig functionaris van het PvdA-partijbureau leugens over haar declaratiegedrag had gepubliceerd in Vrij Nederland.

‘Turbo Tineke’

Tineke Netelenbos werd de meest gehate vrouw van Nederland toen ze als minister van Verkeer en Waterstaat (1998-2002) tolheffing probeerde te lanceren ter oplossing van de fileproblematiek. ‘Turbo Tineke’ werd vervolgens gepasseerd als kandidaat-commissaris van de koningin in Noord-Holland en deed in 2003 een zeer vergeefse gooi naar het lijsttrekkerschap van de PvdA bij de Europese verkiezingen.

Vakbondsvrouw Karin Adelmund werd in 1994 naar het Binnenhof gehaald om het sociale gezicht van de PvdA op te vijzelen. Minister van Sociale Zaken mocht ze van partijleider Wim Kok echter niet worden. Als staatssecretaris van Onderwijs (1998-2002) voldeed ze vervolgens niet aan de verwachtingen. Adelmund overleed in 2005 op pas 56-jarige leeftijd aan een hartstilstand.

Jeltje van Nieuwenhoven volgde in 2002 Ad Melkert op als PvdA-fractievoorzitter, maar legde het af tegen Wouter Bos in de strijd om het partijleiderschap. Ze sloot haar politieke loopbaan af als fractievoorzitter in de Haagse gemeenteraad.

Voormalig CPN-activiste en oud-vakbondsbestuurder Ella Vogelaar werd in 2007 PvdA-minister voor Wonen, Wijken en Integratie. Al in 2008 zegde partijleider en vicepremier Wouter Bos het vertrouwen in haar op. Geplaagd door depressies maakte ze in 2019, op 69-jarige leeftijd, een einde aan haar leven.

Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 was Nebahat Albayrak, de Turks-Nederlandse nummer twee van de PvdA, de onbetwiste kampioen voorkeurstemmen: ze vergaarde er 129.005. Maar toen ze zich in 2012, na het vertrek van Job Cohen, kandidaat stelde voor het partijleiderschap, kreeg Albayrak bij een ledenraadpleging slechts 8,2 procent van de stemmen, fors minder dan Diederik Samsom (54,0) en Ronald Plasterk (31,6). Een paar weken later besloot ze het Binnenhof te verlaten.  

In 2021 kreeg de PvdA voor het eerst een vrouwelijke lijsttrekker: Lilianne Ploumen. Ze was nog nauwelijks gekozen, of partijprominent Bram Peper brandde haar in het openbaar af: ‘Ze doet het wel aardig, maar zo zijn er wel meer die het wel aardig doen. Er is meer nodig.’ Ploumen kwam bij de verkiezingen niet verder dan negen zetels en vertrok een jaar later van het Binnenhof. 

Tussen 2016 en 2021 was PvdA-boegbeeld Khadija Arib voorzitter van de Tweede Kamer. In 2022 lekte uit dat het presidium van de Kamer een onderzoek naar haar had laten instellen vanwege mogelijk grensoverschrijdend gedrag. Kort daarna besloot Arib haar politieke carrière te beëindigen. Gebrek aan steun van haar fractiegenoten droeg aan dat besluit bij, schreef ze.

Nieuwe episode

Aan dit toch al weinig vrolijke verhaal werd vorige week een nieuwe episode toegevoegd. Na het vertrek van Frans Timmermans kreeg de Tweede Kamerfractie van GroenLinks-PvdA een uitgelezen kans om met een nieuw gezicht een frisse herstart te maken. Marjolein Moorman leek daarvoor de geknipte kandidaat: ruime politieke ervaring als wethouder en locoburgemeester in Amsterdam en getuige haar 154.742 voorkeurstemmen razendpopulair bij de achterban.

Maar de nieuwe fractievoorzitter werd de Haagse veteraan Jesse Klaver (105.361 voorkeurstemmen). ‘Heel logisch’, vond Moorman, een reactie waaruit viel af te leiden dat rode vrouwen de moed inmiddels in de schoenen is gezonken. Heel vreemd is dat niet.

Wynia’s Week verschijnt 156 keer per jaar en wordt volledig mogelijk gemaakt door de donateurs. Doet u mee, ook straks in het nieuwe jaar? Doneren kan zo. Hartelijk dank! 

Donateurs kunnen ook reageren op recente artikelen, video’s en podcasts en ter publicatie in Wynia’s Week aanbieden. Stuur uw reacties aan reacties@wyniasweek.nl. Vergeet niet uw naam en woonplaats te vermelden (en, alleen voor de redactie: telefoonnummer en adres). Niet korter dan 50 woorden, niet langer dan 150 woorden. Welkom!